Formeel strafrecht hoorcolleges
Week 1: het strafproces, de verdachte en het EVRM
Hoofddoel strafvordering
Het verzekeren van een juiste toepassing van het abstracte materiële strafrecht
Dat doel is tweeledig:
o Het bewerkstelligen dat de schuldigen (degenen die daadwerkelijk de strafwet hebben
overtreden) worden gestraft
o Het voorkomen van de bestraffing van onschuldigen
Bijkomende doelen
Voorzien in een regeling waarin een adequate justitiële reactie kan worden gegeven op
strafbaar gedrag
Eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte en andere betrokkenen
Procedurele rechtvaardigheid
Demonstratiefunctie
Generale preventie en speciale preventie
Voorkomen eigenrichting
Het gaat eigenlijk altijd over twee belangrijke dingen
Strafproces en waarheidsvinding
Strafproces en rechtsbescherming
Bronnen
Artikel 107 Grondwet (maar ook artikel 10 t/m 18, 92, 93, 113, 116, 118, 119, 121, 122 en
140 Grondwet)
Artikel 1 Sv (legaliteitsbeginsel)
Bijzondere wetten
AMvB en ministeriele beschikkingen
Beleidsregels
Internationaal recht
o Raad van Europa
o Europese Unie
Rechtersrecht
o Overzichtsarrest HR waarin is uitgelegd hoe we dingen moeten interpreteren
Ongeschreven recht
Klassieke uitgangspunten
Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid
Beroepsrechters
o Veel systemen maken gebruik van leken, zoals juryrechtspraak in Amerika
Vervolgingsmonopolie OM
o In andere systemen mogen burgers ook aanklagen
Opportuniteitsbeginsel
o Het OM heeft het recht om af te zien van vervolging op gronden aan het algemeen
belang ontleend en het OM mag dat zelf bepalen
Strafvorderlijke legaliteit (primaat bij wetgever)
Geen procedure zonder aanleiding (verdenking of aanwijzing)
1
, Vermoeden van onschuld
Hoor en wederhoor
Recht op rechtsbijstand
Recht op vertaling en vertolking
Zwijgrecht
Interne openbaarheid
Externe openbaarheid
Motivering
Onmiddellijkheidsbeginsel
o De rechter stelt op de zitting (onmiddellijk) het bewijs vast
Modernisering WvSv: redenen om te moderniseren
Onderdelen van het wetboek houden onvoldoende rekening met nieuwe technieken of
veroorzaken onnodige en vermijdbare lasten
Het huidige wetboek stamt uit 1926
Talloze incidentele wijzigingen waardoor systematiek en vindbaarheid verloren zijn gegaan
Ontwikkelingen in de jurisprudentie zijn niet in de wet geïmplementeerd
Wetenschappelijke literatuur dringt aan op modernisering
Doelstellingen modernisering
Te voorzien in een wetboek waarin zo veel mogelijk bevorderd wordt dat een adequate
justitiële reactie kan worden gegeven op strafbaar gedrag, en dat onjuiste justitiële
beslissingen zo veel mogelijk worden voorkomen
Een duidelijke regeling van de bevoegdheden en procespositie van de verschillende
deelnemers aan de strafrechtspleging
Facilitering van een digitaal strafproces
Vereenvoudiging van het voorbereidend onderzoek en de regeling van de
opsporingsbevoegdheden
Stroomlijning van procedures in het vooronderzoek, de berechting en de tenuitvoerlegging,
waarbij gekeken wordt naar reductie van administratieve lasten
Verkorting van doorlooptijden waarbij de verantwoordelijkheid van de procesdeelnemers voor
een voortvarende procesgang wettelijk wordt vastgelegd en het onderzoek zoveel mogelijk
wordt afgerond vóór de inhoudelijke behandeling ter zitting
Een effectieve en persoonsgerichte tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen.
Te voorzien in een wetboek dat systematisch van opzet is, het toepasselijke recht weerspiegelt,
een logische indeling kent en inzichtelijk is voor de burger
Uitganspunten
Hoofddoel blijft ongewijzigd
Opsporingsambtenaren blijven onder het gezag van het OM opsporen
Opportuniteitsbeginsel
Beroepsrechters
Geen fundamentele herziening maar een stroomlijning en herstructurering
Voorlopige hechtenis (en de criteria die daarbij horen) is nodig voor de toepassing van voorlopige
hechtenis zelf en als we bijvoorbeeld een huis mogen doorzoeken (want dit mag als voorlopige
2
,hechtenis is toegestaan). Bij dwangmiddelen die niet vrijheidsbenemend zijn hebben we de criteria van
voorlopige hechtenis nodig.
Mensenrechten en het strafrecht
EVRM (artikel 34 EVRM individueel klachtrecht voor burgers)
Artikel 93 jo. 94 Grondwet
Res interpretata-werking
Rechten absoluut of relatief?
o Absolute rechten gelden altijd en voor iedereen
Artikel 2 EVRM (verbod op folteren) is een absoluut recht
o Bij relatieve rechten mag onder voorwaarden een inbreuk worden gemaakt
Artikel 8 EVRM (recht op privacy) is een relatief recht
Artikel 6 EVRM (recht op een eerlijk proces) is een relatief recht. Elk
onderdeel waar dit recht op gebaseerd is, daar kan een inbreuk op worden
gemaakt. Er kunnen omstandigheden zijn waaronder dat niet het geval is.
