Hoorcollege 1, Pedagogisch denken
Begrippen:
H1 en 2 Smeyers
Waardenpluralisme (Smeyers blz. 10)
Normatieve wetenschap (Smeyers blz. 10); onderzoek en de analyse van normen en
waarden. Normatieve wetenschap houd zich bezig met het onderzoeken en evalueren van
doelen.
Rizoom als metafoor voor hoe we naar pedagogiek kijken (blz. 13 Smeyers); een wortel die
niet de diepte maar horizontaal groeit, die vertakkingen en een netwerk vormt zonder dat je
een begin of einde kan ontwaren. De pedagogiek verandert door de tijd heen. Een historisch
gegroeide discipline met een rijke traditie maar geen sluitend netwerk. Veelvormigheid.
Vorming principe van het kind (Langeveld in Smeyers) blz.22
Joint attention - blz. 26
Contrafactische anticipatie; vooruitlopen op wat feitelijk het geval is.
De letterlijke betekenis van pedagogiek
Pedagogiek komt van het Griekse woord paidagogos en dat betekend kinderbegeleider.
In het oude Griekenland was een paidagogos een slaaf die jongens en later ook meisjes
naar school bracht.
Pedagogiek is een praktijkwetenschap, dat houdt in dat het gaat over het handelen.
Drie vragen die hierbij altijd centraal staan zijn:
Hoe kan opvoeding het best vormgegeven kan worden? (Hoe kan je het best
opvoeden)
Hoe kan de pedagogiek het best bestudeerd worden in de wetenschap? (Er zijn
verschillende stromingen, experimenteel, alles in de omgeving betrekken)
Welke rol vervult de pedagogiek in de opvoedingspraktijk? (Stimuleren van het kind
is nodig toch? Maar zonder stimulatie leert een kind ook lopen dus we zijn als
opvoeders wel nodig.)
Normatieve pedagogiek
Is de studie van ethische (het kritisch nadenken over wat goed is om te doen) waarden,
doelen en principes die de basis vormen voor opleiding en onderwijs, en onderzoekt wat
juist en wenselijk wordt beschouwd in educatieve contexten.
Iedereen vindt dat een kind goede opvoeding hoort te krijgen. Maar wat is nou eigenlijk
goede opvoeding?
Veel pedagogen zijn normatieve pedagogen ze hebben bepaalde waarden die aan de basis
staan van hoe zij opvoeden.
De normatieve pedagogiek stelt de volgende vragen:
Wat zijn de fundamentele doelen van onderwijs en opvoeding? (Wat willen wij nou
echt bereiken, en wat is het doel hiervan)
Welke waarden en deugden zouden in het onderwijs moeten worden bevorderd?
(Vind je zelfstandigheid belangrijk, of vind je rechtvaardigheid belangrijk, of vind je
eerlijkheid belangrijk).
Hoe moeten opvoeders ethische dilemma’s in het onderwijs aanpakken? (Je hebt
maar zoveel uur, maar je hebt een hoogbegaafd kind, een kind dat extra
taalondersteuning nodig heeft. Hoe ga je dei tijd verdelen? En wat is de beste
aanpak)
Wat zijn de morele verantwoordelijkheden (het hebben van de verplichting tot het
verantwoorden van het eigen gedrag) van opvoeders ten opzichte van hun
leerlingen? (Als ouders/verzorgers ten opzichte van hun kind/cliënt)
, Deze vragen liggen aan de basis van heel veel andere keuzes die worden gemaakt in de
opvoeding.
Normatieve pedagogiek is pedagogiek die waardbepalend en richtinggevend is. (je hebt een
doel voor ogen)
Voorbeelden van normatieve pedagogiek:
Voorbeeld 1: Je moet niet lijfelijk straffen tijdens de opvoeding, want het belemmert de
veiligheid van het kind.
Voorbeeld 2: Burgerschapsvorming moet een plek hebben in het onderwijs want kinderen
moeten opgevoed worden tot democratische burgers.
Weinig consensus rondom pedagogiek (ze zijn het er niet overeen)
Waardepluralisme
Waardepluralisme houdt in dat meerdere, soms conflicterende, morele waarden bestaan die
in complexe situaties moeten worden afgewogen en dat er geen eenvoudige formule is om
te bepalen welke waarde altijd de voorkeur verdient. (ga je een kind forceren om zindelijk te
worden)
De pedagogiek wordt gezien als een rizoom (dit is een wortel die horizontaal groeit)
Een netwerk zonder begin of einde (vroeger werd er op andere manieren gekeken naar
pedagogiek, nu is het wel een bevestigde wetenschap), het is dus een gegroeide discipline
als je kijkt naar de wetenschap.
Moderne pedagogiek
Het principe van het leren (Wij geloven dat je kan leren, wij gaan niet uit van het
nature debat)
Het kind is een vrij en handelend subject (je bent in staat om zelf keuzes te maken,
sommige pedagogen zeggen dat je eigenlijk niet veel input hebt op jouw keuzes dat
komt vooral uit je omgeving)
Paradox
Opvoedeling uitnodigen tot wat hij/zij nog niet kan en aanspreken als iemand die hij/zij nog
niet is à hiermee wordt de verantwoordelijke zelfbepaling gestimuleerd. (je wilt een kind
stimuleren tot zelf doen). Dit is een paradox waar je als pedagoog in zit. Je wilt dat een kind
het zelf leert maar tegelijkertijd wil je ook stimuleren.
