Deze samenvatting van het vak Invloeden op de Levensloop I beschrijft de gehele ontwikkelingspsychologie van geboorte tot ouderdom.
De samenvatting is ingedeeld in 8 delen; elk deel gaat over een andere levensfase. Elk deel beslaat twee of drie hoofdstukken waarin de fysieke ontwikkeling, cogniti...
[Meer zien]
Laatste update van het document: 6 maanden geleden
Invloeden op de Levensloop I (Social Work jaar 1)
Deel 1 | De ontwikkeling van het kind .................................................................................................... 1
Hoofdstuk 1 | Een inleiding in de ontwikkeling van het kind ................................................................... 1
Hoofdstuk 2 | Theoretische perspectieven en onderzoek ...................................................................... 4
Hoofdstuk 3 | Het begin van het leven .................................................................................................. 9
Hoofdstuk 4 | De geboorte en het pasgeboren kind............................................................................. 12
Deel 2 | De babytijd .............................................................................................................................. 16
Hoofstuk 5 | De fysieke ontwikkeling in de babytijd ............................................................................. 16
Hoofdstuk 6 | De cognitieve ontwikkeling in de babytijd ...................................................................... 22
Hoofdstuk 7 | De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de babytijd . 29
Deel 3 | De peuter- en kleutertijd ......................................................................................................... 37
Hoofdstuk 8 | De fysieke ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd ....................................................... 37
Hoofdstuk 9 | De cognitieve ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd .................................................. 42
Hoofdstuk 10 | De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de peuter- en
kleutertijd ......................................................................................................................................... 46
Deel 4 | De schooltijd ........................................................................................................................... 51
Hoofdstuk 11 | De fysieke ontwikkeling in de schooltijd ...................................................................... 51
Hoofdstuk 12 | De cognitieve ontwikkeling in de schooltijd ................................................................. 54
Hoofdstuk 13 | De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de schooltijd
......................................................................................................................................................... 61
Deel 5 | De adolescentie ...................................................................................................................... 67
Hoofdstuk 14 | De fysieke ontwikkeling in de adolescentie ................................................................. 67
Hoofdstuk 15 | De cognitieve ontwikkeling in de adolescentie ............................................................ 71
Hoofdstuk 16 | De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de
adolescentie ..................................................................................................................................... 75
Deel 1 | Jongvolwassenheid ................................................................................................................. 81
Hoofdstuk 1 (II) | Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling tijdens de vroege volwassenheid ................ 81
Hoofdstuk 2 (II) | Sociale en persoonlijke ontwikkeling tijdens de vroege volwassenheid ..................... 86
Deel 2 | Middelbare leeftijd .................................................................................................................. 91
Hoofdstuk 3 (II) | Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling tijdens de middelbare leeftijd ..................... 91
Hoofdstuk 4 (II) | Sociale en persoonlijke ontwikkeling tijdens de middelbare leeftijd .......................... 96
Deel 3 | Ouderdom ............................................................................................................................. 100
Hoofdstuk 5 (II) | Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling tijdens de ouderdom ................................ 100
Hoofdstuk 6 (II) | Sociale en persoonlijke ontwikkeling tijdens de ouderdom ..................................... 104
,Deel 1 | De ontwikkeling van het kind
Hoofdstuk 1 | Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
Leerdoelen
1.1 Je kunt het vakgebied ontwikkelingspsychologie definiëren.
1.2 Je kunt een overzicht geven van de reikwijdte van het vakgebied ontwikkelingspsychologie.
1.3 Je kunt voorbeelden geven van historische invloeden op de ontwikkeling (cohorteffecten) en van
belangrijke leeftijdsgebonden, sociaal-culturele en niet-normatieve factoren die de ontwikkeling
beïnvloeden.
1.4 Je kunt de eerste denkbeelden voer jeugd en kinderen schetsen.
1.5 Je kunt de opkomst van de ontwikkelingspsychologie als een nieuwe discipline omschrijven.
1.6 Je kunt de belangrijkste vraagstukken in de ontwikkelingspsychologie samenvatten.
1.7 Je kunt een voorspelling doen over toekomstige trens op het gebied van ontwikkelingspsychologie.
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie = de wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit bij
mensen, van conceptie tot ouderdom, maar met een accent op de jaren tot de volwassenheid.
Thematische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie
Onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen is grofweg te verdelen in vier centrale thema’s:
Fysieke ontwikkeling: kijkt naar de invloed van de fysieke opbouw van het lichaam, zoals de
hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap
op ons gedrag.
Cognitieve ontwikkeling: kijkt naar intellectuele vermogens, zoals denken, leren, geheugen en
probleemoplossing.
Sociaal-emotionele ontwikkeling: kijkt naar de sociale relaties, interacties met anderen en het
omgaan met emoties.
Persoonlijkheidsontwikkeling: kijkt naar de duurzame gedragingen en (karakter)eigenschappen
die de ene persoon van de andere onderscheiden.
