1
Inhoud
College 1 …………………………………………………………………….2
College 2 …………………………………………………………………….3
College 3 …………………………………………………………………….6
College 4 ……………………………………………………………………13
College 5 ……………………………………………………………………18
College 6 ……………………………………………………………………21
College 7 ……………………………………………………………………25
Hfdst 1 ……………………………………………………………………… 28
Hfdst 2 ……………………………………………………………………… 29
Hfdst 3 ……………………………………………………………………… 30
Hfdst 4 ……………………………………………………………………… 34
Hfdst 5 ……………………………………………………………………… 38
Hfdst 6 ……………………………………………………………………… 40
Hfdst 7 ……………………………………………………………………… 44
Hfdst 9 ……………………………………………………………………… 46
Hfdst 10 …………………………………………………………………….. 49
Hfdst 13 …………………………………………………………………….. 51
Hfdst 15 …………………………………………………………………….. 55
Hfdst 16 …………………………………………………………………….. 59
Hfdst 17 …………………………………………………………………….. 63
Hfdst 18 …………………………………………………………………….. 68
Hfdst 19 …………………………………………………………………….. 70
Hfdst 21 …………………………………………………………………….. 74
Hfdst 22 ………………………………………………………………….…. 79
Hfdst 25 …………………………………………………………………….. 82
, 2
Hamvragen …………………………………………………………………. 85
College 1. Inleiding seksuologie (16 april)
Geen tentamenstof: 8, 11, 12, 14, 20, 23, 24, 26 & 27. Hamvragen belangrijk als richtlijn voor
tentamenstof. Tentamen bestaat uit 6 essayvragen met a,b & c. Geef bij het beantwoorden van
de vraag veel informatie en uitleg.
Voorbeeldvraag:
a. Beschrijf in 5-6 zinnen hoe het centrale zenuwstelsel betrokken is bij het ontwikkelen
van seksuele opwinding via seksuele stimulatie
b. Leg uit of bij mannen met een cervicale dwarslaesie er eerder sprake zal zijn van een
vermindering van de fysieke opwinding dan van de ervaren opwinding tijdens seksuele
stimulatie.
c. Beargumenteer of Viagra al dan niet effectief kan worden ingezet bij mannen met een
lumbale dwarslaesie
a. Leg uit wat wordt bedoeld met het sociale uitwisselingsmodel van sekuseel gedrag
b. Beargumenteer of dit model al dan niet kan verklaren waarom de meeste mensen zich
seksueel aangetrokken voelen door een mooie man of vrouw
Wat is seksuologie?
Interdiscipline die wetenschappelijke kennis en kunde van verschillende disciplines integreert
ter bevordering van zowel de kennis rond seksualiteit en de seksuele hulpverlening.
Seksualiteit: is complex gedrag
- Biologische (neurofysiologische, hormonale, genetische)
- Psychologische (intra- en interpersoonlijke processen)
- Sociaal culturele
Accenten/foci: pendelen tussen sociaal, psychologische en biomedische
Frames: goed/slecht, gezond/ziek. Sommmige mensen vinden bepaalde genders
ziek, of slecht. Biologische ben je man of vrouw qua sekse, maar gender is hoe je je
voelt → je voelt je man of vrouw of noch beide (= non binair)
Seks om voort te planten? Ultimale vs Proximale mechanismen:
1. Ultimale mechanismen: Het is belangrijk dat we eten anders gaan we dood, het is
belangrijk dat we seks hebben om ons voort te planten. Overleven
, 3
2. Proximale mechanismen: We eten omdat we trek hebben, we hebben seks omdat we
er zin in hebben. Voor de fun, je wilt klaarkomen. Dit is alleen mogelijk met androgenen
in je lichaam en bloed dus nog niet relevant bij kinderen.
→ De pil is dus een doorbreking van het ultimale machanisme. Dus de reden waarom we
seksuele interactie hebben is omdat we ervan kunnen genieten, zo zijn we gebouwd
Ons seksleven: Iedereen heeft met seks te maken, maar hoe ziet ons seksuele gedrag er
concreet uit? Dit is onduidelijk. Rob Oudkerk: misbruik collega, kinderporno.
