Aansprakelijkheidsrecht samenvatting
Week 1
Een ieder draagt in beginsel zijn eigen schade.
6:162 lid 2 geeft drie algemene, zelfstandige gronden waarop een bepaalde schadeveroorzakende
gedraging als onrechtmatig kan worden aangemerkt
Inbreuk op een recht
Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
Doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk
verkeer betaamt (sinds Lindenbaum/Cohen)
In alle gevallen is het onverschillig of sprake is van een doen of een nalaten.
6:162 lid 2 wordt afgesloten met een voorbehoud, namelijk de mogelijke aanwezigheid van een
rechtvaardigingsgrond.
40-43 Sr
o Overmacht (als noodtoestand)
o Noodweer
o Uitvoering van een wettelijk voorschrift
o Bevoegd gegeven ambtelijk bevel
Ook toestemming van de gelaedeerde zal soms een omstandigheid zijn die onrechtmatigheid
kan wegnemen. (bijvoorbeeld sloop)
Zaakwaarneming
Ondanks overtreding van een wettelijke norm wordt geen aansprakelijkheid aangenomen als de
overtreden norm de belangen die in het concrete geval zijn geschonden niet beschermt. Het
relativiteitsvereiste uit 6:163.
2.2 Strijd met een wettelijke plicht
Als met een schadeveroorzakende een wettelijke plicht (formeel en materieel) is geschonden staat
de onrechtmatigheid in de zin van 6:162 lid 2 in beginsel vast.
Rol hiervan beperkt
Als er een duidelijke overtreding is komt het niet tot een procedure
Voor een misdrijf vaak opzet, dan wel ernstige schuld nodig. Minder ernstige schuldvariant is
al voldoende om inbreuk te maken op een subjectief recht
Algemeen geformuleerde wettelijke normen
Het ‘strookt met het karakter van geschreven rechtsregels dat daarbij – anders dan het geval is bij
handelen in strijd met ongeschreven zorgvuldigheidsnormen, die uitsluitend strekken ter
bescherming van belangen waarop de dader bedacht moest zijn – niet afzonderlijk behoeft te
worden vastgesteld dat de dader bedacht was of behoorde te zijn op de belangen van de benadeelde
die de geschonden norm beoogt te beschermen.
Niet altijd is de overtreding van een wettelijk voorschrift van doorslaggevende betekenis voor de
beantwoording van de vraag of bepaald gedrag onrechtmatig is.
De wettelijke bepaling heeft een andere doelstelling dan de bescherming van het
geschonden belang
De wet is verouderd
Formele overtreding van een wettelijk voorschrift, terwijl vrijwel niemand zich daaraan houdt, geeft
onvoldoende rechtvaardiging om daarop een schadevergoedingsplicht te baseren
,Soms is een wettelijke norm niet rechtstreeks op een bepaalde situatie van toepassing, maar gaat
van het bestaan en de overtreding van zo’n norm wel een zekere reflexwerking uit op de invulling
van een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm (HR Lars Ruröde).
Hoofdregel: schending van een wettelijke plicht is voldoende om de onrechtmatigheid van een
gedraging op te baseren, vooral als deze is toegesneden op het specifieke geval dat aan de orde is.
Dat geldt vooral als de wettelijke bepaling gebaseerd is op een (vrij concrete) afweging van belagen.
(bijvoorbeeld bouwvoorschriften).
In andere gevallen draagt de overtreding van de wettelijke norm in belangrijke mate bij aan de
vorming van het onrechtmatigheidsoordeel op grond van het handelen in strijd met ongeschreven
recht.
2.3 De rechtsinbreuk
Inbreuk op een subjectief recht
Absolute vermogensrechten (bijv. eigendomsrecht en daarvan afgeleide beperkte zakelijke
rechten, maar ook de rechten op de voortbrengselen van de menselijke geest, zoals het
octrooi- auteurs- en merkenrecht)
Persoonlijkheidsrechten (lichamelijke integriteit, huisrecht etc.)
Naarmate het subjectieve recht meer precies en concreet is geformuleerd (zoals het octrooirecht) zal
de schending daarvan eerder voldoende zijn om het onrechtmatigheidsoordeel te baseren.
