Leerdoelen Inleiding Verbintenissenrecht Week 1
Aangeven wat de begrippen rechtshandeling, feitelijke handeling, bloot rechtsfeit en verbintenis
inhouden:
Feitelijke handelingen: handelingen die niet op rechtsgevolgen zijn gericht, maar waar het recht wel
rechten en plichten aan verbindt (zie bijv. art. 6:162 BW: de onrechtmatige daad).
Rechtsgevolgen worden opgelegd door de wet en niet door de partijen. Bijvoorbeeld door een aanrijding en
schadevergoeding te betalen. Jij hebt plicht tot betalen en slachtoffer heeft recht op vergoeding.
Twee soorten menselijk handelen met rechtsgevolg: ***
Rechtshandeling: handelingen die op rechtsgevolg zijn gericht. Zie art. 3:33 BW (wil + verklaring)
- Meerzijdige rechtshandelingen: verricht door twee of meer personen (koopovereenkomst, huur, arbeid)
- Eenzijdige rechtshandelingen: verricht door een persoon (opzeggen arbeidsovereenkomst, opstellen
testament)
Beogen partijen bepaalde rechtsgevolgen in het leven te roepen.
Verbintenis: een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee (of meer) personen, op grond
waarvan de ene persoon (schuldeiser) recht heeft op een prestatie, waartoe de andere (schuldenaar) is
verplicht.
Wat is een verbintenis? Iets wat je volgens het recht verplicht om te doen of te laten, die noemen we een
prestatie.
Blote rechtsfeiten: is geen feitelijke handeling maar levert wel een rechtsgevolg op. Bijvoorbeeld een
overlijden, het bereiken van de 18-jarige leeftijd, wanneer je geboren wordt heb je recht op een naam.
De bronnen van verbintenissen uit het Burgerlijk Wetboek noemen:
Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit. (zie art. 6:1 BW).
Ze kunnen o.a. ontstaan door:
- Een overeenkomst (art. 6:213 BW)
- Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)
- Een rechtmatige daad (bijv. zaakwaarneming art. 6:198 BW)
De verschillende rechtssubjecten in het Nederlandse recht herkennen:
Rechtssubject: drager van rechten en plichten, dat kunnen natuurlijke personen en rechtspersonen zijn.
Uitleggen of een rechtshandeling nietig, vernietigbaar of geldig is.
Nietig – vernietigbaar
Vernietigbaar: de rechtshandeling is geldig, maar de nietigheid ervan kan achteraf worden ingeroepen.
Een overeenkomst is niet in strijd met de wet, maar een klein onderdeel kan worden vernietigd artikel 3:44
BW. (Zwakkere partij beschermen) moet een beroep op gedaan worden. dan terugwerkende kracht.
Bijv. minderjarige
(!) Wil en verklaring moeten wel overeenstemmen! Anders toetsen aan artikel 3:35 en als die niet
overeenkomt, dan is de overeenkomst alsnog niet geldig
Leerdoelen Week 2
In de verplicht voorgeschreven verbintenisrechtelijke uitspraken van de Hoge Raad aangeven welke
rechtsvraag centraal staat:
Jurisprudentie= Hofland-Hennis Is er door de aanvaarding van Hennis een koopovereenkomst tot stand
gekomen?
Jurisprudentie= Haviltex Mocht de machine zonder goede reden worden teruggegeven of niet?
Jurisprudentie= Eelman-Hin Kan de koopovereenkomst worden vernietigd op grond van art. 3:34 BW of
blijft deze in stand wegens art. 3:35 BW?
Hofland-Hennis: Wanneer het gaat om unieke zaken (individuele bepaalde zaken), zoals een huis,
oldtimer, puppy geld dat niet alleen de prijs van belang is, maar ook de persoon van de koper van belang.
Haviltex: Bij de totstandkoming van een overeenkomst staat niet de zuiver taalkundige uitleg, maar de
bedoeling van de partijen centraal, dit wordt ook wel de Haviltex-formule genoemd.
Eelman-Hin
, Rechtshandelingen van handelingsonbekwamen zijn altijd vernietigbaar. Bij rechtshandelingen van feitelijk
onbekwamen moet er worden gekeken of de wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwt op de
bekwaamheid van de feitelijk onbekwame. Indien dit het geval is, is de overeenkomst geldig.
Benoemen aan de hand van welke elementen een overeenkomst geldig tot stand komt:
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding art.6:217 BW. Beide zijn een eenzijdige
rechtshandelingen die we toetsen aan een aantal vereisten.
Persoon: handelingsbekwaam (art. 3:32 BW)
Totstandkoming door aanbod en aanvaarding (art. 6:217 BW)
o Aanbod: wil + verklaring (art. 3:33 BW)
o Aanvaarding: wil + verklaring (art. 3:33 BW)
o Probleem? Mogelijk (art. 3:35 BW)
Inhoud: ovk verboden? (art. 3:40 BW)
Conclusie:
Benoemen wat het verschil is tussen een aanbod en een uitnodiging tot het doen van een aanbod
aan de hand van relevante jurisprudentie en dit toepassen op een casus:
Aanbod
Een aanbod moet alle essentiële elementen van de sluiten overeenkomst bevatten.
Let onder andere op het volgende:
Het aan moet niet zijn vervallen door tijdsverloop of verwerping (art. 6:221 BW)
Het aanbod moet niet zijn herroepen (art. 6:219 BW)
Verbintenissen moeten voldoende bepaalbaar zijn. (6: 227 BW) (houdt in, de schuldeiser en
schuldenaar moet duidelijk zijn.
Een aanbod dat vaag is geen aanbod. Boek doorlezen voor uitnodiging
Uitleggen wat de begrippen aanbod en aanvaarding inhouden in het kader van de totstandkoming
van een overeenkomst en dit toepassen op een casus:
Er moet bij een totstandkoming van een overeenkomst (vereisten) sprake zijn van een aanbod en
aanvaarding (artikel 6:217 BW).
aanbod en aanvaarding zijn eenzijdige rechtshandelingen.
Beoordelen of iemand handelingsbekwaam is tot het sluiten van een overeenkomst:
Zijn partijen handelingsbekwaam?
Art. 3.32 BW: iedere natuurlijke persoon is handelingsbekwaam, voor zover de wet niet anders bepaalt. De
wet bepaalt anders m.b.t.
- Minderjarigen (art. 1:233 e.v. BW)
- Onder curatele gestelde (art. 1:378 e.v. BW)
Herkennen of de inhoud van een overeenkomst in strijd is met de wet:
Inhoud
De overeenkomst mag niet in strijd zijn met:
- De overeenkomst mag niet in strijd zijn met de wet, openbare orde of de goede zeden.
Gevolg: nietigheid o.g.v. art. 3:40 BW.
De wilsgebreken herkennen in het kader van de totstandkoming van een overeenkomst:
Totstandkoming:
Is er sprake van een wilsgebrek?
- Dwaling art. 6:228 BW
- Bedreiging art. 3:44 lid 2 BW
- Bedrog art. 3:44 lid 3
- Misbruik van omstandigheden art. 3:44 lid 4 BW
Gevolg: vernietigbaar o.g.v. art. 3:44 lid 1 BW en art. 6:228 lid 1 BW
Dwaling alleen bij een overeenkomst, de rest bij alle rechtshandelingen
Leerdoelen Week 3
Artikel 6:74 BW analyseren aan de hand van rechtsvoorwaarden en het rechtsgevolg:
1. Tekortkoming in de nakoming
- niet-nakoming auto niet geleverd
- niet tijdige nakoming auto te laat geleverd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stims1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.