Bijzondere Overeenkomsten Samenvatting
Week 1
Hoofdstuk 1
Een bijzondere overeenkomst is er een met een wettelijke uitwerking in boek 7. Een ‘benoemde
overeenkomst’.
Bijzondere voorschriften noodzakelijk vanwege
- Particulier belang
o Alledaagse overeenkomsten worden in de praktijk alleen in hoofdlijnen uitgewerkt.
Boek 7 vult deze afspraken aan met in beginsel aanvullend recht.
- Algemeen belang
o Het algemeen belang eist in bepaalde opzichten dat de onderhandelings- en
contractsvrijheid van partijen wordt begrensd
Behalve de goede zeden en openbare orde grens (3:40 lid 1) kent het algemene
contractenrecht twee voor de praktijk belangrijke grenzen
Algemene in 6:248 lid 2 opgenomen redelijkheid en billijkheid
Dwingend recht ten aanzien van alle overeenkomsten, ongeacht
aard van de overeenkomst of hoedanigheid van partijen
Bijzondere grens: 6:233 BW
De toepasselijkheid van een bepaalde titel op een overeenkomst wordt niet bewerkstelligd door de
benaming die de partijen zelf daaraan geven, maar de inhoud.
Methoden van bescherming in Boek 7
- Dwingend recht
o kan niet weggecontracteerd worden. Daarmee strijdig contracteren leidt in beginsel
tot nietigheid van de rechtshandeling (3:40 lid 2)
- Vormvoorschriften
o Tenzij uit de wet anders voortvloeit zijn rechtshandelingen die niet in de
voorgeschreven vorm zijn verricht nietig (3:39)
- Bepalingen die betrekking op de bewijslast of de toelaatbaarheid van bewijsmiddelen
Consumentenbescherming is de rode draad door het gehele boek 7. Bedrijfsmatig handelen wordt in
zeer beperkte mate beschermd.
Hoofdstuk 2: Koopovereenkomst
2.1 algemene opmerkingen
In de eerste titel van Boek 7 (art. 1 t/m 7:50) zijn bijzondere bepalingen voor de koopovereenkomst
opgenomen. Door de gelaagde structuur zijn ook de boeken 3,5 en 6 van belang.
De normale regels gelden over bijvoorbeeld
- aanbod en aanvaarding (art. 3:33, 3:35, 6:217),
- eigendom (boek 5), niet-nakoming (art. 6:74 e.v.,
- de remedies bij een tekortkoming zoals
o opschorting ex 6:52 en 6:262
o schadevergoeding ex. 6:95 e.v.
o ontbinding uit art. 265
- wilsgebreken (art. 3:44 en 6:228)
o misbruik van omstandigheden
o bedreiging
, o bedrog
o dwaling
- Algemene voorwaarden 6:231
Voor internationale handelskoop is het Weens Koopverdrag van belang. Dit verdrag regelt de
totstandkoming van de koopovereenkomst en de daaruit voortvloeiende rechten en plichten.
Eigendomskwesties worden overgelaten aan het nationale recht.
Het verdrag is automatisch van toepassing, tenzij het wordt uitgesloten door de partijen.
Titel 7.1 is als uitgangspunt aanvullend recht. In 7:6 is een groot aantal artikelen voor
consumentenkoop van dwingend recht verklaard.
Definitie koopovereenkomst:
Koop is de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en de ander om daarvoor
een prijs in geld te betalen (7:1)
- definitie ‘zaak’: een voor menselijke beheersing vatbaar stoffelijk object (3:2)
- regels over koop ook van toepassing op de koop van een vermogensrecht (definitie 3:6) voor
zover dit in overeenstemming is met de aard van het recht (7:47)
De koopovereenkomst is dus gericht om tegen betaling de eigendom van een bepaalde zaak over te
dragen. Dat is het geval als aan alle vereisten van 3:84 is voldaan:
- Levering
- Krachtens geldige titel
- Door een beschikkingsbevoegde verkoper
Een ruilovereenkomst wordt niet gekwalificeerd als koopovereenkomst. Echter krachtens 7:50 zijn de
bepalingen omtrent koop van overeenkomstige toepassing.
De regeling over de koop is van toepassing op alle soorten koopovereenkomsten. Aan een aantal
bijzondere soorten koopovereenkomsten zijn vervolgens nog bijzondere regels gewijd.
