Onderzoeksmethodologie II - Deel B
Een variabele is een symbool van een gebeurtenis, handeling, karakteristiek kenmerk of
eigenschap die kan worden gemeten en waaraan we waarden toekennen.
- Afhankelijke variabele: de variabele die we willen verklaren; een effect; afhankelijk van
andere variabelen.
- Onafhankelijke variabele: verklaart de afhankelijke variabele (gedeeltelijk); een oorzaak.
Categorische variabelen:
- Binair: heeft slechts twee mogelijke uitkomsten/waarden (bijv. dood-levend).
- Nominaal: waarde die een variabele kan aannemen alleen de betekenis van een naam,
heeft geen sprake van volgorde (bijv. rugnummers van voetballers).
- Ordinaal: geeft alleen een volgorde aan, maar de verschillen ertussen zijn niet gelijk (bijv.
opleiding).
Continue variabelen:
- Interval: verschillen hebben wel een betekenis (bijv. temperatuur).
- Ratio: je hebt altijd een nulpunt (bijv. gewicht/lengte).
à Een variabele gemeten met schaalvragen is eigenlijk een categorische variabele, maar
wordt als een continue variabele geanalyseerd.
Soorten onderzoeksmethoden:
- Corpusanalyse; contentanalyse: tellen wat je kan zien. Gebruik tellen en categorieën
voor basisanalyses en inzichten van spraak, tekst en scherm.
à Beschrijvende vraag
- Experiment: een experiment is een gecontroleerde studie waarin de onderzoeker
onafhankelijke variabelen manipuleert waarvan hij/zij veronderstelt dat deze een effect
hebben op de afhankelijke variabele.
à Verklarende vraag > causale relatie
§ Twee of meer factoren à elk met twee condities/levels = factorieel ontwerp
- Survey: in een survey vindt gegevensverzameling plaats bij veel personen over een groot
aantal kenmerken.
Triangulatie: combinatie van soorten onderzoeken.
Stimulusmateriaal:
- Bij experiment: materiaal beschrijven en de manier waarop de onafhankelijke variabele(n)
zijn geoperationaliseerd en manipulaties laten zien.
§ Operationalisatie: proces van het ontwikkelen van metingen.
§ Hoe ga je meten wat je wil meten?
§ Wat zijn de antwoordmogelijkheden?
- Bij corpusanalyse: beschrijving geven van het soort corpus, tijd waarin het corpus is
verschenen, selectie van het corpus en de eenheden die geanalyseerd worden. Ook moet
hier uitgelegd worden op de steekproeftrekking random is.
Operationalisatie onafhankelijke variabelen:
- Onafhankelijke variabele: oorzaak, predictor à het ding dat je manipuleert.
- Manipulatie van een of meer factoren/variabelen
- Deze kunnen twee of meer niveaus hebben.
1
, Operationalisatie afhankelijke variabelen:
- Afhankelijke variabele: effect, outcome
- Vaak zijn afhankelijke variabelen complexe, abstracte concepten
- Concreet maken om te meten à operationaliseren
Populatie: een populatie is een homogene verzameling van objecten waarop het onderzoek
zich richt. Het bestaat dus uit alle leden van een groep waarover je conclusies wil trekken.
Sampling; steekproef: het proces van selectie van een deelverzameling van eenheden voor
onderzoek van de grotere populatie.
- Select à niet willekeurig (non-probability)
§ Units in de populatie hebben geen gelijke kans om geselecteerd te worden.
§ Generaliseren naar populatie is niet toegestaan.
- A-select à willekeurig (probability)
§ Iedere unit in populatie heeft een gelijke kans om geselecteerd te worden.
§ Generaliseren naar populatie is toegestaan.
à Iedere unit in de populatie heeft een gelijke kans om geselecteerd te worden, geen
invloed van onderzoeker, dit zorgt voor een beperkte bias.
à Vergroot representativiteit, komt overeen met populatie (voldoende grote steekproef
nodig).
à Steekproefkader nodig (lijst van units in de populatie)
Selecte steekproeven:
- Convenience: gemak: wat je beschikbaar hebt.
- Purposive/judgemental: doelgericht: onderzoeker beslist.
- Quota: kenmerken van populatie worden weerspiegeld in steekproef.
- Netwerk/sneeuwbal: begin bij één persoon, vervolgens volgen anderen via hun netwerk.
- Vrijwillig: vrijwillige deelnemers.
Twee hoofdsoorten aselecte steekproeftrekkingtechnieken:
1. Enkelvoudige aselecte steekproeftrekking à bijvoorbeeld: loterij/willekeurige getallen
van een lijst.
2. Systematische (aselecte) steekproeftrekking à aselect begin, daarna elke n-de unit.
à Handig als: geen steekproefkader.
à Onhandig als: periodiciteit die de representativiteit in gevaar brengt.
Variaties van enkelvoudige aselecte en systematische steekproeftrekking:
- Gestratificeerde steekproeftrekking: segmenteren in nuttige categorieën, daarbinnen
willekeurig. à Juiste weergave voor categorieën.
- Cluster steekproeftrekking: kies een willekeurig cluster.
- Meertrapsclustersteekproeftrekking: trek eerst een steekproef uit grotere units, dan uit
kleinere (sub)units, en uit nog kleinere units, enz.
Twee soorten designs:
1. Tussenproefpersoon; betweensubjectdesign: data is verzameld in verschillende
groepen.
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper valeriekw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.