100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Alle Werkgroepen Internationaal Privaatrecht €4,99   In winkelwagen

Antwoorden

Alle Werkgroepen Internationaal Privaatrecht

3 beoordelingen
 342 keer bekeken  16 keer verkocht

Alle Werkgroepopdrachten van het vak Internationaal Privaatrecht. Vragen & Antwoorden.

Voorbeeld 3 van de 27  pagina's

  • 11 juni 2019
  • 27
  • 2018/2019
  • Antwoorden
  • Onbekend
Alle documenten voor dit vak (65)

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: casmensing • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: bellefazel1 • 3 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: mnieveld • 5 jaar geleden

avatar-seller
MastersOfLaws
Casus I (40 punten)

Irene Sanders, een bekende presentatrice van reisprogramma’s, woont in Appingedam
(Nederland) en heeft de Nederlandse nationaliteit. Voor haar programma “Op verre reizen met
Irene” reist Irene de hele wereld rond. Tijdens de opnames van haar programma in Nepal
ontmoet ze in november 2009 Marco van der Cox, een in Perth (Australië) wonende
Nederlander, die tijdelijk in een Nepalees meditatie-klooster verblijft. Tussen Irene en Marco
bloeit de liefde op. Reeds in december 2009 treden zij in Nepal rechtsgeldig in het huwelijk.
Na de huwelijkssluiting keren zij terug naar hun respectieve thuislanden. In september 2012
verhuist Irene naar Perth en gaat zij bij Marco wonen. Aangezien zij voornemens zijn naar
Hamilton (Nieuw Zeeland) te verhuizen, stellen Irene en Marco op 21 november 2012 in Perth
een door hen ondertekende en gedateerde onderhandse akte op waarin zij het recht van
Nieuw Zeeland van toepassing verklaren op hun huwelijksvermogensregime alsmede op de
onderhoudsverplichtingen jegens elkaar. Tevens vermeldt deze akte dat alle tussen Irene en
Marco uit welke hoofde dan ook gerezen en te rijzen geschillen aan de rechter te Hamilton
dienen te worden voorgelegd.
In januari 2013 worden Irene en Marco verblijd met de geboorte van een dochter, Siffa.
Aangezien de verhuizing naar Hamilton niet doorgaat en Irene niet goed in Australië kan
aarden, verhuist Irene in januari 2014 samen met Siffa naar Nederland. In oktober 2015 wendt
zij zich tot de rechter te Hamilton en verzoekt zij echtscheiding en vaststelling van alimentatie
voor haar en Siffa voor de periode na de echtscheiding. Deze rechter wijst het verzochte af bij
beslissing van 21 maart 2015 onder toepassing van het recht van Nieuw Zeeland. Vervolgens
wendt Irene zich in september 2017 met een verzoekschrift tot de Nederlandse rechter waarin
zij echtscheiding en vaststelling van alimentatie voor haar en Siffa verzoekt alsmede het gezag
over Siffa. Tevens verzoekt zij de scheiding en deling van de huwelijksgemeenschap van
partijen met toepassing van het Nederlandse recht. Marco verweert zich en stelt dat op grond
van het bepaalde in de akte van 21 november 2012 de Nederlandse rechter niet bevoegd is tot
kennisneming van de door Irene ingediende verzoeken inzake de echtscheiding, vaststelling van
alimentatie en scheiding en deling van de huwelijksgemeenschap van partijen. Voor zover de
Nederlandse rechter zich daarvoor wel bevoegd acht, meent Marco met een beroep op de
beslissing van de rechter te Hamilton van 21 maart 2016 dat de verzoeken van Irene moeten
worden afgewezen. Wat betreft het verzoek inzake het gezag over Siffa, stelt Marco dat hij
ingevolge het toepasselijke Australische recht met het gezag moet worden bekleed.

Vragen.
1. Wordt het tussen Irene en Marco in Nepal gesloten huwelijk naar Nederlands IPR
erkend? Welk algemeen leerstuk komt bij de beantwoording van deze vraag aan de
orde?

In de casus staat dat het huwelijk rechtsgeldig tot stand is gekomen in Nepal. Zie artikel
10:31 lid 1 BW. Het huwelijk wordt erkend in Nederland. Algemene leerstuk: renvoi, zie
lid 3. Je kijkt namelijk ook naar het Buitenlandse IPR, in dit geval Nepalees IPR.


1

,2. Zal de Nederlandse rechter het beroep van Marco op de beslissing van de rechter te
Hamilton op alle onderdelen honoreren?

Nee, de Nederlandse rechter is niet ingevolge enig verdrag, dan wel het Nederlandse IPR
gehouden tot erkenning van buitenlandse uitspraken waarbij een vordering tot
echtscheiding wordt ontzegd. Zie r.o. 3.2. arrest Nederlandse echtscheiding na Franse
afwijzing blz. 42.
3. (a) Is de Nederlandse rechter bevoegd (rechtsmacht) om kennis te nemen van het
echtscheidingsverzoek van Irene?

