Samenvatting van Biologie examen 5de middelbaar met de onderwerpen: het immuunsysteem, bloedgroepen, genetisch materiaal in de cel, celdeling. Er is gebruik gemaakt van foto's.
BIOLOGIE:
Het immuunsysteem:
Functie:
Het immuunsysteem verhinderd dat schadelijke stoffen, virussen en micro-
organismen die pathogeen zijn (=ziekmakend) het lichaam aantasten, wanneer
lichaamseigen cellen afwijken en bijgevolg hun functie niet meer correct uitvoeren,
dan zal het immuunsysteem die cellen proberen te vernietigen.
Het immuunsysteem zorgt voor homeostase in ons lichaam door lichaamseigen
cellen te beschermen en dus de omstandigheden in het lichaam constant te houden.
Het immuunsysteem moet pathogenen en afwijkende cellen herkennen. Het zal
reageren tegen antigenen = organische moleculen waaruit virussen en micro-
organismen zijn opgebouwd. Dit zijn meestal eiwitten, polysachariden of
glycoproteïnen en bevinden zicht aan de buitenzijde van het celmembraan.
Het is belangrijk dat het immuunsysteem een onderscheid kan maken tussen de
antigenen op lichaamseigen cellen en vreemde antigenen. Het celmembraan speelt
hierbij een belangrijke rol.
Bij afwijkende lichaamseigen cellen(bv: kankercellen) zijn de allergenen gewijzigd en
zal het immuunsysteem reageren.
Het bloed:
- ± 5 liter bloed in een lichaam
- bloed wordt in bloedvaten door het hele lichaam getransporteerd en zorgt zo
voor het transport van stoffen.
- bestaat uit ± 55% plasma + ±45% bloedlichaampjes. Deze kunnen
gescheiden worden door centrifugatie (= door snel te draaien met de
proefbuis met bloed worden de zwaarste deeltjes naar buiten gedrukt en
komen ze onderaan in de proefbuis.)
,Plasma:
- vloeibare gedeelte van het bloed.
- lichtste deel van het bloed ⇾ zal dus na
centrifugatie bovenaan in de proefbuis
zitten.
- bestaat uit 92% water, 8% opgeloste stoffen en
ionen (K+, Na+, Co2+).
Die opgeloste stoffen zijn o.a. het eiwit fibrinogeen (speelt een belangrijke rol
in bloedstolling, hormonen en de antilichamen, die een belangrijke rol spelen
voor het immuunsysteem) + enzymen, vitaminen, voedingsstoffen en
afvalstoffen.
De bloedlichaampjes:
⇾ zijn vaste structuur in het
bloed:
- rode bloedcellen
- witte bloedcellen
- bloedplaatjes
Rode bloedcellen = erytrocyten:
- meest voorkomende bloedlichaampjes in de bloedbaan.
- ronde, schijfvormige vorm aan de rand dikker dan in het midden.
- ontstaan uit stamcellen van het rode beenmerg.
- Geen echte cellen ⇾ tijdens de vorming verliezen ze de meeste
organellen en hun celkern.
- levensduur beperkt tot 120 dagen.
- zijn eigenlijk niets meer dan een membraan rond het eiwit hemoglobine, dat
de rode kleur veroorzaakt en O² kan binden.
- Belangrijkste functie: transport van O² naar de celkern (door de massa
hemoglobine moleculen) en een deel van het Co² uit het bloed transporteren
naar de longen.
Witte bloedcellen = leukocyten
- groter dan rode bloedcellen
- bevatten een celkern + organellen
- Ontstaan uit rood beenmerg
- Belangrijke rol in het immuunsysteem: verdedigen tegen ziekteverwekkers en
ruimen afvalstoffen en afwijkende cellen op.
- Blijven slechts een paar uur in de bloedbaan.
- gebruiken de bloedbaan om zich te verplaatsen naar de plaats waar ze nodig
zijn.
, Witte bloedcellen worden door chemische stoffen aangetrokken naar de plaats van
infectie door een pathogeen. Om daar de bloedbaan te verlaten, hechten ze zich
eerst vast aan de bloedvatwand. (1)
Daarna herschikken ze hun cytoskelet en gaan door de poriën uit de bloedvatwand
naar buiten. (2)
Dit gebeurt door middel van amoeboïde bewegingen. De uitstulpingen die hierbij
gevormd worden zijn schijnvoetjes of pseudopodiën.(3)
Zodra ze uit de bloedbaan zijn vormen ze op dezelfde manier schijnvoetjes rond het
pathogeen om het op te nemen. (4)
Het proces waarbij het pathogeen wordt opgenomen door witte bloedcellen =
fagocytose.
(gebeurt vooral door granulocyten en monocyten)
3 soorten witte bloedcellen:
1. Granulocyten: korrelig uitzicht door de blaasjes met chemische stoffen die
erin aanwezig zijn.
2. Lymfocyten - Hebben geen zichtbare blaasjes.
- Het zijn agranulocyten
- Je vindt ze voornamelijk in weefsels.
3. Monocyten
De bloedplaatjes = trombocyten
- zijn geen echte cellen, maar kleine celfragmenten.
- Zijn de kleinste bloedlichaampjes
- onregelmatige vorm en geen celkern
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper silkelyssens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,96. Je zit daarna nergens aan vast.