Leeftijdsgroepen
Prenatale periode (conceptie tot geboorte)
Babytijd (geboorte tot twee jaar)
Peuter- en kleutertijd (twee tot zes jaar)
Schooltijd (zes tot twaalf jaar)
Adolescentie (twaalf tot twintig jaar)
Gebeurtenissen
Ieder mens behoort tot een specifieke cohort. Sociaal-historische gebeurtenissen kunnen invloed hebben
op de leden van een cohort. Daarnaast beleeft iedereen individueel gebeurtenissen. Gepaard met deze
gebeurtenissen brengt het ook bepaalde invloeden met zich mee.
Cohort = een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren.
Normatieve gebeurtenissen = gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen een groep op
dezelfde manier voltrekken. Normatieve gebeurtenissen kunnen historisch (oorlogen, economische
crisis), leeftijdsgebonden (puberteit bereiken) of sociaal-cultureel (etnische afkomst) bepaald zijn.
Niet-normatieve gebeurtenissen = specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven van een
bepaald persoon, terwijl de meeste andere mensen hier niet mee te maken krijgen.
1
Invloeden op de levensloop I (deel 1 en 2)
,Historisch bepaalde invloeden = omgevingsinvloeden en biologische invloeden die verbonden zijn aan
een specifiek historisch moment.
Leeftijdsgebonden invloeden = biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk zijn voor mensen
in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien.
Sociaal-culturele invloeden = invloeden zoals etnische afkomst, sociale klasse, lidmaatschap van een
subcultuur en dergelijke.
1.2 Kinderen: verleden, heden en toekomst
Sommige wetenschappers dachten dat er geen kindertijd bestond, ze werden eerst gezien als
miniatuurvolwassenen. De eerste keren wanneer kinderen methodisch werden bestudeerd, was door
middel van babybiografieën.
Eind 18e, begin 19e eeuw kwam er meer focus op de kindertijd. Er kwamen wetten tegen uitbuiting van
kinderen en er kwam bewustwording op kinderen gebruiken als goedkope arbeidskrachten. Daarnaast
gingen kinderen vaker naar school en was er scheiding tussen volwassenen en kinderen.
In de eerste helft van de 20e eeuw was er veel onderzoek naar kinderen en de ontwikkeling voor de rest van
hun leven. Wetenschappers hadden als doel de aard van groei, verandering en stabiliteit tijdens de
kindertijd en adolescentie te bestuderen.
Centrale vraagstukken
Continue verandering vs. discontinue verandering
Continue verandering: geleidelijke ontwikkeling. Prestaties vloeien bij elke niveau voort op het vorige
niveau.
Voorbeeld: kinderen leren steeds beter en sneller lezen, maar proces (van letters klanken maken) blijft
hetzelfde.
Discontinue verandering: stapsgewijze ontwikkeling. Elke stadium levert gedrag op dat anders is dan het
gedrag uit een vorig stadium.
Voorbeeld: een kind plast niet meer in zijn bed.
Kritieke perioden vs. gevoelige perioden
Kritieke periode: specifieke tijd in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de grootste gevolgen
heeft.
Voorbeeld: veiligheid vanuit ouders om te kunnen hechten.
Gevoelige periode: afgebakende tijd (vroeg in het leven) waarin mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde
omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van specifieke vaardigheden.
Voorbeeld: Op jongere leeftijd kun je beter een taal leren dan op latere leeftijd.
Stimuli = prikkers, oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een organisme
reageert.
Plasticiteit = de mate waarin een zich ontwikkelt gedragspatroon of fysieke structuur veranderbaar is.
Levensloopmodel vs. focus op specifieke perioden
Levensloopmodel: moderne theorieën leggen de nadruk op doorgaande groei en verandering in de loop
van het leven en op verbanden tussen verschillende perioden.
Focus op specifieke perioden: vroege ontwikkelingspsychologen zien de kindertijd en de adolescentie
nadrukkelijk als de belangrijkste perioden.
2
Invloeden op de levensloop I (deel 1 en 2)
, Nature vs. nurture
Nature = nadruk op het ontdekken van erfelijke eigenschappen en vermogens.
Nurture = nadruk op de invloed van de omgeving op iemands ontwikkeling.
Toekomst van ontwikkelingspsychologie
Dit vakgebied zal zich meer gaan specialiseren waardoor nieuwe onderzoeksgebieden en perspectieven
ontstaan. Daarnaast zal informatie over genen en neurobiologische aspecten de
ontwikkelingspsychologie beïnvloeden, met name de epigenetica (effecten van omgevingsinvloeden op de
genen). Tot slot zal diversiteit leiden tot diversiteitsvraagstukken.
3
Invloeden op de levensloop I (deel 1 en 2)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MAHummel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,99. Je zit daarna nergens aan vast.