Sociale psychologie week 1
Beschrijven wat het begrip sociale psychologie is.
Sociale psychologie: de wetenschappelijke studie naar de wijze waarop de (echte of denkbeeldige) aanwezigheid van
anderen de gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen beïnvloedt. De kern van de sociale psychologie is dus
het fenomeen ‘sociale invloed’: het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van anderen mensen
hebben op onze gedachten, gevoelens, houdingen en/of gedrag.
Beschrijven wat de verschillen zijn tussen de sociale psychologie en de andere gebieden van de psychologie.
Naast de sociale psychologie zijn er nog andere wetenschappelijke disciplines, die ook determinanten van menselijk
gedrag bestuderen.
De evoluFonaire psychologie probeert sociaal gedrag te verklaren op basis van erfelijke factoren die zich door de Fjd
heen hebben ontwikkeld aan de hand van natuurlijke selecFe. De sociale psychologie richt zich meer op het hier en
nu.
Persoonlijkheidspsychologen proberen sociaal gedrag te verklaren met behulp van individuele verschillen
(karaktereigenschappen). Sociaal psychologen ontkennen niet de persoonlijkheden verschillen, maar zij verklaren
sociaal gedrag in termen van de macht die de sociale situaFe uitoefent.
De sociologie richt zich op onderwerpen als sociale klasse, sociale structuur en sociale insFtuFes. De sociologie, maar
bijvoorbeeld ook de antropologie, zijn dus eveneens geïnteresseerd in de manier waarop de sociale omgeving
mensen beïnvloedt. De sociale psychologie onderscheidt zich echter doordat ze zich niet zozeer bezighoudt met
sociale situaFes in een objecFeve betekenis, maar met de manier waarop hun interpretaFe, of construct, van hun
sociale omgeving mensen beïnvloedt.
Er bestaat een fundamenteel verschil tussen het analyseniveau van de sociale psychologie en dat van andere
disciplines. Voor biologen en neurowetenschappers kan het analyseniveau bijvoorbeeld bestaan uit de genen,
hormonen, of psychische processen in het brein. Persoonlijkheids- en klinisch psychologen analyseren het individu.
De analyses van sociologen daarentegen zijn gericht op groepen, insFtuFes en de samenleving in bredere zin. In de
sociale psychologie betreM het analyseniveau het individu in de context van een bepaalde sociale situaFe.
Er is een ander belangrijk onderscheid tussen de disciplines: de vraag wat ze proberen te verklaren. Het doel van de
sociale psychologie is het beschrijven en verklaren van hoe mensen elkaar, als elkaars sociale omgeving, in hun
voelen, denken en doen beïnvloeden. Sociaal psychologen proberen in kaart te brengen welke fenomenen in
menselijk sociaal gedrag tamelijk universeel zijn, en welke meer cultureel bepaald zijn. Daarvoor is cross cultureel
onderzoek essenFeel.
Het onderzoeksterrein van sociale psychologie vergeleken met verwante disciplines
EvoluFonaire psychologie, Persoonlijkheidspsychologie Sociale psychologie Sociologie
biologie,
neurowetenschap
Studie van natuurlijke De studie van de De studie naar zowel de De studie naar algemene
selecFeprocessen, genen, kenmerken die maken dat universele als de wePen en theorieën over
hormonen of individuen uniek zijn en van cultuurbepaalde invloed groepen en
psychologische processen elkaar verschillen van de sociale omgeving samenlevingen, in plaats
in de hersenen. op de gevoelens, van individuen.
gedachten en gedragingen
van mensen.
Uitleggen wat voorbeelden van onderzoeken uit de sociale psychologie zijn.
• Fundamentele a?ribu@efout: neiging om de mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door de rol van
persoonlijke eigenschappen en andere interne factoren te overschaPen en de rol van externe, situaFonele
factoren te onderschaPen (ook wel correspondenFevertekening genoemd).
• A?ribu@e: het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of aan andermans gedrag en het daarmee voorzien
van verklaringen.
,Onderzoek naar de fundamentele aPribuFefout
• Probleem met de fundamentele aPribuFefout: er wordt te veel uitgegaan van het situaFonisme, waarbij
gedrag te veel verklaard wordt vanuit externe situaFonele factoren.