Vermeulen/Lekkerkerker: De HR overweegt dat de vraag of hinder die iemand door de gedraging van
een ander in het genot van de eigendom van een onroerende zaak kan ondervinden, als inbreuk op
zijn eigendomsrecht kan worden beschouwd, afhangt van de ernst van die hinder en de
omstandigheden waaronder deze plaatsvindt.
Volgens moderne rechtspraak is het enkele feit dat inbreuk is gemaakt op een subjectief recht van de
benadeelde niet altijd voldoende bewijs van een onrechtmatige normovertreding. Het feit dat
inbreuk is gemaakt op een subjectief recht schept het vermoeden dat het voorafgaande gedrag
onbehoorlijk was. Door de inbreuk moet een gedragsnorm zijn overtreden.
Indien een exclusief recht (octrooi-, auteursrecht) wordt geschonden, staat met die inbreuk de
onrechtmatigheid van de gedraging vast (behoudens rechtvaardigingsgronden). Schending van het
eigendomsrecht kan in bepaalde gevallen (niet gerechtvaardigd beslag, omgevallen boom) ook
voldoende zijn om de onrechtmatigheid aan te nemen. Hetzelfde geldt indien uit de bijkomende
omstandigheden, zoals opzet of het rechtstreek karakter van de inbreuk, de onrechtmatigheid van de
schending zich als het ware aandringt. In situaties waar dit echter niet het geval is, zal vaak een
nadere toetsing aan ongeschreven zorgvuldigheidsnormen noodzakelijk zijn. Dat een door een
subjectief recht beschermd belang is aangetast speelt dan een belangrijke rol bij de vaststelling of in
een concreet geval onzorgvuldig is gehandeld.
2.4 strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt
Gevaarzetting
Kelderluik criteria:
De mate van waarschijnlijkheid waarmee de niet inachtneming van de vereiste oplettendheid
en voorzichtigheid (van het potentiële slachtoffer) kan worden verwacht.
De aard en omvang van de gevreesde schade (letsel- en zaakschade, zuivere
vermogensschade en immateriële schade)
De waarschijnlijkheid dat deze schade zich als gevolg van bepaald gedrag zal voordoen
De aard van de gedraging
, De bezwaarlijkheid (voor de potentiële dader) in termen van kosten, tijd en moeite voor het
nemen van voorzorgsmaatregelen
Voorop staat dat bij verhoogd gevaar gestreefd moet worden naar afdoende preventieve – fysieke –
maatregelen ter voorkoming van het gevaar. Indien dat niet mogelijk of te bezwaarlijk is, dient op
voldoende effectieve wijze voor het gevaar te worden gewaarschuwd. Daarbij is van
doorslaggevende betekenis of te verwachten valt dat de waarschuwing zal leiden tot een handelen of
nalaten waardoor het gevaar wordt vermeden.
Sport en spel
Het bijzondere aan sportsituaties is dat de deelnemers weten dat er bepaalde risico’s aan die
sportbeoefening vastzitten. Bij sportactiviteiten is veelal sprake van een mate van over en weer
geaccepteerde gevaarzetting. Ook jegens een speler die toekijkt geldt de verhoogde drempel voor
aansprakelijkheid.
Vuistregels HR:
Een gedraging in het kader van sportbeoefening is minder snel als onrechtmatig te
kwalificeren dan daarbuiten het geval zou zijn
Het enkele overtreden van de spelregels, waaronder regels ter bescherming van de veiligheid
van de spelers, is niet reeds om die reden onrechtmatig
Aan een organisator worden juist strengere eisen gesteld.
Specifieke zorgplicht voor terreinbeheerders en opstallen
Op degenen die de zorg en verantwoordelijkheid hebben voor een opstal of een terrein (of openbare
weg of leidingen), m.a.w. op hen die belast zijn met toezicht, rust een specifieke zorgplicht ten
opzichte van mogelijke gebruikers.
Uit HR Jetblast blijkt dat de zorg van de terreinbeheerder zich kan uitstrekken tot gevolgen die zich
buiten het terrein voordoen.
Rekening gehouden moet worden met onvoorzichtigheid en ondeskundigheid van gebruikers.
Als de terreinbeheerder zelf de gevaarlijke situatie in het leven heeft geroepen of hiermee bekend
was geldt een verhoogde zorgplicht.