De vraag is enkel of de rechter bevoegd is. Op het tentamen gaat het altijd om een
traditioneel huwelijk. De Nederlandse rechter dient zijn rechtsmacht/bevoegdheid te
baseren op de Brussel II bis verordening. Irene en Marco hebben beiden de Nederlandse
nationaliteit. Op grond van artikel 3 lid 1 sub b Brussel II bis Vo is de Nederlandse
rechter bevoegd kennis te nemen van dit echtscheidingsverzoek. Ook het gerecht is
bevoegd waarvan beide echtgenoten de nationaliteit hebben en dat is Nederland.

(b) Welk recht is naar Nederlands IPR van toepassing op het verzoek van Irene
inzake echtscheiding?

Naar Nederlands IPR is het Nederlandse recht van toepassing. Zie artikel 10:56 lid 1 BW.

4. (a) Is de Nederlandse rechter bevoegd om kennis te nemen van het verzoek inzake
scheiding en deling van het huwelijksvermogen van partijen?

Zie art. 4 lid 3 Rv. Als de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van de
echtscheidingszaak, mag hij ook kennisnemen van de scheiding van het
huwelijksvermogen, dit is een nevenvoorziening. En zoals eerder gezien is de
Nederlandse rechter bevoegd o.g.v. art. 3 lid 1 sub b Brussel II bis Vo. Conclusie:
Nederlandse rechter bevoegd.

(b) Zal de Nederlandse rechter conform het verzoek van Irene het Nederlandse
recht op dit verzoek toepassen?

Altijd kijken naar de datum van de huwelijkssluiting. Haags huwelijksvermogensverdrag
van 1978 nu van toepassing. O.g.v. dit verdrag kunnen partijen een rechtskeuze maken.

Allereerst kijk je dan naar art. 6 van het verdrag (1978). De echtgenoten kunnen slechts
een van de volgende rechtsstelsel aanwijzen: lid 2 sub 1: Het recht van de Staat waarvan
een van de echtgenoten de nationaliteit bezit op het tijdstip van die aanwijzing, lid 2 sub
2: het recht van de Staat op welks grondgebied een van de echtgenoten zijn gewone


2

, verblijfplaats heeft op het tijdstip van die aanwijzing. I.c. wordt er gekozen voor het recht
van Nieuw Zeeland. Echter: geen van de echtgenoten bezit de Nieuw Zeelandse
nationaliteit. Ook is dit niet de gewone verblijfplaats van een van de echtgenoten.

De volgende stap is kijken naar art. 4 lid 1 van het verdrag (1978). Eerste
huwelijksdomicilie. Biedt geen uitkomst.

Als laatste kijk je naar art. 4 lid 2 van het verdrag (1978). Gemeenschappelijke
nationaliteit. Dit hebben Marco en Irene wel. Dus: de Nederlandse rechter zal inderdaad
het Nederlandse recht toepassen.

5. (a) Is de Nederlandse rechter bevoegd om kennis te nemen van het verzoek om
vaststelling van alimentatie voor Irene en voor Siffa?

Irene heeft haar gewone verblijfplaats in Nederland op het moment dat zij een verzoek
doet om alimentatie. O.g.v. art. 3 sub b van de alimentatie Verordening is de
Nederlandse rechter bevoegd om kennis te nemen van dit verzoek. De forumkeuze is niet
van toepassing art. 4 van de alimentatieverordening, omdat het te ruim is. Zij moesten
specifiek zijn. Zij moesten opnemen dat geschillen omtrent alimentatie bij de rechter
Hamilton dienen te worden beslecht en dus niet alle geschillen dienen daar te worden
beslecht.

(b) Welk recht zal de Nederlandse rechter op deze verzoeken toepassen?

Wederom kan hierbij een rechtskeuze gemaakt worden. Stap 1: kijken in art. 8 van het
Haagse alimentatieprotocol. In dit geval is er geen rechtskeuze mogelijk. Stap 2: dan
kijken naar de hoofdregel van art. 3 van het protocol. TENZIJ DIT PROTOCOL ANDERS
BEPAALT (dat is dus een verwijzing naar art. 8), wordt het recht toegepast van de
gewone verblijfplaats van de alimentatiegerechtigden. De Nederlandse rechter zal
Nederlands recht toepassen.

6. (a) Is de Nederlandse rechter bevoegd tot kennisneming van het verzoek inzake gezag?

Siffa heeft haar gewone verblijfplaats in Nederland. O.g.v. art. 8 lid 1 Brussel II bis is de
Nederlandse rechter bevoegd.

(b) Zal de Nederlandse rechter conform het verweer van Marco het recht van Australië
toepassen?

De Nederlandse rechter is bevoegd via art. 8 Brussel II bis. Art. 15 Haags
kinderbeschermingsverdrag lid 1: rechter zal naar gelang zijn bevoegdheid, interne
recht toepassen. Nederlands recht dus, niet Australisch recht.


3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MastersOfLaws. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75632 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  16x  verkocht
  • (3)
  Kopen