Geneeskunde
4.1- Ouder worden: Hoe doe je dat?
1. Vergrijzing
Een stijgende levensverwachting in combinatie met een afnemende bevolkingsgroei. Dus:
Steeds meer ouderen (65+) in verhouding tot jongere mensen
De ouderen worden steeds ouder (steeds meer 75+)
o Vergrijzing: Ouderen die 65+ zijn / worden
o Dubbele vergrijzing: Houd in dat de ouderen steeds ouder worden (75+)
Minder mantelzorgers, minder vrijwilligers.
2. Fysiologische veranderingen
Biologische veroudering: Noemen we geen ziekte maar functionele achteruitgang.
Een tijdafhankelijk biologisch proces dat, hoewel het niet een ziekte op zichzelf
betreft, functionele achteruitgang (Minder mobiliteit nog niet kapot, iedereen heeft
dit als ze ouder worden) en risico voor ziekte en dood met zich meebrengt.
Sterftekans in leeftijd 65-84 jr bij mannen 1,5x groter dan bij vrouwen.
Met name sterfte door kanker, cardiovasculair lijden en COPD
Risico op overlijden verdubbelt elke 8 jaar:
o 38jr 2x > 30jr
o 46jr 4x > 30jr
o 50jr 32x > 18jr
Cardiovasculair
Hart: Minder inspanning kunnen leveren door verminderen pompkracht hart, door
stugger worden weefsel minder prikkelgeleiding, door stagnatie bloedstromen
trombus beroerte /embolie.
↓kracht hartspier, ↓inspanning, ↓prikkelgeleiding, trombusvorming(Stolsels)
Vaten: De bloeddruk in rust wijkt bij ouderen niet veel af van die van jongere
volwassen, maar bij inspanning worden de verschillen groter. Vooral de systolische
bloeddruk zal gedurende een mensenleven hoger worden.
Artherosclerose (Komt voor als je ouder word bij iedereen) Stugger, varices, ulcera
Centraal zenuwstelsel
De snelheid neemt zowel af als het gaat om de reflexen, als om cognitieve taken. Dit komt
door vermindering van de kwaliteit van de zenuwgeleiding als gevolg van afname van de
dikte van de myelineschede. Minder neurotransmitters.
1. Het aantal zenuwcellen wordt minder. (Geheugen neemt af, vermogen om ingewikkelde
plannen te maken neemt af)
2. Prikkelgeleiding word minder snel.
3. Neurogeleiding (Hoeveel stofjes er worden over gedragen) wordt minder.
↓reflexen/cognitieve taken, geheugenproblemen, planning en orde Longen
, ↓O2 opnemen, luchtweginfecties, minder goed ademhalen Bewegingsapparaat
Longen:
Minder O2 door afname longoppervlakte, LWI door minder trilhaarepitheel (Atrofie), minder
goed ademhalen (Minder spierkracht, kyfose)
Bewegingsapparaat:
Spieren:
↓massa/kracht valincidenten
Botten:
afname dichtheid (Mindere botdichtheid – licht osteoporotisch) , sneller #
Huid
↓dik/vocht/elastisch, droger en bleker
Weerstand minder (Eerder infecties)
Zintuigen:
↓reuk/smaak/speeksel/traanvocht/horen/zien (Cataract (Groene staar) en
verziendheid (Lens wordt minder buigzaam, dichtbij slechter zien, verte wel zien))
Eten smaakt minder (Wel laten eten door het lekker op te dekken en het samen te
laten eten)
Minder speeksel dus meer mondinfecties, minder traanvocht dus eerder ooginfecties
Gastro-intestinaal:
Darmen: ↓opname darm (Met name calcium), obstipatie (O.a. door immobiliteit)
Urinewegen:
↓nierfunctie (Bereken door de GFR - glomerulaire filtratiesnelheid),
↑UWI = Urine weg infecties (O.a. door toename residu), Ouderen kunnen vaak
minder goed uitplassen (Oorzaak: Bij vrouwen door verzakkingen, bij mannen bij
vergrote prostaat) (Voorkomen: Goed toilet, goede hoogte)
Opdracht: Juist- onjuist vragen:
1. Een hoge lichaamstemperatuur is een extrinsieke factor welke kan leiden tot een
vervroegde veroudering =
Onjuist, het is namelijk intrinsieke factor. Verhoogde temperatuur leidt tot schade
aan de eiwitten wat leidt tot vervroegde veroudering
2. Leeftijdsgebonden functieverlies merk je vooral bij lage belasting =
Onjuist, bij hoge belasting
3. Bij ouderen zie je meer infecties van de huid =
Juist
4. Met het ouder worden neemt de wintketelfunctie (Uitrekbaarheid / elasticiteit) van de
aorta af. Dit leidt tot een verhoogde systolische bloeddruk =
Juist
5. Met het ouder worden neemt het aantal hartklepafwijkingen toe =
Juist
,6. Met het toenemen van de leeftijd, neemt de vitale capaciteit van de longen toe =
Onjuist,
7. Vermindering van de eetlust bij ouderen is niet fysiologisch, maar vooral pathologisch =
Onjuist, rust vooral op fysiologisch.
