H1: Supply chain management zorgt dat je waarde kan creëren in een productie en
distributiecentrum. Dit gebeurt door concepten en modellen te maken. H&M produceert in
landen met lage loonkosten, model heeft gevolgen voor inrichting keten, want langere
levertijden, grotere transportkosten en in grotere hoeveelheden produceren. Zara kiest
ervoor om te produceren dichtbij de afzetmarkt, zodat ze kunnen inspringen op trends.
Wijze waarop je je keten inricht heeft impact op kosten die je maakt als bedrijf.
SCM is het managen van flows
En heeft te maken met drie verschillende stromen
Financiële, informatie en fysieke stromen die beide kanten op gaan, zoals retourneren.
Er zijn drie besluitfases afhankelijk van de scope en het tijd frame
- Strategische: design, beslissingen die je neemt voor verschillende jaren
- Tactische: planning, nadenken over opslaan van bepaalde producten op middellang
termijn niveau
- Operationele: operations (bedrijven), uittekenen van de ritten die busjes rijden
Supply chain logistics focussen op het managen van fysieke flows waarbij informatie en
financiële flows de belangrijkste input is. Hoe moeten we de fysieke stroom inrichten?
Supply chain bestaat uit alle partners van een bedrijf in een netwerk, zoals toeleveranciers,
winkels en klanten. Hierbij zijn verschillende processen betrokken zoals productie, transport
en inkoop. Al de betrokkenen hebben andere doelstellingen, producten wil produceren in
grote batches terwijl retailer wil klein en flexibel assortiment. Alle spelers moeten
samenwerken in de keten om ervoor te zorgen dat diensten/ producten van jou beter zijn
dan die van concurrenten.
Dynamiek, die de constante flow van producten, informatie en funds tussen verschillende
fasen betrekt, gaat over variatie over de tijd, het matchen van vraag en aanbod (wat lastig
kan zijn) en het managen van servicelevels (op welke manier afspraken maken met
leveranciers en klanten om onzekerheid te vatten), voorraad en nabestellingen (is een
nalevering als iets niet op voorraad is bv). Inherente onzekerheid over de tijd maakt het
moeilijk om aanbod af te stemmen op de vraag, want vraag verandert continu.
Geografisch verspreid complex netwerk
- Geen chain, maar een toeleveringsnetwerk waarin er verschillende leveranciers zijn, waar
verschillende manieren zijn om producten op te slaan etc.
- Lean productie (verspilling uit je systeem halen waardoor alle buffers uit je proces zijn),
offshoring en outsourcing verhogen de complexiteit en risico's
Wat is het doel van Supply Chain Management?
- Integratie van betrokken SC-spelers
- Minimaliseer systeembrede kosten, terwijl er aan de eisen van de klant wordt voldaan,
nadenken over aansturen keten zodat totale kosten zo laag mogelijk zijn
- Maximalisatie van de supply chain-waarde, is iets anders dan nastreven winst
- Het beheer van activa en flows van de supply chain (product, informatie en fondsen) om
het totale overschot op de supply chain te maximaliseren
* SC-overschot: klantwaarde - SC-kosten
,* SC-winst: prijs - SC-kosten, prima op korte termijn maar eigenlijk wil je een keten inrichten
waarbij het verschil tussen nut van klant en kosten producent heel hoog is. Voorbeeld is
product die je aan klant levert die er meer plezier van heeft dan wat hij betaald. Dus
klantwaarde meten en eigen kosten vergelijken. Klant zou er 180 voor betalen, ik maak hem
voor 60 en verkoop hem voor 120, dan is de winst 60 en extra waarde ook 60.
Wat maakt een supply chain succesvol?
Groot potentieel voor nieuwe technologieën en supply chain optimalisatiemodellen. Alleen
technologie maakt een keten niet succesvol, er moet ook gebruik gemaakt worden van
modellen. Verschuiven productie naar andere landen, aandeel van onze regio daalt continu.
