Een samenvatting voor het vak 'Persoonlijkheid en Gezondheid' van de studie psychologie aan de universiteit Utrecht. Deze samenvatting bevat de stof uit het boek 'Introduction to Personality: toward an integrative science of the person' de 8e editie die nodig is voor het tentamen op 24 juni. Deze s...
Samenvatting Persoonlijkheid en Gezondheid
H1 ORIENTATION TO PERSONALITY
Persoonlijkheid heeft verschillende definities. Persoonlijkheid kan gezien worden als de mate van
sociale skills en effectiviteit, maar het kan ook gekenmerkt worden door je meest dominante
eigenschap. In feite is het veel breder dan deze termen en omvat het veel complexe fenomenen.
Persoonlijkheid omvat vaak de mate van continuïteit en consistentie in een individu. Er wordt
gekeken naar hoe continu en consistent bepaald gedrag is.
Persoonlijkheid omvat de volgende aspecten:
- Persoonlijkheid bevat continuïteit, stabiliteit en samenhang
- Persoonlijkheid wordt geuit in gedrag, gedachtes en gevoelens
- Persoonlijkheid is georganiseerd
- Persoonlijkheid is bepalend voor hoe een individu naar de sociale wereld kijkt
- Persoonlijkheid is ook gelinkt aan fysieke en biologische karakteristieken
Levels van analyse: aanpakken van verschillende aspecten van persoonlijkheid
Er zijn 6 verschillende levels om te kijken naar persoonlijkheid:
- Trek-dispositioneel level: tracht de soorten stabiele psychologische eigenschappen en
gedragskenmerken te identificeren die consequent verschillen bij individuen. Ook wordt er
gekeken naar de algemene persoonlijkheid bij ‘normale personen’. Hoe ben ik als
persoon? Dit level kijkt ook naar hoe een situatie en individu wisselwerken.
Omgevingsfactoren worden bij dit level dus ook meegenomen wanneer we persoonlijkheid
benaderen.
- Biologische level: Kijkt vooral naar de genen en het nature/ nurture debat. Welk aspect
van mijn persoonlijkheid is toe te wijden aan mijn genen?
- Psychodynamische motivatie level: onderzoekt motivatie, conflicten en afweersystemen.
Wat is de motivatie die onder mijn gedrag ligt? Veel van het werk uit deze oriëntatie komt
van psychologische therapie sessies en dat begon met Freud. Je graaft bij dit level
eigenlijk heel diep naar waar gedrag vandaan komt.
- Gedrag-conditionering level: hoe worden belangrijke gedragspatronen aangeleerd? Deze
oriëntatie onderzoek conditionering en onbewuste associaties die zijn aangeleerd
- Fenomenologische-humanistische level: Iedereen ziet de wereld subjectief, om iemands
persoonlijke ervaring te begrijpen moeten we de natuur van subjectieve ervaring
ontdekken ‘hoe ben ik nou echt?’ ‘hoe zie ik mezelf?’. Gaat om zelfrapportage van
subjectieve gevoelens
- Sociale cognitieve level: deze oriëntatie omvat sociale kennis van de wereld en hoe
mensen andere mensen en zichzelf begrijpen. ‘Hoe beïnvloed mijn kennis van de wereld
mij?’ ‘hoe kan ik veranderen hoe ik denk en hoe ik me voel?
H2 DATA, METHODS, AND TOOLS
Alle oriëntatie’s gebruiken andere methoden om de persoonlijkheid te meten. Hierdoor krijg je de
resultaten van verschillende aspecten van de persoonlijkheid en deze kunnen uit eindelijk gebruikt
worden om de persoonlijkheid als geheel te onderzoeken. In dit hoofdstuk worden alle methoden
die gebruikt kunnen worden om de persoonlijkheid te meten opgesomd. Ik heb er daarom voor
gekozen om dit ook doen, zodat jullie een duidelijk overzicht hebben.
Persoonlijkheid meten:
- Interview: een verbale uitwisseling van informatie tussen de participant en de onderzoeker. Dit
kan heel gestructureerd en formeel zijn, maar ook heel spontaan en informeel. Deze methode
wordt veel gebruikt bij de psychodynamische motivatie oriëntatie. Een nadeel van deze
methode is dat het veel tijd kost om alle participanten uitgebreid te interviewen.
- Onderzoek: gestandaardiseerde meting van gedrag, inclusief verbaal gedrag.
- Zelf-reportage: onderzoeken wat mensen over zichzelf zeggen.
- Prestatie metingen: we kijken bijvoorbeeld naar hoe mensen scoren op hun academische
prestaties.
, 2 of 29
- Projectieve metingen: mensen krijgen een stimulus te zien en ze moeten dan aangeven waar dit
ze aan doet denken. Er zijn hierbij geen foute of goede antwoorden. Dit soort metingen worden
veel gebruikt in het psychodynamische motivatie level.
- Naturalistische observatie: mensen observeren in hun natuurlijke omgeving. Hierbij ga je
bijvoorbeeld kijken hoe een kind zich gedraagt bij zijn ouders aan tafel.
- Polygraaf: dit apparaat meet de activiteiten van het autonome zenuwstelsel. Er wordt
onderzocht wat de lichamelijke veranderingen zijn als reactie op een stimulus. De polygraaf
meet dit aan de hand van een elektrocardiogram (EKG). Hierbij worden de patronen van de
hartspieren bekeken met elektroden die op het lichaam geplaatst zijn. Ook kan gekeken worden
naar de veranderingen in bloed volumes met een plethysmograaf of naar de veranderingen in
elektrische activiteit door transpiratie met een galvanische huid reactie (GSR).
