Een uitgebreide lijst met de sleutelbegrippen en definities behorend bij het tentamen van het vak De Verhalende Mens (onderdeel van de minor Brains & Bodies).
Sleutelbegrippen tentamen De
Verhalende Mens
Schematheorie (Bartlett) Mensen leren in hun ontwikkeling allerlei
patronen aan van denken en doen. Dit
wordt in de hersenen opgeslagen als een
schema. Hierbij wordt gebruik gemaakt
van conventionalization waarbij de nieuwe
informatie in een bepaald kader wordt
geplaatst.
Schemata Een georganiseerd mentaal model van
informatie; een geheugenstructuur.
Scripts De open plekken in een verhaal worden
automatisch door de lezer/kijker ingevuld.
Bartlett Grondlegger van de cognitieve
psychologie en bedenker van de
schematheorie.
Michotte Hij stelde dat we verhalen gebruiken om
causaliteit te zien (ook al is dat er niet
altijd).
Informatietheorie (Wundt) Verbonden aan de ‘Wundt curve’. Het gaat
hier om de hoeveelheid informatie die
mensen kunnen verwerken. Er is een
bepaald optimum tot wanneer mensen het
plezierig vinden, daarna wordt het
onplezierig.
Fabula De chronologie van gebeurtenissen.
Syuzhet De presentatie van de manier waarop je
de gebeurtenissen vertelt. De interactie
tussen stijl en gebeurtenissen.
Kunstgrepen Een kunstgreep pas je toe op natuurlijk
esthetisch materiaal. Je kunt daarbij de
stijl van iets aanpassen. Het maakt
namelijk uit hoe je iets representeert.
De-automatisering Een kunstgreep kan leiden tot de-
automatisering. De informatie wordt niet
langer op een functionele manier
gebracht. Je wordt je hierdoor opnieuw
bewust van dingen en dit kan mogelijk
leiden tot reflectie.
Obstructie De verwerking van informatie uit een
verhaal wordt bemoeilijkt. Je moet
hierdoor langer nadenken en dit leidt tot
hernieuwd, dieper inzicht.
Structure-affect theory De discoursstructuur van een verhaal kan
bepaalde emoties uitlokken: suspense,
surprise en curiosity. De verhaalstructuur
bepaalt dus het type response, onder
voorwaarde van het affect dat de recipiënt
voelt voor de protagonist.
Excitation transfer theory De overgebleven opwinding van iedere
opgewonden emotionele reactie is in staat
om iedere andere opgewonden
emotionele reactie te intensiveren.
Mood management Je zoekt specifieke (entertainment)
, verhalen op die jouw gemoedstoestand
veranderen en/of neutraliseren. De
consumptie van, voornamelijk
entertainende verhalen, veranderd de
gemoedstoestand.
Affective disposition theory Kijkers vormen constant een moreel
oordeel over de handelingen van de
personages en dit helpt om te bepalen
welk personage ‘goed’ is en welke ‘slecht’.
Negativiteitseffect Negatieve stimuli worden eerder
waargenomen en da positieve stimuli.
Wet van Hedonische Asymmetrie Negatieve emoties zijn langer ‘houdbaar’ /
dominanter dan positieve emoties.
Katharsis De zuivering van emoties (vnl. medelijden
en angst) door het waarnemen van kunst.
Na het meemaken van heftige emoties
voel je je gereinigd.
Downward social comparison Downward social comparison is wanneer
(Festinger) een individu naar een ander individu (of
groep) kijkt waarvan hij vindt dat deze
slechter af is dan hij om zich zo beter te
voelen over zichzelf of zijn persoonlijke
situatie.
Arousal reduction Een sociale situatie creëert een bepaalde
spanning die we op willen lossen. Humor
wordt hier ingezet om deze spanning weg
te nemen.
Model: Berlyne’s omgekeerde U-curve.
Superiority and disparagement Het kleineren van iets of iemand om je
eigen status te verhogen. Heeft veel te
maken met downward social comparison.
Incongruity resolution We worden ons plots bewust van
incongruentie. De situatie klopt niet met
ons beeld van de werkelijkheid en wijkt
dus af van onze verwachting. Dit vereist
algemene kennis. De herinterpretatie van
het verhaal genereert humor.
Reversal (Apter) Het gaat hier ook om de incongruity
resolution, alleen vervangt de
herinterpretatie niet de eerste
interpretatie; de twee blijven naast elkaar
bestaan. Alleen de eerste interpretatie
wordt minder belangrijk. Het conflict
tussen de twee interpretaties roept de
humorreactie op.
Comprehension-elaboration (Wyer & Een ‘totale’ theorie waarin ze alle
Collins) verschillende humortheorieën proberen te
vatten. Ze zien humor als een
informatieverwerkingsproces.
Comprehension: het opsporen en oplossen
van incongruenties.
Elaboration: Het nadenken over de
aspecten die niet expliciet zijn gemaakt
tijdens het begrijpen en dit lokt het gevoel
van amusement uit. Je stelt je voor hoe
iets is, je bedenkt de implicaties van iets.
Disposition & Misattribution Disposition: de mogelijke (negatieve)
(Zillmann) dispositie ten aanzien van een groep in de
samenleving.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper shanonvdancker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.