Contrafactische anticipatie: vooruitlopen op wat nog niet feitelijk het geval is (je bent bezig
met een kind willen stimuleren om dingen te leren die hij eigenlijk nog niet kan. Zo van, ik
vertrouw erop, jij kan dit.)
Martinus Langeveld (1905-1989)
Een uitspraak van Langeveld ‘Het kind begrijpen zoals het is’ (veel zeiden je hebt een
voorbeeld van hoe je wilt dat iets eruit komt, maar Langeveld zei laten we een kind begrijpen
zoals het is en op die manier onderzoek doen en observeren) Langeveld vindt dat dit de
opdracht is van de pedagogiek, zo moet je erop kijken.
De twee belangrijkste kenmerken van een kind volgens langveld zijn:
Een kind is afhankelijk van volwassenen
Een kind wil zelfstandig zijn
En dit is weer een paradox
Langeveld zei ook:
Een mens is een Animal Educandum
Een dier dat opgevoed moet worden
Om mens te worden: moet je opgevoed worden
2
,Doel van de pedagogiek volgens Langeveld: zelfverantwoordelijke zelfbepaling (oftewel
mondigheid)
Mondigheid
Is het vermogen om gebruik te maken van je verstand zonder leiding van een ander.
De mens is van nature een cultuurswezen
Joint attention (Tomasello): Het belang van gedeelde aandacht (als ik ergens naar wijs
gaan alle ogen kijken naar het gedeelte waarnaar gewezen wordt.)
Door gedeelde aandacht/sociale interactie wordt er geleerd en cultuur overgedragen
Kinderen met autisme hebben minder joint attention
Reageren op emoties van andere is voor de meeste kinderen vanzelfsprekend, maar voor
kinderen met autisme minder die letten niet op het feit dat andere mensen gevoelens
hebben.
Opvoeding
Opvoeding is alle omgang tussen ouder/verzorger en kind waarbij gericht een relatie wordt
aangegaan. In deze omgang biedt de ouder/verzorger het kind liefde, geborgenheid,
veiligheid, intimiteit, aandacht, grenzen, instructieve, ondersteuning en controle. Hierdoor zal
het kind tot zelfontplooiing komen en over het nodige zelfvertrouwen en de nodige
zelfstandigheid en zelfredzaamheid beschikken om richting te geven aan zijn verdere leven.
Vier basisdimensies van opvoeden:
Ondersteuning bieden
Instructie geven
Controle uitoefenen
Grenzen stellen
Hoorcollege 2, Het gezin in historisch perspectief en de ontaansgeschiedenis van de
pedagogiek
3
, Begrippen:
Empirisme en inductie
Rationalisme en deductie
Verlichting en maakbaarheid van de samenleving
Romantiek
Reformpedagogiek
Geesteswetenschappelijke of personalistische pedagogiek
Hermeneutiek
Dialectiek
Fenomenologie
Empirisch-analytische pedagogiek
Kritisch-emancipatorische pedagogiek
Hoe je naar de pedagogiek kijkt, bepaald de wijze waarop je erover denkt, spreekt en
schrijft. Dit betekent dat de bril die je opzet bepaalt de wijze waarop je ergens naar kijkt en
dat kan over tijd verschillen. Als je vanuit een andere hoek kijkt kan hetgeen waar je naar
kijkt veranderen.
Onderzoek doen naar de geschiedenis van het gezin en de pedagogiek vanuit 3
benaderingen:
De demografische benadering (dit heeft te maken met getallen, bijvoorbeeld
geboortecijfers, sterftecijfers en huwelijksvorming. Het doel hiervan is een beeld
vormen van de leef- en opvoedomstandigheden van kinderen en ouders)
De affectieve benadering (de affectieve benadering gebruikt meer kwalitatieve
bronnen, zoals dagboeken, brieven, speelgoed en schilderijen. Je krijgt een inzicht in
het menselijke gedrag, de persoonlijke beleving en motieven)
De historische maatschappijwetenschappen (wat doen verschillende veranderingen
met het gezin, zoals de effecten van wetgeving, het erfrecht en gezag- en
eigendomsverhoudingen. Het doel hiervan is een beter beeld hebben van de
gezinsstructuren, individuele gedragingen en belevingen, sociale relaties en
maatschappelijke instituties)
Een combinatie van alle drie de benaderingen geeft het meest complete beeld van het
gezinsleven.
Hoe representatief is een bron zoals een schilderij? (Een persoon wil het beste van zichzelf
laten zien tijdens het vertegenwoordigen van het land. En dat deden ze door een goede
indruk te maken met schilderijen dit heet ook wel propaganda)
Middeleeuwen 500-1500 (men was heel erg gericht op god)
Kind is van nature geneigd naar het kwade (zondeval) Je wordt van nature zondig geboren,
en je moet goed doen om naar de hemel te komen.
‘Ootmoed’ is een soort zachtmoedigheid, gaat uit van vriendelijkheid. Dit was heel
belangrijk in de middeleeuwen.
Het tegenovergestelde is hoogmoed, dus dat betekend dat iemand arrogant is en denkt dat
hij beter is dan andere.
De zeven zondes:
Superbia (hoogmoed, verheven voelen)
Auarita (hebzucht, gierigheid)
Inuidia (afgunst, jaloerzie)
Ira (wraak, woede)
Luxuria (wellust, onkruisheid geen seks voor het huwelijk)
Gula (vraatzucht, gulzigheid)
Accidia (luiheid, traagheid)
4