5 Economie examen juni
TH1 L5: waarom biedt de overheid publieke goederen aan
Vrijbuiters = mensen die meegenieten zonder zelf deel te nemen
Rivaliserend → geen 2 mensen kunnen het goed consumeren
Uitsluitbaar → als mensen ervan uitgesloten kunnen worden het goed te gebruiken.
Bv lid zijn, betaling
Publieke goederen = goederen/diensten voorzien ten voordele van een hele
maatschappij → overheid vindt deze ‘belangrijk’. Niet-uitsluitbaar & niet-
rivaliserend → defensie, rivieren, 02
Gemeenschappelijke goederen = rivaliserend & niet-uitsluitbaar → land
(gemeenschappelijk), visvangst
Clubgoederen = niet-rivaliserend & uitsluitbaar → m useum, wegen, kunstgalerij
Quasi-publiek = als kenmerk zuiver publiek niet voltooid is:
1) Clubgoederen (nr & u) → door overheid & ondernemingen
2) Gemeenschappelijke goederen (R & nu) → overheid zelf of subsidiëren (de
lijn = goedkoper)
Verband zuiver publiek goed & positieve externaliteiten:
Externaliteiten van zuiver publiek goed zijn positief en verhinderen anderen niet
Verband gemeenschappelijk goed & negatieve externaliteiten:
Externaliteiten gemeenschappelijk goed = negatief, de ene consument
belemmert andere, zoals visvangst
Bij publiek goed wordt er minder aangeboden dan efficiënte hoeveelheid
Vrijbuiters = probleem voor sociale zekerheid →werkende mensen betalen
belastingen anderen niet
,5 Economie examen juni
TH1 L6: hoe komt de prijs bij een monopolie tot stand
Explore 1: monopolie
Perfecte competitieve markt = individuele aanbieder neemt prijs & bepaalt hoeveel
gij maakt/verkoopt
Monopolie:
1 aanbieder
Veel vragers
Geen vervangproducten
Geen vrije toetreding
Kan zijn winst maximaliseren ⟶ MO = MK
Aanbieder is prijszetter ⟶ prijs & hoeveelheid bepalen
Homogene producten
2) Door de wet belemmeringen
Exclusieve rechten voor een product dat andere stopt met toetreden tot de
markt
Patent = bescherming product/technologie tegen imitatie
Franchise = toekennen door overheid, markt wordt gegeven aan onderneming
(Bpost)
Licenties = bepaalde aantal ondernemingen mogen aanwezig zijn (bv. Apotheken)
3) Belemmeringen door strategisch gedrag
Om nieuwe spelers van de markt te houden
Zware campagne reclames om klanten te overtuigen (=duur)
Explore 3: opbrengsten van monopolie
Geen onderscheid tussen marktvraag & vraag onderneming
Mo & go bij monopolie:
Omzet stijgt als prijs daalt
Opbrengst per q = p = GO (prijsafzetcurve)
MO ≠ markt-vraag
Mo = lager als P ⟶ MO is helft van GO
,
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femkevern. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,56. Je zit daarna nergens aan vast.