Artikel 6 EVRM
Lid 1. Bij het vaststellen van zijn burgerlijke rechten en verplichtingen of bij het bepalen van
de gegrondheid van een tegen hem ingestelde vervolging heeft eenieder recht op een eerlijke
en openbare behandeling van zijn zaak, binnen een redelijke termijn, door een onafhankelijk
en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld. De uitspraak moet in het openbaar worden
gewezen maar de toegang tot de rechtszaal kan aan de pers en het publiek worden ontzegd,
gedurende de gehele terechtzitting of een deel daarvan, in het belang van de goede zeden, van
de openbare orde of nationale veiligheid in een democratische samenleving, wanneer de
belangen van minderjarigen of de bescherming van het privé leven van procespartijen dit eisen
of, in die mate als door de rechter onder bijzondere omstandigheden strikt noodzakelijk wordt
geoordeeld, wanneer de openbaarheid de belangen van een behoorlijke rechtspleging zou
schaden.
Lid 2. Eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat
zijn schuld in rechte is komen vast te staan.
Lid 3. Eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld, heeft in het bijzonder de volgende
rechten:
o Sub a. Onverwijld, in een taal die hij verstaat en in bijzonderheden, op de hoogte te
worden gesteld van de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging
o Sub b. Te beschikken over de tijd en faciliteiten die nodig zijn voor de voorbereiding
van zijn verdediging
o Sub c. Zichzelf te verdedigen of daarbij de bijstand te hebben van een raadsman naar
eigen keuze of, indien hij niet over voldoende middelen beschikt om een raadsman te
bekostigen, kosteloos door een toegevoegd advocaat te kunnen worden bijgestaan,
indien de belangen van een behoorlijke rechtspleging dit eisen
o Sub d. De getuigen à charge te ondervragen of te doen ondervragen en het oproepen
en de ondervraging van getuigen à décharge te doen geschieden onder dezelfde
voorwaarden als het geval is met de getuigen à charge
o Sub e. Zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal die ter
terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat of niet spreekt
Algemene opmerkingen bij artikel 6 EVRM
Uitwerking van de rule of law
3
, Bescherming tegen een willekeurig optredende overheid
Er mag pas worden gestraft als de lidstaat de verdachte in staat heeft gesteld de hem in artikel
6 EVRM geven rechten uit te oefenen
Heeft betrekking op de gehele strafrechtspleging, dus ook op het voorbereidende onderzoek
dat van invloed is op (de eerlijkheid van) het eindonderzoek
Niet limitatief
EHRM beoordeelt de procedure as a whole
Artikel 6 EVRM
Recht op een eerlijk proces
o ‘Criminal charge’?
o Voorafgaand aan de zitting?
Behandeling binnen een redelijke termijn
Zwijgrecht (Jalloh, Gafgen)
Nemo-teneturbeginsel (Jalloh, Gafgen)
Onafhankelijke en onpartijdige rechter
Onschuldpresumptie
Op de hoogte gebracht worden van de beschuldiging
Verdediging en rechtsbijstand
Ondervraging van getuigen
Ratio van het zwijgrecht en het nemo teneturbeginsel (dat we dit lezen in artikel 6 EVRM):
Het voorkomen van ongeoorloofde dwang,
Het voorkomen van onterechte veroordelingen en
De autonomie van verdachten
De verdachte heeft het recht te zwijgen, niet mee te werken aan veroordeling en zijn proces tot
veroordeling niet te helpen
Zwijgrecht en nemo tenetur in het Nederlandse recht
Artikel 29 lid 2 Sv
Artikel 96a lid 2 Sv
Artikel 126nc lid 3 Sv; artikel 126nd lid 3 Sv; artikel 126nda lid 2 Sv; artikel 126nf lid 2 Sv;
artikel 126ng lid 3 Sv; artikel 126nh lid 2 Sv; artikel 126ni lid 1 Sv, laatste zin; artikel 126uc
lid 2 Sv; artikel 126ud lid 2 Sv; artikel 126ue lid 1 Sv, laatste zin; artikel 126uf lid 2 Sv;
artikel 126ug lid 3 Sv; artikel 126uh lid 2 Sv; artikel 126ui lid 2 Sv; artikel 126zja lid 1 Sv,
laatste zin; artikel 126zk lid 2 Sv; artikel 126zm lid 1 Sv, laatste zin; artikel 126zn lid 2 Sv;
artikel 126zo lid 3 Sv
Nieuwe wetboek
o Artikel 2.7.2
o Een bevel als bedoeld in dit hoofdstuk wordt niet gegeven aan de verdachte, tenzij de
wet anders bepaalt.
Het verhoor
Zwijgrecht, cautie en ongeoorloofde druk
4