Ziekte van Crohn
De ziekte van Crohn is een chronische ontstekingsziekte van de darm. De ziekte van Crohn noemt
men ook wel een inflammatory bowel disease (IBD).
Bij de meeste patiënten met de ziekte van Crohn zijn de dunne darm, de dikke darm en/of
endeldarm ontstoken, maar er kan ook sprake zijn van ontstekingen in de rest van het
spijsverteringskanaal. De ziekte kan voorkomen vanaf de mond tot aan de anus.
Oorzaken
De exacte oorzaak van de ziekte van Crohn is niet bekend. De aandoening wordt steeds meer en
meer gezien als een auto-immuunziekte. Het afweersysteem ziet lichaamseigen cellen, stoffen en
bacteriën als lichaamsvreemd. Het afweersysteem valt ten gevolge hiervan het eigen lichaam aan.
De cellen in de darmwand gaan stuk, waarna een ontstekingsreactie ontstaat. Hoewel het niet
helemaal duidelijk is wat de oorzaak is van de ziekte, zijn er duidelijke aanwijzingen dat zowel
erfelijke factoren, leefstijl en darmbacteriën een rol spelen bij het ontstaan van de ziekte.
• Erfelijkheid. De ziekte van Crohn lijkt gerelateerd aan een genetische mutatie van bepaalde
eiwitten (Nod2) en bepaalde genen (IBD1-9 en CARD15). Mutaties in het CARD15-gen
komen voor bij 10-15% van de patiënten. Hoe deze relatie in elkaar steekt is nog niet
duidelijk;
• Leefstijl. Roken vergroot het risico op de ziekte van Crohn. Bij patiënten die reeds
gediagnosticeerd zijn met de ziekte, vertraagt roken de genezing aanzienlijk en zorgt voor
meer opvlammingen van de ontsteking. Emotionele en fysieke stress kunnen de ziekte
verergeren, maar zijn niet de oorzaak. Als de ziekte in een rustige fase verkeerde, kan deze
door stress overgaan in een opvlamming;
• Darmbacteriën. Studies hebben uitgewezen dat mensen met IBD een andere
bacteriesamenstelling hebben in hun darmen dan mensen zonder chronische
darmontsteking. Mogelijk spelen bepaalde bacteriën een rol bij het ontstaan van de ziekte.
Op dit moment wordt er nog veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen darmbacteriën
en de ziekte van Crohn.
Risicogroepen
In Nederland hebben ruim 80000 mensen een chronische darmontsteking. Naar schatting heeft
iets meer dan de helft hiervan “colitis ulcerosa” (chronische darmontsteking met name van het
slijmvlies van de dikke darm) en iets minder dan de helft de ziekte van Crohn. De ziekte van Crohn
wordt meestal ontdekt tussen de 15 en 30 jaar. Echter kan het op elke leeftijd ontstaan. Ongeveer
20 tot 25% is jonger dan 20 jaar. De ziekte van Crohn komt zelden voor bij kinderen jonger dan 5
jaar.
De ziekte van Crohn komt het meest voor in de Verenigde Staten en West-Europa en aanzienlijk
minder in Azië en Afrika. Genen zouden een rol kunnen spelen, maar er wordt ook gedacht dat
omgevingsfactoren, zoals industrialisering, en het Westers dieet bijdragen aan het ontstaan van de
ziekte.
Symptomen
• diarree, vaak vermengd met bloed en slijm;
• buikpijn, opgezette buik;
• bloedarmoede;
• vermoeidheid;
• gewichtsverlies;
• aandrang / ontlastingsincontinentie;
• koorts;
• aften in de mond;
• groeiachterstand (bij kinderen).
, In sommige gevallen komen ook klachten buiten de darm voor.
• pijnlijke, ontstoken ogen (uveitis);
• pijnlijke, ontstoken gewrichten (artritis);
• pijnlijke ontstekingen van de huid (ulcers).
