Tentamen De Verhalende Mens – collegestof
College 1 – verwarrende verhalen
De-automatisering
“Zo gaat het leven verloren, verdwijnend in het niets. De automatisering slokt de dingen
op, je kleren, je meubels, je vrouw en je angst vooroorlog. ‘Als het hele ingewikkelde
leven van velen zich onbewust afspeelt, dan is het alsof dit leven er nooit is geweest.; En
juist om het gevoel van leven weer terug te geven, dingen te voelen, om de steen tot
steen te maken, bestaat er iets dat kunst wordt genoemd.” (Shklovsky, 1917)
Shklovsky Russische formalisten
Foregrounding: afwijking van een norm. Eerst werd dit ook wel aangeduid als
de-automatisering. Mensen werden op deze manier aan het denken gezet.
Kahneman
Experiencing self in het moment zijn.
Remembering self het deel van ons dat verhalen maakt. Terugkijken op een
gebeurtenis. Wat je als remembering self hebt meegemaakt kan anders zijn dan
dat je experiencing self daadwerkelijk heeft meegemaakt (voorbeeld pijn).
System 1 (fast) automatische gedrag, impulsen, intuïties.
System 2 (slow) bewuste denken, dieper nadenken.
Schematheorie
F. Bartlett is de grondlegger cognitieve psychologie. De schematheorie heeft te maken
met automatisering. Een schema als geheugenstructuur. In zijn theorie liet hij
Westerlingen (o.a.) Indiaanse verhalen lezen.
Methoden
o Repeated reproduction mensen een verhaal laten lezen en na verloop
van tijd na laten vertellen; wat verandert er?
o Serial reproduction soort door fluister effect.
Herinnering:
o Open plekken gevuld (inferences)
o Conventionalization (bv. neutraliseren van vreemde termen en
verhaalelementen) je past je informatie in een bepaald frame/schema.
Definitie schemata:
o “[A schema is an] organized mental model of a complex set of information;
this model will make it easier to structure information when setting it down
for memory storage and will also facilitate its retrieval during recall.”
(Parkin, 2000, 317)
o “‘Schema’ refers to an active organization of past reactions, or of past
experiences, which must always be supposed to be operating in any well-
adapted organic response.” (Bartlett, 1932, 201)
Schemata: de werking
o Scripts open plekken in het verhaal worden automatisch door de
lezer/kijker ingevuld.
Voorbeeld: Schank & Abelson – Het restaurantscript
o Story grammar vaste, genre gebonden verhaalstructuur. Het ene
element moet altijd gevolgd worden door dat element.
Voorbeeld: Morfologie van het toversprookje
o Perspectief selectie opname informatie. Schemata stuurt onze
selectieve perceptie. Via schema’s in je hoofd kijk je vanuit andere
perspectieven naar een verhaal. Dit bepaalt ook wat je wel/niet van een
verhaal onthoudt.
Voorbeeld: experiment Pichert & Anderson Lees het volgende verhaal
vanuit verschillende perspectieven.
,Causaliteit in waarneming (Michotte)
We gebruiken verhalen in ons hoofd om causaliteit te zien (ook al is dat er niet altijd).
Verhalen zijn erop gericht dat we causaliteit zien in dingen.
Informatietheorie
Wundt curve Hoeveel informatie kunnen mensen verwerken (in de meest brede zin)?
Er is een optimum, daarna wordt het onplezierig.
Toepassing (overzicht)
Problemen met toepassing op Geesteswetenschappen:
a. Schematheorie: genres, open plekken, deviatie
b. Causaliteit: obstructie
c. Informatietheorie: valt er over smaak wel te twisten?
Toepassing: schematheorie
Genres zijn geheugenstructuren
Genreherkenning
o De Zapper weten we binnen een paar seconde welk genre het is?
o Stuurt de kijker bij…
Interpretatie (juiste reactie: thema, wat volgt, slot)
Integratie van het onverwachte
Keuze (mood management)
o De Geesteswetenschapper
Verschillen, overeenkomsten, definities, historische ontwikkeling, rol
instituties en commercie.