• Gawronski (2004): de fundamentele aPribuFefout is contextaWankelijk.
• De fundamentele aPribuFefout wordt ook wel de correspondenFevertekening genoemd.
o Corresponden@evertekening: neiging om de mate waarin iemand gedrag wordt veroorzaakt door de
rol van persoonlijke eigenschappen en andere interne factoren te overschaPen en de rol van externe,
situaFonele factoren te onderschaPen.
Aangeven welke twee fundamentele behoeDen mensen hebben volgens sociaal psychologen: het
zelfverheffingseffect en het accuraatheidsmo@ef.
De wijze waarop een individu een situaFe construeert, wordt grotendeels bepaald door twee fundamentele
menselijke behoeMen: de behoeMe om een goed gevoel over onszelf te hebben en de behoeMe accuraat te zijn. Deze
moFeven kunnen ons soms in tegengestelde richFngen doen bewegen.
Het zelfverheffingsmoFef (de behoeMe aan een posiFeve zelfwaardering): de meeste mensen hebben sterk de
behoeMe zichzelf als een goed, competent en respectabel individu te zien (behoeMe aan posiFeve zelfwaardering).
Vaak vertekenen we de werkelijkheid om ons gevoel van zelfwaardering in stand te kunnen houden. Zo
rechtvaardigen we ons gedrag achteraf vaak, in plaats van onze tekortkomingen te erkennen. Ook focussen we op de
voordelen die bepaald gedrag ons heeM opgeleverd in plaats van de nadelen onder ogen te komen.
Het accuraatheidsmoFef (de behoeMe om accuraat waar te nemen; de behoeMe van mensen om een beeld te
creëren dat zo veel mogelijk met de werkelijkheid overeenkomt): hoewel we de feiten vaak enigszins bijschaven om
onszelf in een zo posiFef mogelijk daglicht te stellen, leven we niet in een complete fantasiewereld. Individuen
proberen accurate inzichten te verweren die hen in staat stellen situaFes effecFef te beoordelen en effecFeve
besluiten te nemen, variërend van welke cornflakes ze als ontbijt zullen nemen tot hun partnerkeuze. Ondanks deze
vaardigheid, handelen we meestal op basis van onvolledige en onjuist geïnterpreteerde informaFe. Onze sociale
cogniFe kan ook vertekend worden door selffulfilling prophecies: je verwacht bepaald gedrag van jezelf of van
iemand anders, dus handel je op zo’n manier dat je verwachFng bewaarheid wordt. Vervolgens hebben we niet door
dat het onze eigen verwachFng was, die de verwachte situaFe daadwerkelijk deed ontstaan.
Overige moFeven: ook andere behoeMen beïnvloeden ons gedrag, zoals biologische drijfveren, de behoeMe aan
beloning en de behoeMe aan voorspelbaarheid en controle.
Losse aantekeningen
• Behaviorisme: psychologische stroming die ervan uitgaat dat je om menselijk gedrag te kunnen begrijpen
slechts hoeM te kijken naar de bekrachFgende of straffende eigenschappen van de omgeving.
o KriFek behaviorisme: ze vergaten het belang van de manier waarop mensen hun omgeving
interpreteren. De gestaltpsychologie legde hier juist de nadruk op.
• Gestaltpsychologie: psychologische stroming die het belang benadrukt van het bestuderen van de
persoonlijke (subjecFeve) manier waarop een object wordt waargenomen (het gestalt of geheel), in plaats
van het bestuderen van de manier waarop de objecFeve, fysieke eigenschappen zich combineren tot het
object.
Het begrip hindsight bias definiëren.
Hindsight bias: de neiging van mensen om hun vermogen om een uitkomst te voorspellen te overdrijven nadat ze te
weten zijn gekomen hoe die uitkomst eruitziet.
Benoemen of er in een gegeven situa@e sprake is van een hindsight bias.
Situa@e
Stel je voor dat er een belangrijke sportwedstrijd plaatsvindt tussen Team A en Team B. Team A wint uiteindelijk de
wedstrijd. Na de wedstrijd zegt een fan van Team A: "Ik wist het alFjd al dat Team A zou winnen! Het was zo duidelijk
dat ze de betere ploeg waren."