Indien de darm hevig ontstoken is, verliest de patiënt continu bloed en kan de darmwand niet
voldoende vocht en voeding opnemen, waardoor vermagering, bloedarmoede of groeiachterstand
ontstaan. Wanneer de ontsteking op een bepaalde plaats zeer heftig is, kan er een vernauwing in
de darm ontstaan, een stenose. Ook door littekenweefsel na de ontsteking kan een dergelijke
stenose ontwikkelen. Deze vernauwing kan zo hevig zijn dat de darm wordt afgesloten. Bij de
ziekte van Crohn kan de gehele darmwand zijn aangedaan, waardoor er onnatuurlijke
verbindingen (fistels) ontstaan naar andere organen/darmdelen kunnen ontstaan.
De klachten en ernst van de symptomen zijn afhankelijk van de locatie en uitgebreidheid van de
ontstekingen. De ziekte kan ineens opvlammen.
Diagnose
• bloedonderzoek, in het bloed wordt gekeken of er sprake is van bloedarmoede
(hemoglobine) en naar de ontstekingswaarde (CRP). Daarnaast kan er in het
bloedonderzoek ook gekeken worden naar de voedingstoestand aan de hand van bepaalde
eiwitten (albumine) en zouten (fosfaat, magnesium) in het bloed;
• ontlastingsonderzoek, in de ontlasting wordt er gekeken of bepaalde bacteriële infecties de
oorzaak zijn van de ontsteking. Daarnaast kan er ook gekeken worden naar calprotectine,
een bepaald eiwit wat verhoogd is als de ontsteking actief is;
• beeldvormingsonderzoek, in de meeste gevallen wordt de diagnose “ziekte van Crohn”
gesteld door middel van een inwendig darmonderzoek (endoscopie). Bij een endoscopie
wordt de binnenkant van de darm bekeken met een camera die gemonteerd is in een lange
slang. Via de anus kan door de slang op te voeren de gehele dikke darm tot zelfs het laatse
deel van de van de dunne darm bekeken worden. Indien alleen het laatste deel van de
dikke darm wordt bekeken heet het onderzoek “sigmoïdoscopie”, indien de gehele dikke
darm wordt bekeken heet het “colonoscopie”. Tijdens endoscopie kan de arts een
weefselbiopt nemen om door de patholoog te laten bekijken om een officiële diagnose te
laten stellen;
• virtuele colonoscopie, hierbij wordt gebruik gemaakt van CT (röntgenstralen) of MRI
(magnetisch veld). Bij beide technieken wordt de dikke darm driedimensionaal gecreëerd.
Een voordeel van virtuele colonoscopie is dat dit kan worden uitgevoerd voor personen die
geen colonoscopie kunnen of willen ondergaan, een belangrijk nadeel is dat er geen
weefselbiopten genomen kunnen worden.
Behandeling
Stoppen met roken is zeer belangrijk. Hierdoor kan het risico op opvlammingen of de noodzaak
voor een chirurgische ingreep gehalveerd worden. Tijdens de opvlammingen moet meestal een
dieet gevolgd worden (vezelarm, eventueel vloeibaar). De medische behandeling beïnvloedt de
immuunrespons en ontstekings-activiteit door ontstekingsremmers en immuunonderdrukkers.
Ziekte van Crohn dieet. Er worden verschillende therapeutische mogelijkheden met behulp van
voeding onderzocht, waaronder visvetzuren en probiotica. Deze laatste lijken vooral interessant bij
het voorkomen van complicaties en het beperken van de intensiteit en de frequentie van de
opvlammingen, maar de effectiviteit is nog niet bewezen.
Ontstekingsremmers;
• 5-ASA preparaten, sulfasalazine (Salazopyrine) en mesalazine (Claversal, Salofalk en
Pentasa). Het actieve bestanddeel van deze middelen is 5-aminosalicylzuur (5-ASA), werkt
ontstekingsremmend, in tablet vorm of klysma;
• corticosteroïden, prednison en prednisolon; deze middelen zijn sterker werkzaam dan 5-