8. Toename van het residuvolume in de blaas na het plassen met het klimmen der jaren is
normaal =
Juist
9. Botverlies treedt meer op bij vrouwen dan bij mannen =
Juist, Bij vrouwen verdwijnt opgegeven moment de oestrogenen waardoor botverlies
optreedt.
10. De afname van het aantal spiercellen begint al vanaf de leeftijd van 25 jaar. =
Juist
11. De hoeveelheid van de regulerende hormonen FSH en LH neemt na de leeftijd van 50
jaar af. =
Onjuist, het neemt juist toe. Het wordt juist extra veel aangemaakt omdat de
oestrogenen verdwijnen.
12. Veranderingen in de lens bij ouderen leiden tot bijziendheid en cataract =
Onjuist, het leidt tot verziendheid.
3. De kwetsbare ouderen
Filmpje Youtube: The science of Aging
4 Redenen van veroudering:
1. Omgeving / leefstijl = Gewoon te veel blootstellen aan gevaren van buiten (Teveel zon of
andere straling, slechte eetgewoontes, roken = cellen worden beschadigd, DNA beschadigd
wat kan leiden tot Tumoren.)
2. Slijtage = Gebruik je het lijf gewoon teveel krijg je veel reacties in je lijf en veel actieve
moleculen (Vrije radicalen) bij veel stofwisseling heb je veel vrije radicalen en die gaan
beschadigen Veel gebruik en door onverantwoordelijke dingen te doen heb je een
grotere kans om meer te verouderen.
3. Noodlot 1 = Aan het einde van elke chromosoom zit een soort telomeer, Elke keer als de
chromosoom zich deelt breekt er een stukje van het einde af.
4. Noodlot 2 = Biologische klok. Deze zit bij de hypothalamus. Deze bepaalt wanneer de man
of vrouw in de overgang komt. Die ingebouwde klok bepaalt ook een deel hoe jou leven
verloopt.
Criteria voor kwetsbaarheid (Fried):
Niet iedere oudere is kwetsbaar. Het is aan verpleegkundige en artsen om dit te signaleren.
Wanneer je denkt dat iemand kwetsbaar is maak je een assessment om te kijken op welke
plekken ze kwetsbaar zijn (Lichamelijk, psychisch en sociaal). Als uit het assessment komt dat
de persoon kwetsbaar is dan probeer je deze persoon zo veel mogelijk te helpen en je
probeert dat ze zo lang mogelijk thuis kunnen wonen.
Definitie Kwetsbaarheid:
Een proces van opeenstapeling van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het
functioneren, dat de kans vergroot op negatieve gezondheidsuitkomsten.
, Factoren bij kwetsbaarheid:
Er is sprake van kwetsbaarheid wanneer drie of meer van de volgende vijf criteria aanwezig
zijn:
1. Vertraagd looppatroon
2. Lage fysieke activiteit
3. Ongewild gewichtsverlies
4. Subjectieve uitputting
5. Algemene spierzwakte
Van screenen naar zorgbehandelplan
Waarom screenen:
Vroegtijdig opsporen
Voorkomen van erger
Voorkomen van cascade breakdown
Van screenen naar zorgbehandelplan
Stappen 3, 4 en 5:
Helft van de problemen wordt herkend.
Oudere zelf de doelen laten stellen
Doelen gericht op:
o Preventie
o Behoud van functioneren
o Ondersteuning en begeleiding
Autonomie accepteren
Verpleegkundige treedt faciliterend op
CGA: Compreshensive Geriatric Assessment:
Multidisciplinair onderzoek
o Multipele problemen opsporen, beschrijven en verklaren
o Capaciteiten en zorgbehoeften onderzoeken
o Gecoördineerd en integraal zorgplan
Het CGA: o.a. aandacht voor: cognitie, mobiliteit en zelfredzaamheid
CGA 4domeinen: Somatiek, psychisch, sociaal en fysisch.
Somatiek:
Cardiovasculair, pulmonaal, endocrinologisch, nierfunctie, gewrichten,
voedingstoestand, incontinentie, slapen,
Functioneel:
zelfredzaamheid: ADL, traplopen, maaltijd bereiden, schoonmaken, vervoer, uitgaan,
hobby’s inname medicatie, beheren financiën etc.
Maatschappelijk:
sociale contracten, woonsituatie, contacten met kinderen en familie, zorgnetwerk
Psychisch: