De aantekeningen zijn volledig wat betreft alle inhoudelijke hoorcolleges. de stof is helder uiteengezet. Alle jurisprudentie is groen zodat ze gemakkelijk opvalt. De bespreking van het tentamen zit niet bij de aantekeningen. Tijdens het college had je hier vooral iets aan als je de opgaven hebt ge...
Hoorcollege 1 – Inleiding tot het vak en het bewijsrecht – mr. P. Koerts
We gaan het vandaag hebben over de opzet van het vak en daarna gaan we inhoudelijk
beginnen met een inleiding op het bewijsrecht.
Dit vak bestaat uit veertien ‘hoor’colleges. Je moet de colleges wel goed voorbereiden. Zo
zijn er bijvoorbeeld oefenvragen beschikbaar. De oefenvragen verschillen van niveau, maar ze
zijn sowieso wel handig om actief met de stof bezig te gaan.
Op het tentamen moet niet alleen de inhoud van het antwoord goed zijn, maar je moet het ook
goed opschrijven. Dat moet dan ook in goed Nederlands. Dat gaat bij het tentamen ook deel
uitmaken van één van de tentamenvraag. Het laatste college gaan wij ook aan de slag met een
tentamen. Waarom is Nederlands ook een onderdeel? In de praktijk zul je ook veel moeten
schrijven.
Dit vak bouwt voort op het burgerlijk procesrecht uit de bachelor. Het gaat om vier
verdiepende onderdelen (capita selecta)
1. Bewijsrecht
2. Hoger beroep
3. Arbitrage
4. Beslag- en executierecht
Er is een wisselwerking tussen het formele recht (procesrecht) en het materieel recht (bijv.
overeenkomsten- en goederenrecht). Als je het procesrecht goed beheerst kun je een zaak
winnen die je eigenlijk niet zou mogen winnen. Het is dus van groot belang om het formele
recht goed te beheersen. Als je het negatief benaderd, kun je dus ook een zaak verliezen die je
eigenlijk prima had kunnen winnen.
Inhoud
Literatuur: Thoe Schwartzenberg (bewijsrecht); artikelen (online) en delen uit andere
boeken (online)
Jurisprudentie
Collegestof
Nader te publiceren stof
Ten geleide (digitale klapper)
Nadere aankondigingen/mededelingen op Brightspace
Het programma
Varia
Dringend advies: ‘meestuderen’
Gebruik de oefenvragen als oefening tijdens de collegereeks
Bereid de colleges voor, kom naar de collegezaal en doe actief mee
Gebruik het discussieforum
Houd de Brightspace (en andere communicatiekanalen) in de gaten
Inleiding bewijsrecht
,Waarom beginnen we eigenlijk het met bewijsrecht? Het procesrecht staat en valt met het
bewijsrecht. In veel zaken draait het om de feiten. Maar hoe komt een feit vast te staan? Door
bewijs. Het vaststellen van feiten wordt dus gedaan met bewijs. Dat maakt het ook zo
belangrijk.
Algemeen
Belang van het bewijsrecht in civiele zaken
Belang van goede beheersing van het bewijsrecht
Plaats van het bewijs(recht) in het civiele proces
Plaats van het bewijsrecht in de wet
Toepasselijkheid
In dagvaardings- en verzoekschriftprocedures?
In kort geding?
In eerste aanleg, in hoger beroep en in cassatie?
o In beginsel zou je wellicht denken dat het bewijsrecht geen rol speelt in
cassatie. De Hoge Raad is immers geen feitenrechter. Maar soms ligt dit toch
iets anders. De Hoge Raad moet soms beoordelen of iemand in cassatie wel
ontvankelijk is. Om vast te stellen of iemand ontvankelijk is, kan het
bewijsrecht nodig en nuttig zijn. Ook dan past de Hoge Raad het bewijsrecht
toe.
Plaats en kaders
Partijautonomie (?) versus (?) lijdelijke civiele rechter (?)
o Inmiddels is dit niet meer het geval. De rechter is ook in het civiele recht
steeds actiever en lang niet meer zo lijdelijk als vroeger. Uiteraard zit er
verschil in rechter. De ene rechter is actiever dan de ander, maar de lijdelijke
rechter is niet meer actueel. Er is een debat gaande dat de civiele rechter ook
steeds meer moet doen aan waarheidsvinding. In feite net als in het strafrecht.
De strafrechter is immers ook actief op zoek naar de materiële waarheid. In
zoverre kun je ook stellen dat de partijautonomie steeds kleiner wordt. Volgens
Koerts is het tegenwoordig niet meer of minder dan dat de partijen bepalen dat
er geprocedeerd wordt. Partijen hebben minder en minder te zeggen over hoe
de procedure wordt ingericht.
Processuele waarheid en de materiële waarheid
o Historische ontwikkeling
o Heden ten dage
o Wet vereenvoudiging en modernisering bewijsrecht (Stb. 2024/62)
HR Dimopoupos/Erven van Mierlo
Artt. 23 tot en met 25 Rv (eerste titel)
o Art. 23: beslissen op het gevorderde/verzochte
o Art. 24: ‘op grondslag van’ (verbod op aanvulling van de feitelijke grondslag;
grenzen van de rechtsstrijd)
o Art. 25: ambtshalve aanvulling van de rechtsgronden (ius curia novit)
Artt. 149 e.v. (tweede titel)
o Art. 149 lid 1 (o.a.): verbod op aanvulling van de feiten
, Verder… feiten die door de ene partij gemotiveerd zijn gesteld en door
de andere partij onvoldoende zijn betwist, moet de rechter als
vaststaand beschouwen.