- De koop van een onroerende zaak, zie 7:2 en 7:3
- De koop op afbetaling (7a:1576) en huurkoop (7A:1576h)
- De koop van vermogensrechten (7:47 en 7:48)
- Overeenkomsten op afstand en overeenkomsten buiten de verkoopruimte (6:230m e.v.)
- Consumentenkoop: De koopovereenkomst van
o roerende zaken
o waarbij de verkoper bedrijfs- of beroepsmatig handelt en
o de koper een natuurlijke persoon is die niet handelt in de uitvoering van een beroep
of bedrijf (7:5)
krachtens 7:6 mag van 7:1 t/m 38 niet ten nadele van de consumentkoper worden
afgeweken en mogen de vorderingen die de consument ter zake van een tekortkoming
toekomen (ontbinden, schadevergoeding, nakoming) niet worden beperkt.
Omdat 7:6 louter is bedoeld om de consument te beschermen is elk hiermee strijdig
contractueel beding vernietigbaar op grond van 3:40 lid 2.
o In beginsel is een bepaling die strijdig is met een dwingende wetsbepaling nietig,
maar de bepaling die bedoeld is om één van de partijen te beschermen is
vernietigbaar.
Dit betekent in beginsel dat de consument zich expliciet op de vernietiging moet beroepen
en de rechter in principe niet ambtshalve de nietigheid mag vaststellen. Het Europees Hof
van Justitie heeft bepaald dat de regels die binnen het bereik van de Europese richtlijn koop
en consumentenkoop vallen door de rechter ambtshalve moet worden toegepast.
Lid 2 van 7:6 maakt een uitzondering voor art. 7:11 (risico-omslag bij bezorging),
7:12(afleveringskosten) , 7:13(kosten bezorging) 7:26 (koopprijsbetaling) en
, 7:35(koopprijsverhoging). Er mag ten aanzien van deze bepalingen een andere regeling
worden getroffen, maar niet bij algemene voorwaarde.
2.2 Koop: totstandkoming
Koopcontract komt door aanbod en aanvaarding tot stand (6:217). Wanneer geen prijs is
afgesproken is de koper een redelijke prijs verschuldigd (7:4). Wanneer wel is onderhandeld over de
prijs maar geen overeenstemming is bereikt is er geen sprake van een overeenkomst.
Aanbod =/= uitnodiging tot het doen van een aanbod/ in onderhandeling te treden.
De aanvaarding van een aanbod heeft in principe pas effect op het moment dat zij de geadresseerde
heeft bereikt – de ontvangsttheorie- (3:37 lid 3).
Indien een aanvaarding de aanbieder niet of niet tijdig bereikt door een omstandigheid op grond
waarvan zij krachtens artikel 37 lid 3, tweede zin, van Boek 3 niettemin haar werking heeft, wordt de
overeenkomst geacht tot stand te zijn gekomen op het tijdstip waarop zonder de storende
omstandigheid de verklaring zou zijn ontvangen. (6:224)
Koop op proef (7:45) = de koop gesloten onder de opschortende voorwaarde dat de zaak voldoet.
Voldoet de zaak niet, heeft de aspirant-koper het recht deze te retourneren en is de
koopovereenkomst niet tot stand gekomen.
- Subjectieve voorwaarde
o Retourneren indien de zaak de koper persoonlijk niet bevalt
- Objectieve voorwaarde
o Retourneren wanneer de zaak naar objectieve maatstaven ongeschikt is voor het
beoogd gebruik (niet goed, geld terug)
Van welk soort voorwaarde sprake is, is afhankelijk van de formulering van het contract.
Haviltex: het gaat niet om een louter taalkundige uitleg van het contract, maar om de zin die partijen
in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen
en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
Anders dan koop op monster. De gekochte zaak moet hiermee overeenstemmen (7:17 lid 4)
Een koper komt bedenktijd toe indien de wet dit expliciet bepaalt, zoals bij
- De koop van een woning (7:2)
- Colportage (6:230t)
- Consumentenkoop aan de deur
- Op afstand gesloten overeenkomsten tot het leveren van zaken en diensten (6:230o)
Koop: vernietiging
Een koopovereenkomst kan nietig of vernietigbaar zijn. In beide gevallen wordt de geldigheid van het
koopcontract met terugwerkende kracht aangetast (3:53)
Ook een enkele contractsbepaling kan worden vernietig, terwijl voor het overige de overeenkomst in
stand blijft (3:41)
Een koop is nietig als deze is gesloten in strijd met een wettelijk vormvoorschrift, zoals het
schriftelijkheidsvereiste bij de koop van een onroerende zaak (3:39 jo. 7:2) of in strijd met een
dwingende wetsbepaling die niet uitsluitend is om één der contractpartijen te beschermen (3:40 lid 2
en 3), zoals de Winkelsluitingstijdenwet.