Analyse op hindsight bias
• Voorspelling na de gebeurtenis: De fan beweert na de wedstrijd dat het resultaat voorspelbaar was.
• Verhoogde voorspelbaarheid: De fan beschouwt de overwinning van Team A als meer voorspelbaar na het
zien van de uitkomst.
, • OnderschaMng van onzekerheid: Voor de wedstrijd was de uitkomst niet zo duidelijk en waren er meerdere
factoren die de uitkomst konden beïnvloeden.
Op basis van deze punten is er duidelijk sprake van hindsight bias in deze situaFe. De fan toont de neiging om de
voorspelbaarheid van de uitkomst van de wedstrijd te overschaPen nadat hij de uitkomst kent.
Defini@e script
Script: schema’s over specifieke gebeurtenissen, oMewel de beschrijving van hoe zo’n gebeurtenis gewoonlijk
verloopt.
Defini@e schema
Schema’s: mentale structuren die mensen gebruiken om hun kennis over de sociale wereld te organiseren in
categorieën en om nieuwe informaFe te begrijpen. Wanneer we mensen indelen in categorieën, spreken we van
sociale categorisaFe. Welke schema’s worden gebruikt, wordt beïnvloed door priming.
We maken het meest gebruik van schema’s die goed toegankelijk zijn, wat betekent dat ze sterk in ons denken leven.
Dat kan het geval zijn wanneer we ze in het verleden veel gebruikt hebben (blijvend toegankelijk), als ze verband
houden met onze huidige doelen, of vanwege priming (Fjdelijk toegankelijk).
Schema’s
• Beïnvloeden verwachFngen en het uitkomen van verwachFngen
o Selffulfilling prophecy
o Pygmalioneffect: je bent heel posiFef over de ander
o Golemeffect: vooroordelen hebben
Defini@e priming
Priming: het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept verhogen.
Beschrijven aan welke voorwaarden priming moet voldoen om invloed uit te kunnen oefenen.
Een signaal kan pas als primer fungeren, oMewel invloed uitoefenen op onze indruk van de sociale wereld, als die
zowel toegankelijk als toepasselijk is. Het effect van priming is aWankelijk van iemand ontvankelijkheid voor de
invloed van een primer.
Bij een voorbeeld aangeven of er sprake is van priming
Stel je voor dat je een psychologisch experiment uitvoert waarbij deelnemers eerst een lijst met woorden moeten
lezen. De woorden op de lijst zijn: "dokter", "verpleegster", "ziekenhuis", "medicijn", en "stethoscoop". Vervolgens
krijgen de deelnemers een woordherkenningstaak waarbij ze zo snel mogelijk moeten aangeven of een reeks
gepresenteerde woorden echte woorden zijn of niet. Een van de woorden die ze te zien krijgen, is "paFënt".
Analyse op priming
• Voorafgaande sFmulus: De lijst met woorden die allemaal gerelateerd zijn aan het medische veld.
• Latere sFmulus: Het woord "paFënt" dat Fjdens de woordherkenningstaak verschijnt.
• Invloed op reacFe: De deelnemers zullen waarschijnlijk sneller reageren op het woord "paFënt" omdat hun
brein al 'voorbereid' is op medische gerelateerde woorden door de eerdere lijst.
Conclusie
In deze situaFe is er sprake van priming. De eerdere blootstelling aan woorden die te maken hebben met het
medische veld heeM de deelnemers 'geprimed' om sneller medische gerelateerde woorden te herkennen en te
verwerken.
Defini@e persevera@e-effect
Persevera@e-effect: fenomeen dat opvagngen van mensen over zichzelf en de sociale wereld aanhouden, ondanks
bewijzen van het tegendeel.
Defini@e selffulfilling prophecy
Selffulfilling prophecy: de verwachFngen van het eigen of andermans gedrag komen sneller uit, omdat deze
verwachFngen onze interpretaFes en gedrag sturen.
, Defini@e Pygmalioneffect
Pygmalioneffect: een posiFeve variant van de selffulfilling prophecy, waarbij iemand beter gaat presteren door de
posiFeve verwachFng die anderen van diegene hebben.
