Doelstellingen TLP 4
Kaakchirurgie: Heelkunde & OZT
4.2 Heelkunde: Kaakchirurgie
-Je kunt de algemene principes binnen de kaakchirurgie beschrijven
Binnen de tandheelkundige zorg zijn verschillende specialisten, namelijk:
-Mondhygiënist
-Preventie assistent
-Tandprotheticus
-Tandarts
-Gedifferentieerde tandarts
o Parodontoloog: tandvlees
o Endodontoloog: wortelkanaal
o Gnatholoog: kaak
o Pedodontoloog: kinderarts
o Implantoloog
o Mfp-tandarts: delen van kaken herstellen met kunstgebit
-Erkende specialismen
o Orthodontie
o MKA-chirurgie
De MKA-chirurg behandeld diverse aandoeningen:
-Dentoalveolaire chirurgie
-Diagnostiek/behandeling van mond- en kaakziekten inclusief speekselklieren
-Traumatologie
-Chirurgische kaakcorrecties
-Reconstructie/implantologie
-Kaakgewrichtsaandoeningen
-Aangezichtschirurgie
Het volwassen gebit bestaat uit de volgende tanden en kiezen:
-Acht snijtanden: incisieven
-Vier hoektanden: cuspidaten
-Acht kleine kiezen: premolaren
-Twaalf grote kiezen: molaren
Dit zijn in totaal dus 32 tanden en kiezen. Om de tanden en
kiezen te nummeren, wordt het gebied in vier kwadranten verdeeld. Waarbij het eerste getal het
kwadrant aangeeft en het tweede getal de tand.
Het melkgebit bestaat uit de volgende tanden en kiezen:
-Acht snijtanden
-Vier hoektanden
-Acht kleine kiezen
Dit zijn in totaal dus 20 tanden en kiezen. Om deze tanden en kiezen te nummeren, gaat men verder
tellen om het kwadrant aan te geven. Er wordt begonnen met 5.
1
,Een gebitselement bestaat uit de volgende onderdelen:
-Kroon
-Wortel
o Radix = wortel
o Apex = wortelpunt
-Pulpa: bloedvaten en zenuwen
-Gingiva: tandvlees
-Bot
-Parodontaal ligament: vering van de tand
Het onderzoek dat een kaakchirurg uitvoert bestaat uit een extra-oraal en intra-oraal onderzoek. Het
intra-orale onderzoek laat diverse dingen zien:
-Mondhygiëne: plaque, tandsteen
-Cariës: gaatjes
-Parodontitis: tandvleesontsteking, sterke geur
-Slijmvliesafwijking
o Landkaarttong/Lingua geografica: benigne aandoening
o Linea alba: bijten op de wang, benigne aandoening
o Donkere verkleuring verhemelte: bijwerking antimalariamiddel
o Plaveiselcelcarcinoom: zweer op mondbodem
Het intraoraalonderzoek kan ook worden uitgevoerd aan de hand van röntgenonderzoek:
-Orthopantomogram: OPT
-Laterale schedelprofielfoto (LSP): wordt vaak gebruikt door
orthodontist en kaakchirurg
-Liliënfeld/Tschebull:
o Mond open en hoofd naar achter gekanteld
o Sinus maxillaris mooi te beoordelen
-CT-scan:
o Door plakjes heenlopen
o 3D reconstructie
o Axiaal of transversaal
-Conebeam CT: sneller en minder röntgenstraling dan gewone CT-scan
Als er kaakchirurgie op de operatiekamer wordt gepland, worden vaak de volgende operaties
ingepland:
-Grote, uitgebreide operaties
o Ingewikkelde dento-alveolaire chirurgie
o Logeabcessen: uitgebreid abces in een niet bestaande ruimte, dat richting de hals
groeit en eventueel naar het mediastinum. Hier kan iemand aan overlijden!
o Osteotomie
o Traumata
o Speekselklier verwijderen
o Oncologische ingrepen
2
, -Ingrepen, die normaal onder lokale anesthesie plaatsvinden, bij:
o Verstandelijk, motorisch gehandicapten
o Jonge kinderen
o Extreem angstige volwassenen (premedicatie)
Bij de kaakchirurgie wordt meestal een nasale tube geplaatst, vooral als er links en rechts in de mond
behandeld wordt. Heel soms wordt er een tracheotomie geplaatst, dit is bij een groot
aangezichtstrauma of oncologische ingrepen. Dit, omdat er veel zwelling in het halsgebied wordt
verwacht.
Verder moet er gelet worden bij de kaakchirurgie op:
-Keeltampon
-Oogzalf
-Vaseline op de lippen
De positionering van de patiënt is in rugligging met een smalle hoofdsteun, zodat de chirurg zo dicht
mogelijk bij de patiënt kan staan. Verder moet er gelet worden op decubitus. De positionering let
nauw, dus goed overleg met de kaakchirurg.
De desinfectie is van hals tot voorhoofd, waarbij de mond niet te desinfecteren is. Eventueel kan de
patiënt van tevoren een chloorhexidine mondspoeling gebruiken. De desinfectie vindt plaats met
chloorhexidine, maar let hierbij op beschadiging van de ogen en oren. Er kan ook gedesinfecteerd
worden met jodium, let hierbij op allergie van de patiënt. Jodium heeft een breedspectrum werking
en heeft daarom soms de voorkeur, zeker bij oncologie.
Het afdekken is meestal vierkant en vooral symmetrisch. Hierbij worden de ogen vrijgehouden en de
plakrand van de doek niet direct op de tube plakken (gaasje ertussen).
Bij het assisteren moet er goed opgelet worden op de volgende punten:
-Kneuzing van zenuwen: nervus mentalis en nervus infraorbitalis
o Door het vasthouden van een wanghaak
-Beschermbril dragen: bloed, speeksel en pus
-Je kunt de indicaties, diagnostiek, behandelingsmethoden, operatietechnieken en complicaties
beschrijven van dento-alveolaire ingrepen
Bij de dento-alveolaire chirurgie in narcose gaat het meestal over het verwijderen van (overtallige)
gebitselementen/wortelresten of het vrijleggen van gebitselementen die niet willen doorbreken
(vaak hoektanden en verstandskiezen).
Lokale anesthesie
De meeste kaakchirurgen geven na algehele anesthesie ook lokaal anesthesie. Dit bevat adrenaline
en zorgt voor vasoconstrictie. Hierdoor blijft de lokale pijnstilling langer werken (blijft op de juiste
plek). Voorbeelden van lokaal anesthesie zijn lidocaïne (Xylocaïne), articaïne (Ultracaïne) en
prilocaïne (Citanest)
Met de naald wordt er ter hoogte van de wortelpunt geprikt, zodat de verdoving richting de zenuw
loopt. De verdoving bij de bovenkaak incisieven wordt ventraal en dorsaal gespoten. De verdoving
van de incisieven van de onderkaak wordt alleen ventraal geplaatst, omdat de mandibula te dun is
dorsaal. De molaren van de onderkaak worden verdoofd door een mandibulair blok, omdat de
mandibula daar juist te dik is. Rond het foramen mandibulairs wordt er een blok gezet door het
slijmvlies heen op het bot.
3