100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Dit gaat jou echt gegarandeerd helpen naar een goed cijfer!!! €6,76
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Dit gaat jou echt gegarandeerd helpen naar een goed cijfer!!!

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

In deze samenvattingen staat duidelijke uitleg over staats- en bestuursrechtelijke aspecten van de opleiding sociaal juridische dienstverlening

Voorbeeld 2 van de 13  pagina's

  • 3 juni 2024
  • 13
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (6)
avatar-seller
Yousie
Bestuursrecht samenvatting (02-02-2024 8:30 uur)

H1 Bestuursrecht  bevat regels die de overheid nodig heeft om te kunnen en mogen besturen, de
normen voor het overheidsbestuur die bij het besturen in acht moeten worden genomen en de regels
die de burger nodig heeft om tegen dit besturen in te gaan.

Algemeen bestuursrecht  regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van toepassing is.
Deze regels zijn opgenomen in de AWB. De AWB kent een aantal doelen:

- Meer eenheid brengen in de bestuursrechtelijke wetgeving
- De bestuursrechtelijke wetgeving systematiseren en vereenvoudigen
- Normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld codificeren (opnemen in de wet)

Bijzonder bestuursrecht  regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop het
openbaar bestuur actief is.

Coördinatiewet  bepalingen die alle regelingen op een bepaald gebied bij elkaar brengt (sociale
zekerheid, milieu, belastingen)

Materieel bestuursrecht  (gedrags)regels of voorschriften voor de overheid in de vorm van geboden
en verboden. Aanspraak op …..

Formeel bestuursrecht  het bestuursprocesrecht. Het gaat om procedure regels m.b.t. het aanvragen
van vergunningen, bezwaar maken en in (hoger) beroep gaan tegen overheidsbeslissingen.
Hoe haal ik mijn gelijk?

Bronnen van bestuursrecht:

- (Inter)nationaal recht
- Jurisprudentie
- Gewoonterecht

Legaliteitsbeginsel  bevoegdheden en rechten van de overheid om op te treden zijn in de wet terug te
vinden

Specialiteitsbeginsel  de bevoegdheid van de overheid kan alleen worden aangewend waarvoor die
wet bedoeld is.

Gelede normstelling  Het naast elkaar bestaan van verschillende regelingen met bepalingen en
normen voor hetzelfde geval. (Toepasselijkheid van een rechtsregel is niet zomaar in één wet te vinden,
maar in een combinatie van met elkaar samenhangende regelingen).

Laten bijstaan  iemand begeleidt jou in contacten met de overheid

Vertegenwoordigen  iemand heeft namens jou contact met de overheid

De overheid mag bijstand of vertegenwoordiging weigeren als tegen de persoon ernstige bezwaren
bestaan. Dat mag niet als een advocaat bijstand verleent of de vertegenwoordiger is.

H2 Bestuursbevoegdheid:
Gecreëerd  Attributie  Een wet of lagere regeling geeft aan een bestuursorgaan een
bestuursbevoegdheid en er wordt een nieuwe bevoegdheid gecreëerd

Overgedragen  Delegatie  Bestuursorgaan (delegans) draagt bevoegdheid over aan een ander
bestuursorgaan (delegataris), die deze bevoegdheid onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent!

Opgedragen  Mandaat  De bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een besluit te nemen

H3 Belanghebbende  degene wiens besluit rechtstreeks bij het besluit betrokken is  als een
bestuursorgaan een besluit neemt dat juridische consequenties heeft voor degene tot wie het besluit is
gericht, is diegene belanghebbende.



Je bent pas belanghebbende als je aan vijf voorwaarden (OPERA) voldoet die door de rechter zijn
ontwikkeld:

, - Objectief bepaalbaar belang  jouw belang mag niet te persoonlijk zijn, enkel een subjectief
gevoel (emotionele belangen) van sterke betrokkenheid zijn niet voldoende.

- Persoonlijk belang  jouw belang moet zich voldoende onderscheiden van dat van anderen.
Uitgangspunt is dat iemand rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit of
handeling die het besluit toelaat, in beginsel belanghebbende is (zicht-, nabijheid en
concurrentie criterium)

- Eigen belang  het belang waarvoor je opkomt moet een belang van jezelf zijn, waar jij door
getroffen bent.

- Rechtstreeks betrokken belang  er moet voldoende causaal verband zijn tussen het besluit en
iemands belang. Er mag geen sprake zijn van afgeleid belang.

- Actueel, voldoende zeker belang  jouw belang moet op het moment dat het besluit genomen
is aanwezig zijn en mag niet een in de toekomst gelegen onzeker belang zijn.



Zichtcriterium je moet er op uit kijken

Nabijheidscriterium  je moet er vlakbij wonen

Concurrentie criterium  bijvoorbeeld het verlenen van een vergunning aan een van de concurrenten

Ook rechtspersonen kunnen belanghebbende zijn met betrekking tot hun eigen belangen. Volgens de
AWB kan je als rechtspersoon worden aangemerkt als belanghebbende als het gaat om het behartigen
van algemene en collectieve belangen.

Algemene belangen  milieubelang, cultuur- en kunstbelangen

Collectieve belangen  vakbonden, ondernemingsorganisaties en buurtverenigingen

Om als rechtspersoon voor jouw collectieve en algemene belangen op te komen, moet je:

- Rechtspersoon zijn
- Het betreffende belang in het bijzonder behartigen. Een rechtspersoon moet de doelstelling in
de statuten voldoende specifiek omschrijven.
- De belangenbehartiging laten blijken uit statutaire doelomschrijving en feitelijke
werkzaamheden.
- Actief zijn

Voor een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid geldt ook nog dat:

- Er contributie betalende leden moet zijn
- Er met regelmaat ledenvergaderingen zijn
- De organisatie als geheel deelneemt aan het rechtsverkeer
- Het doel van de vereniging uit de statuten moet blijken

Een bestuursorgaan kan belanghebbende zijn indien toevertrouwde belangen als zijn belangen worden
beschouwd. Daarnaast moet het bestuursorgaan rechtstreeks door het besluit geraakt worden en er
niet sprake van een actueel belang zijn.

H4 Onder besluit wordt verstaan een:
- Schriftelijke beslissing
Een wilsverklaring met een definitief karakter op schrift.
- Van een bestuursorgaan
A-organen  publiekrechtelijke rechtspersonen. Onder andere van de staat, provincies,
gemeenten en waterschappen.
B-organen  enig openbaar gezag, zoals APK-keurmeester (exclusieve bevoegdheid om auto’s
te keuren)

Zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s)  staan niet in hiërarchische relatie tot een openbaar
lichaam, daarom zijn de geen verantwoording schuldig aan andere bestuursorganen. Dit kunnen
A-organen (UWV, SVB) of B-organen (CBR, De Nederlandse Bank N.V.) zijn.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Yousie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,76. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,76
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd