Tentamenstof Inleiding Televisiewetenschappen
Lola Piek
Inhoudsopgave
Week 1.......................................................................................................... 2
Hoorcollege 1.................................................................................................................. 2
Evolution or revolution? Television in transformation - Amanda D Lotz 2018..................3
When old media never stopped being new - Judith Keilbach and Markus Stauff 2013....4
The Structured Communication of Events – Stuart Hall 1989..........................................5
Week 2.......................................................................................................... 6
Hoorcollege 2.................................................................................................................. 6
Television as a Cultural Forum - Newcomb, Horace, en Hirsch 1994...............................7
Unpopularity and cultural power in the age of Netflix - Amanda D. Lotz 2021................9
Television, Broadcasting, Flow: Key Metaphors in TV Theory- Jostein Gripsrud 1998.. . .11
Week 3........................................................................................................ 14
Hoorcollege 3................................................................................................................ 14
Scheduling: The last creative act in television? – John Ellis 2000..................................17
Programming a sequence or flow – Raymond Williams 1996........................................18
Algorithms and taste-making: Exposing the Netflix Recommender System’s operational
logics - Niko Pajkovic 2022........................................................................................... 19
Week 4........................................................................................................ 21
Hoorcollege 4................................................................................................................ 21
The Rhythms of Reception: Daytime Television and Women’s Work – Tania Modleski
1983............................................................................................................................. 22
Little Players, Big Shows – Max Dawson 2007...............................................................24
Mass Communication and Para-Social Interaction – Horton & Wohl 1956.....................28
Week 5........................................................................................................ 30
Live Television is Still Alive – Bourdon 2000..................................................................30
Week 6........................................................................................................ 35
Hoorcollege 6................................................................................................................ 35
Industry convergence shows – Misha Kavka 2011.........................................................36
The streaming network – Terje Colbjørnsen 2021.........................................................38
Television production, Funding Models and Exploitation of Content – Gillian Doyle 2016
..................................................................................................................................... 43
,Week 1
Hoorcollege 1
Televisie is een metafoor: metaforen zijn belangrijk omdat ze complexe
ideeën begrijpelijk maken. De term "tele-visie" betekent letterlijk "zien op
afstand." Het idee van televisie omvat het transport van beelden naar de
kijker van veraf en de gelijktijdigheid waarbij televisie direct tot ons komt,
zoals bij live-uitzendingen.
Televisie is meer dan alleen een technologie; het is ook een instelling en
omvat praktijken zoals kijken, wat een sociale functie heeft, en
programmeren. Bovendien is televisie constant in transformatie. Dit zien
we bijvoorbeeld in de overgang van live uitzendingen naar vooraf
opgenomen programma's, van zwart-wit naar kleur, van publieke omroep
naar commerciële televisie en nu naar streamingdiensten. De manier
waarop we televisie consumeren verandert ook, van traditioneel
programmeren naar cureren, zoals binge-watching en het gebruik van
algoritmische aanbevelingen.
Deze veranderingen hebben ook invloed op de huiselijkheid van televisie.
Waar televisie vroeger een centraal onderdeel van het huishouden was,
zien we nu een verschuiving naar draagbaarheid met mobiele apparaten,
tweede schermen en het ontbundelen van inhoud. Dit alles beïnvloedt de
productie en economie van televisie.
Ondanks deze transformaties blijven enkele aspecten van televisie
constant. We noemen het nog steeds 'televisie' omdat veel bestaande
technologieën, industriële formaties, overheidsbeleid en kijkpraktijken
blijven bestaan, zoals beschreven door Lotz (2018).
Er zijn echter duidelijke verschillen op het gebied van technologie, inhoud,
distributie, de manier van kijken en het verdienmodel. Het huidige
verdienmodel verschuift van advertentiegeld naar abonnementsdiensten,
waarbij nichepubliek en smaakgemeenschappen worden aangesproken.
Ook het eigendom van media verandert.
Om deze evoluties te begrijpen, moeten we veel van de oude vragen
opnieuw stellen en zowel verandering als continuïteit overwegen. Het is
noodzakelijk om te beoordelen hoe bestaande theorieën standhouden of
falen om niet-lineaire televisie te verklaren, zoals Lotz (2018) benadrukt.
,Evolution or revolution? Television in transformation -
Amanda D Lotz 2018
Televisietechnologieën en de manier waarop we televisiekijken en
ontvangen zijn de afgelopen tien jaar veranderd. Deze veranderingen
hebben vragen opgeroepen over wat televisie eigenlijk is geworden.
Ondanks de snelle veranderingen van nieuwe kijkmethoden, blijven oude
scherm- en distributietechnologieën ook bestaan, maar nieuwe apparaten
zoals telefoons, tablets, laptops en smart-tv's hebben de kijkervaring voor
velen veranderd.
Hoewel verschillende diensten televisie-inhoud distribueren, verschillen
hun ‘logics’ of achterliggende redenen en doelen voor het aanbieden van
deze inhoud. In het geval van televisie, verschillen de logics tussen
traditionele uitzendingen en internet-gedistribueerde diensten zoals Netflix
en Amazon Video, waarbij de laatste flexibeler zijn in termen van
kijktijden, inkomstenbronnen en kijkgedrag.
1. Niet-lineaire distributie: televisie is niet volgens schema
georganiseerd. Internetdistributie maakt on-demand mogelijk
waardoor kijkers kunnen kijken en volgens hun eigen schema.
Streamingsdiensten bouwen bibliotheken, geen schema's. Dit zijn
verzameling van televisie-inhoud die beschikbaar is op
internetplatforms
2. Abonneefinanciering: Abonnementsportalen streven ernaar
voldoende waarde te creëren voor hun abonnees om de betaling van
abonnementskosten te rechtvaardigen in plaats van te mikken op
zoveel mogelijk kijkers om advertenties te verkopen.
3. Nichefocus: Veel van de portals creëren deze waarde door middel
van nichefocus grote streamingsdiensten voegen niches samen door
een breed scala aan inhoud aan te bieden die verschillende
doelgroepen (taste communities) aanspreekt. Ze stellen
programma’s samen voor deze doelgroepen, op basis van
kijkgedragsgegevens.
4. Verticale integratie: bedrijven die zowel produceren als
distribueren, worden steeds belangrijker in internet-tv. Voor nieuwe
platforms zonder eigen contentbibliotheek is het moeilijk om te
concurreren met giganten als Netflix en Amazon Prime Video. Dit
leidt tot zorgen over exclusiviteit van programma's.
, When old media never stopped being new - Judith
Keilbach and Markus Stauff 2013
Veel critici verklaren het einde van de klassieke televisie en spreken over
meerdere transformaties die leiden naar een nieuw tijdperk, zoals de fase
na "TV". De heterogeniteit van huidige televisie verschilt sterk van
vroeger, wat impliceert dat televisie ooit een homogene identiteit had.
Televisie lijkt echter altijd in transitie te zijn geweest. We moeten
verandering en transformatie daarom zien als fundamentele eigenschap
van televisie. Het belangrijkste argument is dat de impact van televisie
niet goed beschreven kan worden door te wijzen op een stabiele en
kenmerkende institutionele structuur van het medium.
Nieuwe media helpen vaak bij het herdefiniëren van oude media. De
huidige veranderingen in televisie vragen om nieuwe theoretische
concepten, die televisie in het algemeen opnieuw conceptualiseren. De
term 'transformatie' kan gebruikt worden om te zien dat televisie altijd in
verandering is geweest. We zijn geïnteresseerd in de productiviteit en
effecten van deze veranderingen.
Twee hardnekkige aannames beperken dit inzicht vaak:
1. Media worden vaak gezien als uiteindelijk stabiel na hun vormende
jaren, totdat een nieuwe technologie alles verandert.
2. De sociale effecten van een medium worden meestal verklaard door
een stabiele structuur, niet door constante verandering.
Media zijn geen vaste objecten; ze bestaan uit gewoonten, overtuigingen
en procedures binnen culturele communicatiecodes.
Als we televisie vergelijken met een experimenteel systeem, zien we echt
hoe dynamisch en veelzijdig het als cultureel medium is. Het blijft zich
voortdurend ontwikkelen en veranderen, en dat maakt het relevant in een
wereld die voortdurend verandert. In de begindagen van televisie werden
er allerlei experimenten uitgevoerd om te zien wat werkt en wat niet. Maar
zelfs nadat televisie was gevestigd, bleven die experimenten belangrijk
om het medium te laten groeien en veranderen.
Er zijn twee dingen die echt opvallen als we naar televisie als een
experimenteel systeem kijken: de drang om de technologie steeds te
verbeteren en de constante druk om een groot publiek te bereiken. Die
dagelijkse experimenten met televisie leiden tot voortdurende
veranderingen, soms met onverwachte gevolgen. Dat proces van
voortdurende verandering en aanpassing is eigenlijk hoe televisie steeds
beter wordt en relevant blijft. En als we kijken naar voorbeelden zoals het
idee van een 'nationale doelgroep' (het idee van een algemeen publiek dat
over het hele land wordt bereikt door televisie-uitzendingen), zien we echt
hoe die experimenten de manier waarop televisie wordt gemaakt en