Defini@e Golemeffect
Golemeffect: een negaFeve variant van de selffulfilling prophecy, waarbij iemand minder goed gaat presteren door
de negaFeve verwachFng die anderen van diegene hebben.
Bij een voorbeeld aangeven of er sprake is van een selffulfilling prophecy, het Pygmalion-effect of het Golemeffect.
VoorbeeldsituaFe
Stel je voor dat er een klas is met een nieuwe leraar, mevrouw Jansen. Voordat het schooljaar begint, vertelt de
directeur aan mevrouw Jansen dat een bepaalde student, Pieter, bijzonder getalenteerd is en veel potenFeel heeM.
Mevrouw Jansen, geloofde de directeur en begon hoge verwachFngen te koesteren van Pieter. Ze besteedde extra
Fjd aan hem, gaf hem posiFeve feedback en uitdagende opdrachten om zijn vaardigheden te ontwikkelen. Door deze
extra aandacht en hoge verwachFngen begon Pieter beter te presteren, scoorde hij hoger op toetsen en nam zijn
zelfvertrouwen toe.
Analyse op de concepten
1. Self-fulfilling prophecy: De verwachFngen van mevrouw Jansen (dat Pieter een getalenteerde student is)
hebben een gedragsverandering teweeggebracht (meer ondersteuning en posiFeve feedback), die ertoe
leidde dat Pieter inderdaad beter presteerde, waardoor de oorspronkelijke verwachFng werd vervuld.
2. Pygmalion-effect: De hoge verwachFngen van mevrouw Jansen over Pieter's potenFeel hebben geleid tot
betere prestaFes van Pieter. Dit komt doordat mevrouw Jansen haar gedrag aanpaste (extra Fjd en posiFeve
feedback) op basis van haar verwachFngen, wat op zijn beurt Pieter's prestaFes verbeterde.
3. Golem-effect: Dit effect is niet van toepassing in deze situaFe, aangezien er geen sprake is van lage
verwachFngen die leiden tot slechtere prestaFes.
Conclusie
In dit voorbeeld is er sprake van zowel een self-fulfilling prophecy als het Pygmalion-effect. Mevrouw Jansen's hoge
verwachFngen van Pieter hebben geleid tot gedragsveranderingen die op hun beurt Pieter's prestaFes verbeterden.
Het specifieke type self-fulfilling prophecy in dit geval is het Pygmalion-effect, aangezien het draait om posiFeve
verwachFngen en verbeterde prestaFes.
Definiëren wat heuris@eken zijn
Drie heurisFeken die we gebruiken om snel te kunnen oordelen over de sociale wereld:
• De beschikbaarheidsheurisFek: mentale aanname waarbij mensen een oordeel baseren op het gemak
waarmee ze zich iets voor de geest kunnen halen.
o Probleem beschikbaarheidsheurisFek: iets wat je gemakkelijk voor de geest kunt halen, is niet per se
typerend voor het geheel. Dat kan tot foute conclusies leiden.
• De representaFviteitsheurisFek: mentale aanname waarbij mensen iets classificeren op grond van de mate
waarin het lijkt op een karakterisFek geval. Senna lijkt op een meisje, dus het is een meisje (maar eigenlijk is
het een jongen).
o Probleem representaFviteitsheurisFek: de heurisFek kan in tegengestelde richFng wijzen. En het is
mogelijk dat tunnelvisie ontstaat.
• De anker-en correcFeheurisFek: mentale aanname waarbij mensen een getal of waarde als beginpunt
gebruiken en vervolgens (te) weinig op dit ankerpunt corrigeren.
o Probleem met de anker- en correcFeheurisFek is dat volkomen arbitraire ankerwaarden mensen
soms beïnvloeden. Ankerwaarden kunnen ons op drie manieren beïnvloeden:
§ Ten eerste: als we een beginpunt bepalen, halen we op selecFeve wijze informaFe die
daarmee in overeenstemming is uit het geheugen.
§ Een tweede manier doet zich paradoxaal genoeg voor als we beïnvloeding juist proberen te
voorkomen door vanuit de ankerwaarde te corrigeren.
§ Ten sloPe zoeken we een verklaring voor de invloed van een ankerwaarde in priming