De uitgewerkte leerdoelen van Jurist en Recht. Het is een hele beknopte versie. De toets gemaakt alleen aan de hand van deze leerdoelen en met de eerste kans behaald.
de verschillende rechtsgebieden (genoemd in hoofdstuk 1 van Verheugt) benoemen;
Privaatrecht, publiekrecht, staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht.
Beschrijven wat de rechtsbronnen van het Nederlandse recht inhouden;
Rechtsbronnen: de bronnen waaruit het geldend recht als het ware voortvloeit. Bij de rechtsbronnen
gaat het om de vorm waarin rechtsregels zich voordoen, en niet om de inhoud van de regels. Alle 4
de rechtsbronnen behoren tot het positieve recht…
1. De wet; te vinden in de wet. Wetgever maakt deze. Dit zijn rechtsregels.
2. Jurisprudentie (rechtspraak); rechter de onduidelijke regel nader toe of formuleert. (als alle
rechters die regel toepassen is het jurisprudentie)
3. Gewoonte (ongeschreven); wordt een rechtsregel, wanneer er sprake is van bestendig gebruik en
als het gezien wordt als rechtsnorm. De gewoonte is ongeschreven fatsoen.
4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
Zijn van steeds toenemender belang. Hebben in beginsel in ons recht dezelfde werking als gewone
wetten en behoren daarom ook tot het positieve recht.
Op het niveau van wetten het onderscheid tussen materieel en formeel recht aangeven;
Materieel recht = regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van personen in hun
onderling verkeer, zijn regels van materieel recht. (wetboek van strafrecht)
Formeel recht = regels over de wijze van procederen voor de rechter. Formeel recht wordt ook wel
procesrecht genoemd. Als er moeilijkheden ontstaan, komt formeel recht in beeld. (wetboek van
strafvordering)
Leerdoelen Jurist en Recht Week 2
Een rechtsregel typeren (categorieën normatief en niet-normatief)
Normatief: ze sturen of beoordelen menselijk gedrag,
Gebodsbepalingen (verplicht iets te doen)
Verbodsbepalingen (verplicht iets na te laten)
Bevoegdheidsbepalingen.
Niet normatief: ze stellen geen norm. 3 soorten
Kwalificatieregels en definitiebepalingen: (worden regels of bepalingen omschreven vn een of
meer begrippen uit normatieve rechtsregels gegeven, (Er wordt uitgelegd wat het begrip
betekent van normatieve regels)
Verwijzingsregels of schakelbepalingen: (verklaren artikelen enz. op een ander artikel uit de
wet.) (schakelbepalingen vervullen daarbij een belangrijke rol bij het tot stand brengen van
samenhangende regelgeving)
Constructies: (verschillende samenhangende verschijnselen worden onder 1 noemer gebracht.)
Ficties: (de wetgever doet alsof er sprake is van een bepaalde situatie.)
Leerdoelen Jurist en Recht Week 3
Een conclusie trekken ten aanzien van een eenvoudige casus op basis van de voormelde stappen.
1. Relevante feiten
2. Relevante wetsartikelen
3. Toepassen van de voorwaarden op de feiten
4. Argumenteren
5. Conclusie
1
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stims1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.