Responsiecollege 1 (19 april 2024): onrechtmatige daad (deelnormen)
Vraag 1
Annefleur laat een uit een blok Braziliaans marmer gehakt zwembad in haar tuin aanleggen. Een half
jaar later is het zwembad gereed en organiseren Annefleur en haar man, Cees, een pool party om dit
te vieren. Ook uitgenodigd is buurman Sjors, manager van beroep. Op een gegeven moment moet
Cees van de sanitaire voorzieningen gebruik maken. Hij zet een sprintje in de richting van deze zekere
gelegenheid en snijdt een stukje af langs het zwembad. Sjors loopt op dat moment rustig naar de
duikplank om in het water te springen. De vloer rondom het zwembad is nat en Cees glijdt uit. Op
datzelfde moment doet Sjors een paar stappen naar achteren om een aanloop te nemen. Beide
mannen komen met elkaar in botsing. Sjors valt achterover op de harde stenen vloer en loopt ernstig
hersenletsel op. Kan Sjors schadevergoeding vorderen van Cees op grond van onrechtmatige daad?
Stappen:
Wat is de grondslag? 6:162 BW.
Welke vereisten? Deze vind je in de wet. De vereisten ex artikel 6:162 zijn: onrechtmatige
daad, schade, toerekening, causaal verband en relativiteitsvereiste (6:163).
Welke vereiste staat hier ter discussie? Als het de onrechtmatigheid is, moet je bij de analyse
van de casus hierop inzoomen.
Welke onrechtmatigheidsgrond? Deze vind je in 6:162 lid 2 BW. Kan bijvoorbeeld strijd met
de maatschappelijke zorgvuldigheid zijn, of binnen- of buiten gevaarzetting.
o Strijd met maatschappelijke zorgvuldigheid?
o Gevaarzetting/buiten gevaarzetting?
Welke deelnorm?
Welke gezichtspunten?
Vraag 1: het gaat hier om onrechtmatigheid, doen of nalaten op hetgeen in het maatschappelijk
verkeer betaamt.
Deelnorm > ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Welke gezichtspunten ga je toepassen? Kelderluik vooral als je een gevaarlijke situatie creëert. Arrest
Zwiepende tak > gevolg gedrag moet zo voorzienbaar zijn dat dader zich naar maatstaven van
zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden.
Conclusie: Sjors kan geen schadevergoeding vorderen van Cees omdat er een grotere mate van
oplettendheid en behoedzaamheid in acht had moeten worden genomen dan hij feitelijk heeft
gedaan. Dat hij dat heeft gedaan maakt zijn gedrag nog niet onrechtmatig jegens appellant.
Dit gaat om de privésfeer, dat zou wellicht anders zijn in geval het gaat om een openbaar zwembad.
Wat als Cees eerder op de avond al een bezoeker had zien uitglijden langs het zwembad? Dan had hij
zich waarschijnlijk redelijkerwijs wel het gedrag moeten onthouden of zelfs weghouden van het
zwembad als het echt gevaarlijk is.
Vraag 2
Bij Boomsma B.V., een houtbewerkingsbedrijf op het Friese platteland, worden producten gebruikt
om het hout te reinigen en te onderhouden. Barteld Boomsma, eigenaar van het bedrijf, zet die
producten na gebruik buiten achter het bedrijf, tegen een afrastering gemaakt van schapengaas. Aan
de andere kant van het raster ligt een weide waar de schapen van Ayold Schoustra grazen. Een van de
schapen van boer Schoustra lukt het om door de mazen van het schapengaas aan de producten te
likken. Het beestje overleeft dit niet. Schoustra, die al een tijd in onmin is geraakt met Boomsma,
spreekt hem in rechte aan. Is Boomsma gehouden tot vergoeding van de door Schoustra geleden
schade? Ga er bij de beantwoording van deze vraag vanuit dat de producten waar het schaap aan
,likte chemisch zijn maar dat Boomsma niet wist dat likken aan de reinigingsproducten
levensgevaarlijk kon zijn voor de schapen.
Het gaat om gevaarzetting. Er worden chemische producten gebruikt waar schapen bij kunnen.
Hierdoor creëer je een gevaarlijke situatie. Kelderluik-citeria ++ om te bepalen of sprake is van
gevaarzetting. Alle omstandigheden van het geval in acht nemen. Casus vertoont gelijkenis met
Natronloog-arrest. Kans dat anderen niet goed opletten en dat anderen daardoor schade lijden is
groot (1 en 2). Aard (dood dieren) en ernst schade is groot (3). Voorzorgsmaatregelen zijn niet
bezwaarlijk (4). Hij had het niet heer neer hoeven zetten of zodanig moeten verpakken, dat anderen
er niet bij kunnen. Dat chemische producten zoals deze schadelijk zijn, is algemeen bekend.
Enkele kans dat er schade is ontstaan, is nog niet voldoende.
Conclusie: handelt maatschappelijk onzorgvuldig door chemische producten buiten te zetten. Schade
mogelijkheid is aanwezig. B kan zich niet beroepen op onwetendheid. Daarom toerekenbaar
onrechtmatig gehandeld.
Vraag 3
Fabio, een ervaren wielrenner, komt tijdens een recreatieve tocht tweemaal ten val. Fabio wordt
tijdens een spontaan tussensprintje door een van zijn twee maten, Diederik, ingehaald. Diederik raakt
Fabio daarbij aan met een elleboog. Fabio valt hard op zijn zij en bezeert zijn schouder. Zijn shirt is
gescheurd, hij heeft veel schaafwonden maar kan zijn arm nog bewegen en zijn wielrenfiets is heel.
Een ambulance bellen acht hij niet nodig. Hij stapt weer op de fiets om rustig naar de parkeerplaats
terug te keren. Het drietal is op 2 km afstand van de parkeerplaats. Na een kilometer klopt de derde
fietsmaat, Stijn, Fabio bemoedigend op zijn rug. Fabio schrikt, geraakt van het pad af en komt
opnieuw lelijk ten val, met een ingewikkelde breuk in zijn hand en kapotte fiets tot gevolg. De eerste
valpartij betrof een onhandig uitgevoerde inhaalmanoeuvre terwijl de heren op een hoog tempo
fietsten. Tijdens de tweede valpartij lag het tempo veel lager en was van ‘racen’ geen sprake meer.
Fabio stelt zijn twee fietsmaten aansprakelijk voor de door hem geleden schade.
Welke deelnorm?
A > nog wel een sportsituatie. Er werd een sprint getrokken.
B > geen sport en spel situatie meer. Doordat hij rustiger is gaan rijden is hij uit de situatie gestapt,
waardoor een meer normale situatie is ontstaan. Door het ongeluk is iedereen van de fiets gestapt,
besloten rustig terug te gaan. Dus het gaat om een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
a. Is Diederik aansprakelijk voor de door Fabio bij het eerste ongeval geleden schade aan schouder en
shirt? Sport- en spelsituatie geldt een hogere drempel voor aansprakelijkheid. Je hebt ander gedrag
van elkaar te verwachten, ook onhandig en minder zorgvuldig gedrag. Dat geldt ook als je aan het
racen bent.
Ze waren aan het racen, ongelukkige inhaalmanoeuvre, iemand valt en ontstaat schade. Ook
wielrenners moeten handelingen en gedragingen verwachten die onhandig, gevaarlijk zijn. Gelet op
sportieve karakter tocht moesten ze rekening houden met andere gedragingen van deelnemers.
Elkaar in het wiel rijden onderweg naar school zou wel onzorgvuldig en onrechtmatig kunnen zijn.
b. Is Stijn aansprakelijk voor de door Fabio bij het tweede ongeval geleden schade aan hand en fiets?
Geen sport en spel meer. Kelderluik-criteria toepassen. Je kan tot redenering komen. Hoe groot is de
kans dat Fabio niet oplet? Die kans kan je groot achten. Hij is net gevallen, wat wiebelig. Hoe groot is
kans dat er ongeval ontstaat? In het algemeen niet heel groot. Aard en ernst letsel zijn niet heel
groot. Mate bezwaarlijkheid voorzorgs-/veiligheidsmaatregelen. Had Stijn zich van gedrag moeten
onthouden? Aard gedraging, hoedanigheid, overige omstandigheden.
Moet dit wel onrechtmatig zijn? Dit lijkt een normale gedraging, dit moet gewoon kunnen. Ook als
het lijdt tot ernstige schade. Feit dat er ernstige schade is, maakt niet meteen dat er onrechtmatig is
gehandeld.
Conclusie: ongelukkige samenloop van omstandigheden. Kan aan de hand Kelderlui, maar ook aan de
hand van OSVO.
, Vraag 4
Als de temperatuur zo’n 40 graden Celsius heeft bereikt op 25 juli 2019 gaat Daan Gerards, 14 jaar
oud, met een paar vrienden naar zwembad Spetternat om verkoeling te zoeken. Daan en zijn
vrienden gaan veelvuldig van de nieuwe waterglijbaan af. Een bord onderaan de glijbaan geeft de
verboden, als gevaarlijk aangemerkte houdingen aan met pictogrammen meteen kruis erdoor: het is
niet toegestaan om op de knieën, met het hoofd eerst of met zijn tweeën van de glijbaan af te gaan.
De vrienden zoeven er tientallen keren vanaf en op een moment besluiten Daan en Richard om “voor
de kick” samen naar beneden te gaan (een verboden houding volgens het bord). De badmeester
ontgaat dit volledig: hij is enigszins overrompeld door de grote drukte die dag. Het samen roetsjen
loopt niet goed af en Daan raakt de rand van de glijbaan met zijn hoofd. Hij klapt zo hard tegen die
rand dat hij een ruggenwervel breekt. Artsen in het ziekenhuis stellen een volledige dwarslaesie vast.
Daan spreekt het zwembad aan. Geef aan of Spetternat aansprakelijk is jegens Daan. Omvang kans
dat bezoekers niet opletten is groot. Omvang kans dat daardoor ongeval ontstaat is ook groot. Aard
en ernst gevolgen zijn ernstig, fysiek letsel. Wordt als ernstiger beschouwd dan zaakschade. Mate
bezwaarlijkheid voorzorgs-/veiligheidsmaatregelen + 1 badmeester voldoende? Er was een bord, niet
meer. Gedraging, hoedanigheid, overige omstandigheden: kinderen, speelse sfeer, drukte.
Conclusie: aansprakelijk.
Vraag 5
Sinds de definitieve degradatie van FC Groningen op 7 mei 2023 heeft Anno Smit slapeloze nachten.
Hij vreest dat zijn club nooit meer op het hoogste niveau zal spelen. Op 19 mei 2023 krijgt hij van zijn
huisarts slaaptabletten die hij dezelfde avond inneemt. Als het gezin in de ochtend aan de ontbijttafel
zit, ligt Anno nog steeds in bed. Zijn echtgenote, Hilda, gaat ervan uit dat hij slaapt en belt met de
waarnemend huisarts, een gepensioneerd, zeer ervaren arts die af en toe nog invalt. Deze zegt tegen
Hilda dat Anno waarschijnlijk binnen twee uur wakker wordt en als dat niet mocht gebeuren, zij maar
weer moet bellen. Hilda is gerustgesteld en gaat naar haar werk. Wanneer zij rond het middaguur
thuiskomt om te lunchen, blijkt haar man te zijn overleden. Er wordt geen post-mortem onderzoek
verricht zodat de doodsoorzaak en het precieze moment van overlijden niet vast komt te staan. Hilda
stelt de waarnemend huisarts aansprakelijk voor de geleden overlijdens- en affectieschade omdat hij
door zijn grote ervaring beter had moeten weten en meteen langs had moeten komen toen zij belde.
Aan de hand van welke maatstaf zal de rechter de aansprakelijkheid van de arts vaststellen? Betrek
de stelling van Hilda in uw antwoord. Wat is de maatstaf voor beroepsaansprakelijkheid? Dat is
redelijk handelend en redelijk bekwaam beroepsgenoot. Objectieve maatstaf. Specifiek de vraag hoe
ervaren de arts was is subjectief. Het telt daarom niet mee dat de arts ervaren is.
Het gaat specifiek om de vraag of iemand 7:453 BW neergelegde verplichting om zorg van goed
hulpverlener in acht te nemen is nagekomen.
Vraag 6
Guus Tromp is getrouwd met de veel jongere Melanie en wendt zich tot Arancia, een notaris, om een
langstlevende testament af te sluiten. Tromp heeft een slechte relatie met zijn kinderen uit een
eerder huwelijk en wil hen onterven. Nadat een aantal jaren later Tromp overlijdt, blijkt dat er van
zijn bedoeling in het door de notaris opgestelde testament weinig terecht is gekomen. Door het
ontbreken van een clausule ex art. 4:82 BW is de legitieme portie van de kinderen dadelijk opeisbaar.
Zij maken ook daadwerkelijk gebruik van dat recht. Melanie stapt naar de tuchtrechter, die de notaris
een maatregel van waarschuwing oplegt. Vaststaat dat de notaris in strijd heeft gehandeld met art.
43, eerste lid, derde volzin van deWet op het Notarisambt. De notaris had Tromp erop moeten wijzen
dat het tekenen van dit testament zou meebrengen dat bij zijn overlijden zijn kinderen direct de
legitieme zouden kunnen opeisen alsook dat, indien hij dit niet wenste, hij dan een clausule als
bedoeld in art. 4:82 BW zou moeten opnemen in zijn testament. Melanie spreekt Arancia aan in
rechte en stelt dat nu de tuchtrechter een maatregel heeft opgelegd, de onrechtmatigheid vaststaat.
Heeft zij gelijk?