Als hij niet op de hoogte is heeft hij door zijn zorgplicht binnen grenzen van redelijkheid daartoe een
onderzoeksplicht.
Zorginstellingen en onderwijsinstellingen
HR St. Willibrord: zo veel als redelijkerwijs mogelijk erop toe te zien dat zij derden of zichzelf geen
schade toebrengen. Het is niet nodig dat bekend was of er rekening mee moest worden gehouden
dat er specifiek gevaar voor brandstichting bestond. Voldoende is dat er gevaar voor weglopen
bestond waardoor er verhoogd gevaar voor derden ontstond. Het is dan onverschillig of men weet
wat de aard van die schade dan zal zijn.
Huis-, tuin- en keukensituaties
Rechters zijn in dit soort gevallen terughoudender, zoals in het Jansen/Jansen (verhuizende zusjes)
arrest. Wordt vaak aangeduid met OSVO.
Zuiver nalaten
Niet snel wordt aangenomen dat een zuiver nalaten als onrechtmatig wordt aangemerkt. Meestal
moet er iets bijkomen, zoals een bepaalde relatie tot een zaak of persoon (zoals bij de
terreinbeheerder).
Er is slechts een rechtsplicht om een gevaarlijke situatie op te heffen of daar voor te waarschuwen,
wanneer de ernst van het gevaar tot het bewustzijn van de waarnemer is doorgedrongen.
, De volgende voorwaarden voor aansprakelijkheid wegens zuiver nalaten zijn:
Concrete kennis van de gevaarlijke situatie
Dreiging van ernstig geestelijk of lichamelijk letsel
De mogelijkheid én de noodzaak om daadwerkelijk iets te doen (waarschuwen/helpen)
Reële verhouding russen moeite en kosten en gevaar
Zorgvuldigheidsnormen buiten gevaarzettingssituaties
Hinder
Wanneer wordt hinder onrechtmatig? HR Aalscholvers: dit hangt af van
‘De aard van de hinder
De ernst van de hinder
De duur van de hinder
De daardoor toegebrachte schade
In verband met de verdere omstandigheden van het geval, waarbij onder meer moet worden
rekening gehouden met
Het gewicht van de belangen die door de hinder toebrengende activiteit worden gediend
De mogelijkheid, mede gelet op de daaraan verbonden kosten, en de bereidheid om
maatregelen ter voorkoming van schade te nemen.’
Uit de jurisprudentie over hinder zijn gezichtspunten te distilleren die van belang zijn. Welke factor
zwaarder weegt hangt af van de specifieke omstandigheden van de situatie.
Plaatselijke omstandigheden.
o Het verbranden van afval is normaal op het platteland, niet in de stad
Wie zat er eerst?
o Wie een woning betrekt naast een café moet rekening houden met geluidsoverlast.
Het algemeen belang
Het aantrekken van de belangen van de schadelijder
o In de Aalscholvers zaak werd van de staat verwacht netten te spannen boven de
vijvers of een financiële tegemoetkoming
De betekenis van een vergunning
o Het hebben van een vergunning beslist niet per se dat rechtmatig gehandeld is, of
het niet hebben van een vergunning dat onrechtmatig gehandeld is.
Staking
Staking is in beginsel rechtmatig, ook als de werkgever daardoor schade lijdt. Maar er zijn
beperkingen, namelijk als de te verwachten schade de grenzen van het normale bedrijfsrisico te
buiten gaat.
Het uitlokken tot wanprestatie kan ook buiten de context van staking onrechtmatig zijn. Bijvoorbeeld
het kopen van een roerende zaak in de wetenschap dat deze al aan een ander was verkocht.
2.5 Relativiteit
In 6:163 worden drie aspecten van het relativiteitsbeginsel tot uitdrukking gebracht.
Het personele bereik: het gedrag moet jegens de benadeelde onrechtmatig zijn. In dat
verband dient 6:163 vooral te worden gezien als een explicitering van wat in 6:162 lid 1
wordt bedoeld met het woord ‘jegens’. (zoals in Astrazenica/Menzis)
De soort van schade: de schade zoals de benadeelde die heeft geleden moet onder het
beschermingsbereik van de norm vallen.
De wijze van ontstaan: de wijze waarop de schade is ontstaan dient te vervallen onder de
strekking van de norm.