- Kinsey report (1940): discrepantie tussen geschreven en besproken seksueel gedrag en
het daadwerkelijke seksuele gedrag. Interviewde mannen en vrouwen over hun
seksueel gedrag, bijna 50% van de mannen hadden seks gehad met een dier.
- Hite rapport: In de jaren 60 aandacht voor idee dat seks en seksueel gedrag geen
biologisch gedetermineerde gegevenheid is en dat bovendien macht een belangrijke rol
speelt in seksuele relaties en dat daarin groot verschil is tussen mannen en vrouwen ->
emancipatie van vrouwelijke seksualiteit met focus op gelijke rechten en preventie van
geweld (bedenk dat in die tijd het huwelijkse plicht was als vrouw toe te staan dat de
echtgenoot het huwelijk kon consumeren –tot 1991). Hite report was een belangrijke
stap naar aandacht voor vrouwelijke seksualiteit en leverde veel informatie op waar tot
dan toe geen aandacht voor was maar met belangrijke implicaties voor interpersoonlijke
seks.
Voorbeeld Nashville verklaring: Wij ontkennen dat het in overeenstemmning met deze heilige
bedoelingen is wanneer mensen zichzelf bewust willen zien en positioneren als personen met
een homoseksuele of transgenderidentiteit.
Seksualiteit en de levensloop: Vrijen is niet helemaal prettig, ik vind het niet fijn, is dit normaal?
want ik ben inmiddels 16 jaar oud en iedereen doet “het” al.
College 2. Seksuele ontwikkeling en seksueel gedrag (23 april)
Sekseverschillen
Genetische variatie ten behoeve van adaptatie. Niet iedereen is bijvoorbeeld kwetsbaar voor
hetzelfde virus, mocht dit wel zo zijn dan kan een soort uitgeroeid worden (eencelligen zijn dus
erg kwetsbaar). Incest is dus ongunstig voor het voortbestaan van een soort (= minder
genetische variatie)
, 4
→ geslachtelijke voortplanting
→ Zonder seksuele differentiatie geen seksuologie
- Modificatie (aanpassingen) van seksueel gedrag
Sekseverschillen: Biologische basis
23 paren chromosomen → genen < DNA. Gaan over eiwitsynthese (= aanmaken
lichamelijke cellen) en heeft te maken met hoe we eruit zien.
- Geen onderscheid tussen mannen en vrouwen (niet dysmorf)
- Op het 23ste chromosoom ligt XX of XY. Embry heeft XX (= vrouw) of XY (= man)
1. Invloed genetische code:
- Week 7: Gonaden, ei/zaadleiders, externe genitalia
2. Invloed via gonaden: Testus (XY) versus ovalia (XX)
- Testus produceren androgenen/testosteron. Heeft invloed op de ontwikkeling van
externe genitalia. Buizen van Wolff worden zaadleiders en teelballen. AMH
voorkomt de ontwikkeling van de eileiders. Na 8/9 weken ontwikkeling van de
penis
- XX: gonaden ontwikkelen zich tot ovaria, leidt tot produceren van
progesteron/oestrogeen. Buizen van Wolff degenereren, buizen van
Muller → ontwikkelen van eileiders en baarmoeder.
Seksuele differentiatie: afwijkingen
- XY (= man): wel testis, maar insensitief voor target organen, bv je mist bepaalde
enzymen of testosteron kan z’n effect niet uitoefenen. AMH voorkomt ontwikkeling van
de baarmoeder, maar de externe genitalia gaan in vrouwelijke richting. In de puberteit
kan meer testosteron leiden tot het vormen van externe genitalia.
- XX (= vrouw), maar teveel aan testosteron, kan zorgen voor ontwikkeling van de penis.
Bijnier produceert teveel testosteron. In de baarmoeder was er sprake van meer
testosteron, omdat de bijnier van de moeder meer produceerde.`
- Discrepantie tussen toegewezen geslacht en werkelijk geslacht kan leiden tot meer
verwarring in het leven van de desbetreffende persoon. Tegenwoordig wordt er gekeken
niet alleen maar gekeken naar de genetische code.
Sekse en genderidentiteit: biologische sekse en hoe je dit ervaart, gaat vaak gelijk op