Kindergeneeskunde hoorcolleges
HC1: Pasgeborene en zuigeling
Overgang naar neonaat
Ze zijn klein en nat, ze koelen dus heel snel af → watermanagement is van cruciaal belang! (Afdrogen
muts op en droge warme doeken) → voorkomen dat een kind onderkoeld raakt.
- Respiratoir:
o Longen zijn gevuld met vocht → moet plaatsmaken voor lucht
o Eerste ademteugen
- Circulatoir
APGAR-score:
Wordt op 3 punten beoordeeld:
- 1e minuut
- Na 5 minuten
- Na 10 minuten
Score na 1e minuut zegt niet zoveel → na 5 minuten wel.
Aflezen na 1 en 5 min (eventueel ook na 10 min)
7-10 min na 5 min → geen asfyxie → goede prognose
4-6 min na 5 min → matige asfyxie → klein risico op neurologische schade
0-3 min na 5 min → ernstige asfyxie → groot risico op neurologische schade
Ontwikkeling en groei van een pasgeborene:
- Pasgeborenen – zuigelingen leegtijd – kinderleeftijd – puberteit
- Tijdens de geboorte verandert er veel:
o De groei gaat in het eerste jaar het snelst (3,5 kg → 10 kg)
o Het hoofd is in verhouding heel groot van een kind
o Eerst komt de grove motoriek (bewegen, vastpakken en voelen)
o Dan de fijne motoriek (leren schrijven)
o Reflexen als
▪ De zuigreflex
• Verdwijnt na 6-8 maanden
▪ De zoekreflex:
• Verdwijnt na ongeveer 6 maanden
▪ En mororeflex (schrikreflex) vanaf de geboorte aanwezig, verdwijnen (deels)
• Verdwijnt na 3 maanden ongeveer
1
,Tussen de 37 en 40 weken is normaal
Voor 37 prematuriteit
Na 42 weken is serotien
Dismatuur: te licht in gewicht voor de zwangerschapsduur.
Schouderdystocie: schouder blijft hangen achter het schaambeen
Risico’s:
- Er komt rek te staan in de hals en arm → zenuw kan beschadigen of zelfs scheuren, waardoor
het kind een verlamde arm kan krijgen.
Geboortetrauma: hoofdletsels:
- Cefaalmenatoom: bloeding in het hoofd ergens
o Kan ontstaan door: vacuüm, lang persen
- Caput succedaneum: ophoping van vocht onder de huid → trekt weg na
een paar dagen
- Moulage: de botten gaan over elkaar heen (schedelhelften)
- Supgaleale bloeding = nood!
o Pijn
o Anemie
o Shock
→ Grote bloeding, over het gehele hoofd
Achterste fontalen dicht rond 2 maanden
Voorste fontanel en schedelnaden dicht na 12-24 maanden
Moulage: vlak na geboorte schedelnaden iets over elkaar
Scheef achterhoofd: kinderen liggen vaak op hun rug → voorkeurshouding
→ kun je afplatting krijgen
Veelvoorkomende problemen in de eerste levensweek:
- Thermoregulatie; op pijl houden van de lichaamstemperatuur
- Hypoglykemie
- Hyperbilirubinemie; overschot van bilirubine → gevolg van geelzucht
- Voedingsproblemen
2
,Hypoglykemie
Normaal in de eerste dagen dat het wat lager is.
Normaalwaarde volwassenen: 4-8 mmol
Normaalwaarde kinderen: boven de 2,6
- Lage glucoseconcentraties in het bloed in de eerste uren postpartum is een veelvoorkomend
fysiologisch verschijnsel bij de gezonde à terme neonaten met een normaal geboortegewicht.
- Gezonde, à terme AGA-pasgeborenen kunnen deze dip adequaat opvangen door
contraregulatie en door beschikbaarheid en aanwenden van alternatieve brandstoffen.
- Pasgeborenen met risicofactoren voor neonatale hypoglycemie beschikken mogelijk over
onvoldoende alternatieve brandstoffen en/of contra regulerende mechanismen, waardoor zij
een hypoglycemie minder goed kunnen opvangen en meer kans hebben op blijvende
(hersen)schade.
Oorzaken:
- Dysmaturiteit
- Prematuriteit (te vroeg)
- Serotiniteit (te laat)
Neonataal hyperinsulinisme:
- Maternale DM
- Syndromaal
Wanneer hypoglykemie:
Tijdstip 1-2 h p.p 2-24 h p.p 24-48 p.p. >48 uur
Streefwaarde >2,0 mmol/L >2,6 mmol//L >2,6 mmol/L >,5 mmol/L
Interventie <1,5 mmol/L <1,9mmol/L <2,6 mmol/L <3,5 mmol/L
Symptomen korte termijn:
Atypisch of asymptomatisch, lage respons, zwak. Huilen, melk weigeren en slechte zuigkracht,
spierspanning is laag, bleek, ondertemperatuur, onregelmatige ademhaling, apneus, cyanose,
trillerigheid, convulsies, coma.
Symptomen lange termijn:
Mentale retardatie, cerebrale parese, tremor, convulsies, coma en andere neurologische gevolgen.
3
, Kinderen die borstvoeding krijgen kunnen langer geel blijven
Hyperbilirubinemie
Oorzaken:
Fysiologisch
- Afbraak HbF
- Onrijpheid lever
- Trage meconiumlozing
- Borstvoeding
- Hematomen (bloedingen)
Pathologisch (altijd pathologisch als het kind binnen 24 uur geel is)
- Versterkte hemolyse (ABO-Rhesus)
- Leverschade (komt weinig voor)
- Metabole stoornis lever
- Galwegobstructie
4