Je zult eerst moeten stellen en betwisten voordat je aan de bewijslastverdeling toekomt. Als er
wel is gesteld, maar niet is betwist, moeten de feiten als vaststaand worden beschouwd. Je
komt in dat geval dus helemaal niet toe aan een bewijslastverdeling.
Feiten en rechten
Enerzijds gesteld, anderzijds niet of niet voldoende betwist: feit staat vast (geen
bewijslevering nodig)
Wel voldoende betwist? Feiten en rechten moeten conform Negende Afdeling komen
vast te staan
Anders: feiten of omstandigheden van algemene bekendheid (lid 2)
HR NNEK/van Mourik (verzwaarde stelplicht)
Wat ‘moet’ je stellen – en wat niet?
Gemotiveerd stellen en gemotiveerd betwisten
Het rechterlijk beslismodel: begin bij het petitum (de vordering of het verzoek)
Afronding
Enkele praktische wenken met betrekking tot het vak
Inleiding bewijsrecht: de ‘randen van het bewijsrecht’ verkend
Morgen gaan we bezig met de bewijslastverdeling.
Hoorcollege 2 – Bewijslastverdeling – mr. P. Koerts
Gisteren zijn we begonnen met het bewijsrecht. De belangrijkste boodschap was dat stellen en
betwisten van enorm belang zijn en dat je dit ook gemotiveerd moet doen. Vandaag gaan we
verder met de bewijslastverdeling.
Het programma ziet er vandaag alsvolgt uit:
1. Stellen en betwisten
2. Bewijslastverdeling: algemeen
3. Bewijslastverdeling: hoofdregel
4. Bewijslastverdeling: uitzonderingen
5. Afronding
Recapitulatie
Belang van (vaststaande) feiten in civilibus
, Eerst (voldoende) stellen en (voldoende) betwisten, dan pas wordt ‘bewijs’ relevant
(art. 149 lid 1 Rv).
Stellen en betwisten
Als je niet goed onderbouwd of motiveert, dan staan de feiten zoals de andere partij deze naar
voren heeft gebracht vast. Als jouw stelling niet voldoende is onderbouwd en gemotiveerd
dan kom je ook niet toe aan bewijslevering. Je kunt bijvoorbeeld wel tien getuigen hebben die
jouw stelling kunnen beamen, maar als je je stelling op voorhand niet goed hebt gemotiveerd,
dan kom je niet toe aan het oproepen van de getuigen. Het is dus van groot belang om je
stelling te onderbouwen en te motiveren. In feite is dat de poort naar de bewijslevering.
‘Deze stelling is onvoldoende feitelijk (of nader) onderbouwd, zodat de rechtbank
daaraan voorbijgaat.’
‘Deze stelling is onvoldoende (gemotiveerd) betwist, zodat het hof van de juistheid
ervan uitgaat.’
‘Als enerzijds gesteld en anderzijds niet, of niet voldoende (gemotiveerd) betwist,
staan de volgenden feiten vast: (…).’
Als de feiten al vaststaan, komt er geen bewijslevering meer. De stelling is dan al voldoende
onderbouwd en er is niet of onvoldoende betwist. De rechter neemt deze feiten dan voor waar
aan en stelt ze vast op basis van art. 149 Rv. Deze feiten hoeven dan dus ook niet meer te
bewezen worden. Zoals we hierboven ook hebben gezien kan de wederpartij ook geen bewijs
meer leveren om de onjuistheid van de feiten aan te tonen. De feiten staan immers al vast en
er is geen ruimte meer voor bewijslevering.
Als er wel voldoende is gesteld en ook voldoende is betwist dan staan de feiten nog niet vast.
Dan komen we toe aan de tweede fase de bewijslevering conform de negende afdeling van
die titel.
Stellen (art. 149 lid 1 Rv)
Feiten en rechten
Enerzijds gesteld, anderzijds niet of niet voldoende betwist: feit staat vast (geen
bewijslevering nodig)
Wel voldoende betwist? Feiten en rechten moeten conform de negende afdeling
komen vast te staan.
Anders feiten of omstandigheden van algemene bekendheid (lid 2)
Volgens art. 149 lid 2 Rv hoeven feiten van algemene bekendheid niet bewezen te worden.
Maar wat zijn dan feiten van algemene bekendheid? Je mag dit niet al te snel aannemen.
Feiten van algemene bekendheid zijn in ieder geval
1) Feiten die voor een normaal ontwikkelend mens als logische worden beschouwd;
2) Feiten die voor een normaal ontwikkelend mens op eenvoudige wijze via openbare
bronnen toegankelijk zijn.
De strafkamer van de Hoge Raad heeft gezegd dat als iets op internet staat onvoldoende is om
te spreken over een feit van algemene bekendheid. Het gaat hier natuurlijk om de strafkamer
van de Hoge Raad, maar dit wordt ook zo gehanteerd binnen het civiele recht.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mbmarcelbenjamins. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.