Alle grote bedrijven die in VK gevestigd zijn, moeten nadenken over hun plaats daar.
Rekening houden met politieke verschuiving. Belangrijk hoe een bedrijf zijn keten inricht.
Keten moet aansluiten op type product. Een supply chain is succesvol als het juiste product
de juiste keten krijgt!
Processen in kaart brengen - proces views
We kunnen ketens visualiseren op twee manieren. Spelers
zijn klassieke elementen van supply chain.
• Cycleview: processen in een supply chain zijn
onderverdeeld in een reeks cycli, elk uitgevoerd op de
interfaces tussen twee opeenvolgende supply chain-fasen.
Dus tussen 2 elementen een cyclus identificeren.
• Push/ pullview: processen in een supply chain zijn
onderverdeeld in twee categorieën, afhankelijk van of ze worden uitgevoerd in reactie op
een klantorder/ gebruik van voorraad in keten (pull: pas als iets gevraagd wordt dan maak je
het, customized producten zoals SuitSupply) of in afwachting van een klantorder (push:
producten zijn al gemaakt en op voorraad, standaard producten zoals H&M).
Handig bij het beslissen van strategische besluiten gerelateerd aan het design van de supply
chain – meer een globale kijk op hoe de supply chain gerelateerd is aan de orders van
klanten. Cycle dan zie je de rol van verschillende spelers beter, zodat je bepaalde problemen
neer kan leggen bij juiste partij. Bij push/pull ga je zien of inschatten wat de impact gaat zijn
op de kosten van jouw keten als het punt verschuift. Als je later de producten gaat
afstemmen op wensen van klant, dan ruimere keuze dan als dit al in het begin gedaan werd.
H2: Strategische fit (vaardigheden) en scope bereiken
Fisher (1997)
Doel: een raamwerk bieden om de aard van de vraag te gebruiken en SC te ontwerpen om
aan die vraag te voldoen.
Hierbij heb je twee hoofdtype producten namelijk functioneel en
innovatief en twee hoofdtypes supply chain kenmerken namelijk efficiënt
en responsief.
Functionele producten voldoen basisbehoeften, hebben een stabiele vraag
en lage winstmarges. Innovatieve producten hebben een korte levensduur,
variabele/ onzekere vraag en hoge winstmarges. Een product kan en
functioneel en innovatief zijn zoals een MP3 (nu telefoon, gaat lang mee)!
Een innovatief product is bijvoorbeeld
, Een efficiënte supply chain focust op efficiënte activiteiten en planning
en op drukken van kosten in alle aspecten van de keten, dus weinig
voorraad aanhouden terwijl een responsieve supply chain focust op het
laten toenemen van snelheid en flexibiliteit waarbij je makkelijk kan
inspelen op wijzingen van de vraag, met hogere voorraad en snellere
transportmodi.
De supply chain matchen met het type product
Bedrijven die functionele producten hebben maar responsief zijn, zijn
zeldzaam, maar bedrijven met innovatieve producten en een efficiënte
supply chain, zijn gewoon. Bij een mismatch moet een bedrijf zijn
product of supply chain veranderen. Voor innovatieve producten,
zorgen verbeteringen in responsiviteit voor grotere terug verdiensten
dan met efficiency. Innovatief product met onzekere vraag, dan moet
je snel kunnen inspringen en omgaan met variabiliteit. Bij functionele
producten moet je je kosten zo laag mogelijk houden om zo een hoge winst te krijgen. Komt
vaak voor dat bedrijven een innovatief product hebben maar dat het ingericht als koste
reducerend proces, op deze manier is inspringen heel lastig want dat vereist kosten maken.
Lage marge producten ‘innovatieve’ producten: maak de vraag voorspelbaarder. Je
moet naar andere kwadrant in de matrix. Je kan innovatief product downgraden naar
functioneel product of het innovatieve product aanbieden in responsieve keten, dit
hangt af van de winstgevendheid: kijk naar kenmerken van product (vraag/ leven).
Luiers; baby’s bevuilen luiers op een constant tempo, als je dan berekent hoeveel
baby’s er zullen zijn, dan kun je voorspellen hoeveel luiers je nodig hebt. Vraag is dus
vrij stabiel.
- Verminder handelspromoties en varianten. Promoties hebben een grote impact op
de supply chain.
- Verklein klantsegmenten, want niet iedere klant genereert winst of een
bijdrage.
Innovatieve, hoge(re) marges producten: maak de supply chain meer responsief
- Stel productie uit en doe aan flexibele productie
- Stem laat in proces het product af op wens van klant
- Onzekere vraag opvangen met eigen productiecapaciteit of om flexibiliteit te
laten doen stijgen, besteed taken uit
Functionele producten in een responsieve supply chain: maak de supply chain
efficienter. Verschillen niet veel van die van concurrenten (commodity product
waarbij je focust op specificaties die jouw product wel heeft en die van anderen niet
in de hoop dat je een grotere marge krijgt). Product is functioneel maar je wil het inzetten
als specialty, dan kun je dat op een bepaald moment niet volhouden want klant gaat na
bepaalde tijd er niet meer voor betalen. Als bedrijf ga je dan samenwerken en bestellingen
uitwisselen met andere bedrijven.
- Typische industrie: chemicalen, medicijnen
, Competitieve en supply chain strategieën
Competitieve strategie: welke klantensegmenten je gaat bedienen en welke producten en
diensten je aan die klanten gaat aanbieden. Hele bedrijf en logistieke keten moet deze
strategie ondersteunen. Manier waarop producten aangekocht worden (inkoop tot levering)
is supply chain strategie.
Concurrerende strategie:
- Richt zich op een of meerdere klantsegmenten en heeft als doel producten en
diensten aan te bieden die voldoen aan de behoeften van deze klanten.
- Porter: kostenvoordeel (kosten) of differentiatievoordeel (variëteit)
- Om een concurrentiestrategie uit te voeren, moet de toeleveringsketen zijn eigen
strategie ontwikkelen.
Waarde keten (value chain)
Supply chain strategie: bepaalt de aard van materiële
inkoop, transport van materialen, fabricage van
producten (of creatie van service), distributie van
producten en follow-updiensten. Operations, distribution
en service passen bij supply chain strategie.
Strategische fit
- Lijn supply chain-strategie met concurrentiestrategie, dus op elkaar afgestemd
- Zorg voor consistentie tussen:
Klantprioriteiten die de competitieve strategie hoopt te bevredigen, ook kritisch
kijken naar wat de keten aan kan..
Supply chain-mogelijkheden die de supply chain-strategie wil opbouwen
Drie stappen naar strategische fit:
1. De onzekerheid van klanten (vraag) en supply chain (aanbod) begrijpen
2. Kennis van supply chain-mogelijkheden
3. Bereik strategische fit
1. De onzekerheid van klanten en de supply chain
De vraag van verschillende klantsegmenten varieert langs verschillende kenmerken:
- Hoeveelheid per partij, responstijd, productvariatie, serviceniveau, prijs, innovatie
- Impliciete vraagonzekerheid: onzekerheid voor het deel van de vraag dat de
toeleveringsketen wil waarmaken en waaraan de klant behoefte hecht.
Vraagonzekerheid meten d.m.v. kwantitatieve meting: varianties, standaardafwijking
Onzekerheid van de klant hangt af van andere kenmerken van de klant en de vraag.
Bijvoorbeeld klant B wil binnen 2 dagen zijn gekochte producten hebben, terwijl klant A ook
akkoord gaat met een levering van 2 weken.
Supply chain onzekerheid:
- storingen, wisselende opbrengsten, kwaliteitsproblemen, beperkte capaciteit.
Capaciteit is onbetrouwbaarder aan het begin van levenscyclus. Supply chain moet aan
andere eisen voldoen in iedere cycli.
- sterk beïnvloed door de levenscycluspositie van het product