Stedelijke economie in Europa
Samenvatting
Inhoud
College 1: De aantrekkelijke stad........................................................................................3
Historische ontwikkeling van steden.............................................................................3
Definitie van aantrekkelijkheid......................................................................................4
Decentralisatie en schaalvergroting...............................................................................5
Van stad naar agglomeratie............................................................................................7
Van kenniswerken naar creatieve klasse........................................................................7
College 2: De competitieve stad.........................................................................................9
Urbanisatie en economische groei.................................................................................9
Agglomeratie-effecten.....................................................................................................9
Steden in netwerk............................................................................................................9
Multinationals...............................................................................................................10
Uitdagingen voor de toekomst......................................................................................10
Citymarketing.................................................................................................................11
Stedelijke concurrentiekracht.......................................................................................12
Maakregio......................................................................................................................12
College 3: De innovatieve stad..........................................................................................13
Innovatie en creativiteit................................................................................................13
Typen creativiteit...........................................................................................................13
Determinanten van creatieve steden............................................................................14
Innovatie als drijvende kracht......................................................................................14
College 4: De stad in transformatie..................................................................................17
Amsterdam in transformatie.........................................................................................17
Stedelijk arbeidsbeleidsmarkt.......................................................................................17
Groei en krimp van steden............................................................................................17
Problematiek in industriesteden...................................................................................18
De stad als levend organisme........................................................................................18
Nieuwe ideeën, oude gebouwen....................................................................................19
College 5: De consumptieve stad.....................................................................................20
Toekomst van de binnenstad........................................................................................20
Het voetgangersperspectief..........................................................................................20
Binnensteden voor mensen..........................................................................................20
, Belang van erfgoed........................................................................................................20
College 5: gastcollege........................................................................................................22
College 6: Stedelijke succesverhalen................................................................................26
Voorbeelden van succesverhalen..................................................................................26
Belangrijke geroes.........................................................................................................26
Trends en Pendulewerking...........................................................................................27
College 7: De coöperatieve stad........................................................................................28
Overheid & economie: EZ-beleid.................................................................................28
Opkomst regio als ‘tussenlaag’.....................................................................................28
Decentralisatie en opschaling.......................................................................................29
Decentralisatie en opschaling.......................................................................................29
College 8: De toekomst van de stad..................................................................................31
Denken voer de toekomst..............................................................................................31
De adaptieve stad...........................................................................................................31
Concept: de stad als wijnrijk.........................................................................................31
De deeleconomie............................................................................................................31
Brede welvaart als Kompas...........................................................................................32
Begrippenlijst....................................................................................................................33
Theorieën...........................................................................................................................37
2
,College 1: De aantrekkelijke stad
Historische ontwikkeling van steden
Hospers beschrijft de evolutie van steden vanaf de oudheid tot aan de moderne tijd.
Glaser benadrukt in ‘’The Truimph of the City’’ dat steden niet innovatiehubs zijn en een
spiegel van hun tijd. De stad is de plek waar nieuwe trends worden gezet, een plek van
innovatie.
Akropolis
Akropolis: de oudste Griekse stadstaat die diende als een religieus en politiek centrum.
De eerst stad Uruk, markeerde de overgang van nomadisch naar sedentair leven. Jagers
en boeren vestigden zich in Uruk, bouwden hutten en een stadsmuur die bedoeld was om
de mensen binnen te houden. Dit leidde tot macht, hiërarchie, belastingen en wetgeving.
De stad werd een plek voor economische en politieke ontwikkeling, zoals in de Griekse
polis, waar democratie ontstond.
Steden werden sociaaleconomische machines, waar mensen naartoe trokken voor betere
kansen. Ondanks uitbuiting boden steden werk en vooruitgang, fungeren ze als
kruispunten en roltrappen voor sociale mobiliteit. De Akropolis diende als religieus
en politiek centrum, balancerend tussen ideaal en realiteit.
Kruispunt: verzameling van macht, middelen en personen.
Roltrap: plek voor verbetering, mogelijkheden en toekomst.
Middeleeuwse stad
Middeleeuwse stad: gekenmerkt door ommuringen, smalle straten en marktplaatsen
In de oudheid introduceerde Hippodamos van Milete de rastervorm voor steden, wat
voor betere luchtcirculatie en hygiëne zorgde. Vitruvius, een Romeinse stedenbouwer,
richtte zich op praktische ontwerpen. In de middeleeuwen werden veel nieuwe steden
gesticht bij burchten en kloosters, vaak met stadsrechten voor economische groei. Steden
werden incrementeel gepland en kerken domineerden de skyline. In de nieuwere tijd
ontwierp Leon Battista Alberti stedelijke pleinen en bloeiden residentiesteden en de
grachtengordel op. Middeleeuwse steden kenmerkten zich door ommuringen, smalle
straten en marktplaatsen.
Industriële stad
Industriële stad: ontstaan door de industriële revolutie met focus op fabrieken en
arbeiderswijken.
In de 19e eeuw leidde de stoommachine (van industrialisatie) tot urbanisatie (=
verstedelijking), waarbij plattelanders naar steden trokken voor werk in fabrieken.
Stedenbouwers zoals Cerdá en Haussmann introduceerden stadsplanning.
In de 20e eeuw ontstonden verschillende stadsplanningsconcepten:
de tuinstad-gedachte (1900-1930) verbeterde leefomstandigheden;
3
, Le Corbusier’s scheiding van functies (1930-1960) leidde tot Vinex-wijken
(efficiëntie);
de focus op historische steden (1960-1990) benadrukte kleine pleinen en small
straten.
In de 21e eeuw profileren steden zich door middel van stedelijke iconen en smart cities,
die technologie integreren voor betere stedelijke diensten en leefkwaliteit. De industriële
stad legde de basis voor de moderne ontwikkeling.
Smart cities/ slimme steden: integratie van technologie om de efficiëntie van stedelijke
diensten te verbeteren en de leefkwaliteit te verhogen.
Hedendaagse metropool
Metropool: gekenmerkt door globalisering, diversiteit en hoge mobiliteit.
Sinds 2014 wonen wereldwijs meer mensen in steden dan op het platteland. De grootste
steden liggen buiten Europa, met name in China, India en Afrika. Europa krimpt, maar
stedelijke agglomeraties blijven belangrijk. In steden zie je veel mensen weinig, terwijl je
in dorpen weinig mensen veel ziet.
Agglomeratie: stedelijk gebied; steden die met elkaar een grotere stad vormen.
Definitie van aantrekkelijkheid
De aantrekkelijkheid van een stad wordt bepaald door een combinatie van factoren, zoals
leefbaarheid, economische kansen, culturele voorzieningen en infrastructuur.
Matthëus-effect in Europa
Matthëus-effect: Zij die niks hebben, van hun zal genomen worden. De rijken worden
rijker, de armen worden armer.
De Blauwe Banaan. Rekt zich uit van Manchester tot Rome en wordt
gekenmerkt door goede treinverbindingen en de invloed van de Rijn. Deze regio
profiteerde sterk van de industriële revolutie. In Nederland hebben we
vergelijkbare gebieden, zoals de handstad, die bestaat uit steden als Rotterdam,
Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem, Amersfoort, Nijmegen, Zwolle en
Eindhoven. Deze steden trekken veel pendelaars aan, terwijl krimpgebieden als
minder aantrekkelijk worden gezien.
4