- Elektro-encefalograaf (EEG): meet de hoeveelheid activatie in de cerebrale cortex (brein
golven). Dit wordt veel gebruikt bij het biologische level.
- Positron emissie tomografie scans (PET): meten de hoeveelheid glucose die wordt gebruikt
in bepaalde delen van het brein. Dit geeft een beeld van hoe het brein presteert op bepaalde
onderdelen. Dit wordt veel gebruikt bij het biologische level.
- Functionele magnetische resonantie verbeelding (fMRI): hierbij worden de magnetische
velden gemeten die gecreëerd worden door activiteit van zenuwcellen in de hersenen. Dit
kunnen we gebruiken om specifiek onderzoek te doen naar de relatie tussen ons brein en onze
mentale wereld wanneer we reageren op stimuli.
- Geheugen taken: meten hoe informatie georganiseerd is in het hoofd om te kijken hoe mensen
zich dingen herinneren. Mensen moesten zich hierbij een verhaal herinneren over een persoon.
Hierdoor kwamen de onderzoekers erachter dat als een persoon extravert overkomt in het
verhaal, dat mensen die persoon ook andere extraverte eigenschappen gaan toekennen die
niet in het verhaal voorkomen.
Ook kunnen we onderzoek doen met de sequentiële priming uitspraak taak. Deze methode
gebruiken we om de hypothese te testen dat bepaalde typen mensen meer geneigd zijn om
vijandig te worden wanneer ze zich afgewezen voelen. Mensen moeten hierbij nadat ze een woord
(bijv. ‘boos’) hebben gezien dit heel snel nazeggen. Het woord is hierbij het target. Priming
refereert naar het laten zien van een stimulus net voordat een andere stimulus komt. De eerste
stimulus is dan de prime en de tweede is de target. Participanten moesten de prime negeren en
op het target reageren en de reactietijd werd beïnvloedt door de prime die aanwezig was. Mensen
die vijandiger worden als ze zich afgewezen voelen die reageren sneller op vijandige target
woorden als de prime iets met afwijzing te maken had.
Een construct zoals gedrag, emoties of gedachtes wordt gemeten met een operationalisatie.
Deze vertaalt het construct in iets observeerbaars en meetbaars. Hier kunnen we dan onderzoek
naar doen door een variabele te kiezen. Dit is een attribute, kwaliteit of eigenschap die we
verschillende waardes kunnen geven. Vaak verwachten we dat twee of meer variabelen een
correlatie hebben. Dit betekent dat ze samengaan en dat als de één hoger wordt, dat de ander
ook hoger of lager wordt. Hoe sterk deze relatie is kunnen we uitdrukken met een correlatie
coëfficiënt. Deze ligt tussen de -1.00 en 1.00. Een correlatie kan drie oorzaken hebben:
- X veroorzaakt Y
- Y veroorzaakt X
- Er is een derde variabele die zorgt voor X en Y
Deze correlatie kunnen we beoordelen door de correlatie te interpreteren. Met een statistische
significante bekijken we hoe aannemelijk het is dat de correlatie die we gevonden hebben door
kans/ toeval komt.
Er zijn verschillende manieren om de betrouwbaarheid van een onderzoek te onderzoeken. De
temporale vertrouwelijkheid is de stabiliteit van de antwoorden over de tijd. Dit is vooral
belangrijk bij variabelen die constant horen te zijn. Bij het meten van sommige variabelen is de
interne consistentie heel belangrijk. Dit bekijkt of verschillende delen van een meting hetzelfde
meten, dus bijvoorbeeld of verschillende vragen over depressie wel allemaal depressie meten. Als
de onderzoeker zelf de data moet interpreteren is het belangrijk dat er interscorer overeenkomst
is: verschillende mensen interpreteren de data en krijgen alsnog dezelfde resultaten.
, 3 of 29
Er zijn verschillende soorten validiteit:
- Content validiteit: kijkt naar in hoeverre de test het construct meet. Hierbij is de volledigheid
van de test dus belangrijk.
- Criterium validiteit: bekijkt in hoeverre de test voorspellende waardes heeft.
- Concurrent validiteit: komt het resultaat overeen met de onderzoeken die er al zijn?
- Voorspellende validiteit: de correlatie tussen een meting voor je iets en na je iets doet. Je
meet bijvoorbeeld de score op depressie voor therapie en na therapie.
- Construct validiteit: zijn de resultaten wel een goede indicatie voor het begrip dat je wil
meten? Worden alle aspecten van het begrip in het onderzoek meegenomen?
De conditie die we controleren en manipuleren is de onafhankelijke variabele. De conditie die
we uiteindelijk willen onderzoeken en die beïnvloed wordt door de onafhankelijke variabele
noemen we de afhankelijke variabele. We meten de onafhankelijke variabele vaak met een
experimentele groep en een controle groep. De experimentele groep is de groep die de variabele
heeft waar we onderzoek naar doen. De controle groep is de groep zonder deze variabele.
Hiermee kunnen we kijken of de verandering bij de experimenteel groep ook echt door die
variabele komt. Om te voorkomen dat de onderzoeker biased is kan gebruikt worden gemaakt
van een double-blind experiment, waarbij zowel de participanten als de onderzoeker niet weten
wie er in de controle groep zitten en wie er in de experimentele groep zitten.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper psy99. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.