Hoe bepalen wij het genre?
o Filmtheorie: plot, setting, iconografie, filmstijl
o Gebeurtenissen (komedie vs. drama)
o Stijl:
In literatuur en muziek indicatief voor genre
Software voor herkenning genre aan stijlindicatoren (cutting
rate/graphics)
Sommige gebeurtenissen niet uniek voor 1 genre
o Wat is belangrijker: gebeurtenissen of stijl? Uit onderzoek blijkt dat stijl het
belangrijkste is voor genreherkenning.
o Hypothese: schemata voor genres zijn complex (gebeurtenissen/stijl), maar
vooral stijlgericht.
Aannames over waarneming kunst
Russisch formalisme
Shklovsky, De kunst als priom (1917)
Kernbegrippen:
o Kunstgreep
Heeft met stijl te maken. Het maakt uit hoe je iets representeert. Een
kunstgreep pas je toe op natuurlijk esthetisch materiaal. Het materiaal
interessant maken (door nieuw perspectief bijvoorbeeld).
o De-automatisering
Kunstgreep leidt tot de-automatisering; je wordt opnieuw bewust van
dingen. Dit leidt tot reflectie.
o Obstructie
De verwerking van informatie uit een verhaal wordt bemoeilijkt. Je moet
langer nadenken. Dit leidt tot hernieuwd, dieper inzicht. Obstructie leidt tot
de-automatisering.
Waarneming in film
Russisch formalisme (Tomashevsky)
o Fabula (geschiedenis) chronologie van gebeurtenissen.
o Syuzhet (presentatie) representatie van hoe je de gebeurtenissen
vertelt.
, Een interactie tussen stijl en gebeurtenissen
Bijvoorbeeld: in medias res, vertraging, parallel plots, ellipsis,
herhaling
Twee vormen:
1. Functioneel op een efficiënte manier een verhaal vertellen.
Mensen moeten het zo snel mogelijk snappen.
2. De-automatiserend
Open plekken
In alles wat we elkaar vertellen, zitten kleine gaten. Je vertelt niet alles, je laat altijd wat
informatie achterwege. Dit wordt ook bewust ingezet in bijvoorbeeld film en literatuur.
Open plekken worden door mensen zelf ingevuld (door eigen verhalen erop te plakken als
het ware).
Causaliteit
Onderzoekfocus:
o Creëren van verbinding tussen twee scènes
o Creëren coherentie
o Meer verbindingen, meer recall
Hoe vaker er in een verhaal directe causale verbindingen worden
gesuggereerd, hoe beter je dat onthoudt.
Verwarrende verhalen
o Verwarrende verhalen maken je bewust van schemata.
o Moeite om het verhaal te begrijpen.
o Obstructie.
Informatietheorie
Berlyne’s omgekeerde U-curve
Wat is complexiteit? Welke voorwaarden ken je hier aan toe?
Voorbeeld: onderzoek Chinese tekens en schilderijen over de relatie tussen
complexiteit en waardering. Dit is afhankelijk van het soort publiek en hun
achtergrond. Wat moet je doen om iets te begrijpen? Hoeveel obstructie zit erin?
College 2 – vermakelijke verhalen
Mere exposure effect = hoe meer ‘exposure’ een personage krijgt, hoe meer
sympathie de kijker voor dit personage krijgt.
“Stories are to entertain”
Brewer & Lichtenstein kijken verder dan story comprehension (= het begrijpen van
verhalen). Suspense, surprise, curiosity de drie hoofdemoties die entertainment moet
voortbrengen. (Zillmann is een belangrijke media-psycholoog die o.a. onderzoek naar
deze drie hoofdemoties heeft gestimuleerd).
Wat is entertainment?
Any activity to delight and, to a smaller degree, enlighten through the exhibition of
fortunes and misfortunes of others, but also through the display of special skills by others
and/or self (Zillmann & Bryant 1994, p. 438)
Entertainment theorie
Vooral gericht op receptieprocessen (perceptie, reacties, motivaties), niet op de ‘tekst’.
o Mood management
Emoties opzoeken die jouw gemoedstoestand veranderen/neutraliseren. Als
je je verdrietig voelt, zoek je iets dat je opbeurt.
Probleem: Maar soms ook om negatieve stemming te laten
voortduren.
o Selective exposure theory