De koopovereenkomst is bijvoorbeeld vernietigbaar als deze door een handelingsonbekwame, zoals
een minderjarige, is gesloten (zie echter 1:234)
Ook is de koopovereenkomst vernietigbaar als sprake is van een wilsgebrek, zoals dwaling, bedrog,
bedreiging of misbruik van omstandigheden (art. 6:228 en 3:44)
, Een overeenkomst die onder invloed van dwaling tot stand is gekomen en bij een juiste voorstelling
van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar indien
a. De dwaling te wijten is aan een inlichting van de wederpartij
b. De wederpartij de dwalende had behoren in te lichten
c. Wederzijdse dwaling
Verplichtingen verkoper
Ex. 7:9 een tweetal hoofdverplichtingen van de verkoper
Hij moet de verkochte zaak met toebehoren in eigendom overdragen
Hij moet deze zaak aan de koper afleveren
Derde belangrijke vereiste ligt besloten in 7:17: de verkochte zaak moet aan de
overeenkomst beantwoorden: het conformiteitsvereiste
De verplichting tot eigendomsoverdracht
Hiervoor gelden de normale regels uit 3:84:
- Geldige titel (de koopovereenkomst)
- Beschikkingsbevoegde verkoper
- Levering
7:9 lid 1 bepaalt dat niet alleen de zaak zelf, maar ook haar ‘toebehoren’ moet worden
overgedragen. Wat daar onder valt is niet glashelder maar in ieder geval garantiecertificaten,
aankoopbewijzen en gebruiksaanwijzingen.
Bestanddelen in de zin van 3:4 vallen hier niet onder: die gaan van rechtswege mee met omdat ze
geen zelfstandige zaken – meer- zijn.
Uit 7:15 volgt dat de verkochte zaak moet worden overgedragen zonder bijzondere lasten en
beperkingen (‘rechtsgebreken’) met uitzondering van die welke de koper uitdrukkelijk heeft
aanvaard. Tenzij anders wordt de volledige eigendom wordt overgedragen.
7:15 is voor elk soort koop van dwingend recht.
Voor de overdracht van onroerende zaken is het moment van inschrijving in de openbare registers
beslissend. Indien in de tussentijd een recht van een derde wordt ingeschreven in de registers kan
deze zijn rechten tegen hem inroepen. Volgens 7:15 lid 2 schiet de verkoper dan tekort in de
nakoming van de verbintenis, ook al viel hem misschien niets te verwijten. De koper kan op grond
van art. 6:74 jo 6:95 wel schadevergoeding vorderen of de overeenkomst krachtens 6:265 ontbinden.
De verplichting tot afleveren
7:9 lid 2 bepaalt dat onder ‘afleveren’ het stellen van de zaak in het bezit van de koper’ wordt
verstaan. Hij moet in staat zijn de zaak voor zichzelf te houden in de zin van 3:107. De manier waarop
dit bezit precies wordt verkregen, wordt geregeld in 3:112.
Als de verkoper bezitter is zal hij het bezit overdragen door de koper in staat te stellen dezelfde
macht over de zaak uit te oefenen die hijzelf ook uitoefende. De zaak normaliter feitelijk worden
overhandigd. Of door een tweezijdige verklaring (bijv. de levering constitutem possessorium, brevi
manu of longa manu in de zin van 3:115).
Wanneer een zaak wordt verkocht onder eigendomsvoorbehoud blijft de verkoper (voorwaardelijk)
bezitter en eigenaar. Onder aflevering kan dan niet bezitsverschaffing worden verstaan, maar
voldoende is dat de zaak in de feitelijke macht van de koper wordt gesteld (7:9 lid 1).
6:41: Indien geen plaats voor de nakoming is bepaald, moet de aflevering van een verschuldigde zaak
geschieden:
a. in geval van een individueel bepaalde zaak: ter plaatse waar zij zich bij het ontstaan van de
verbintenis bevond;