Dit document bevat een samenvatting van het vak vloeiendheidsstoornissen (B3C049) uit de opleiding logopedie aan Vives Hogeschool (academiejaar ). Deze samenvatting werd opgebouwd aan de hand van de leerdoelen. Alle leerdoelen werden, per hoofdstuk, opgelijst en beantwoord.
Normale vloeiendheid: kenmerken en de ontwikkeling.
Kenmerken van vloeiende spraak
1) Snelheid
o = aantal units/tijdseenheid # woorden/minuut OF # syllaben/seconde
o Normaal spreektempo (volwassenen)
Conversatie: 100-150 woorden/minuut
Monoloog: sneller (120-175 woorden/minuut)
Hardop voorlezen: nog sneller (150-190 woorden/minuut)
o PWS: algemeen trager spreektempo, ook in vloeiende spraak.
2) Continuïteit
o = vloeiende transities/overgangen tussen spraaksegmenten
o Transities niet vlot haperingen en onvloeiendheden
o Bevatten de pauzes
Structurele pauzes = informatie syntactische structuur, functioneel
Intentionele pauzes = spanning opbouwen, nuttig
Idiosyncratische pauzes = af en toe ongewild, accidenteel
Opgevulde pauzes = duidelijk maken aan gesprekspartner dat je niet
klaar bent, als kind eerder ongewild en als volwassene gewild
o Nagaan door letterlijk uitschrijven spreekstalen: pauzes + onvloeiendheden
aanduiden en benoemen.
# onvloeiendheden per 100 woorden
# onvloeiendheden per 100 syllaben (preciezer)
In tijd: in hoeveel % van de tijd spreekt men onvloeiend
3) Ritme
o = patronen (duur en tijd) in de beklemtoning van syllaben
o Taalspecifiek en regiogebonden
4) Inspanning
o = subjectieve gevoel: vlotte spraakproductie kost moeite of extra aandacht
o Mentale + musculaire/fysieke inspanning
o Therapiebenaderingen:
Hele spreekpatroon aanpassen: veel inspanning
Leren omgaan met stottermomenten: minder inspanning, minder
mentale belasting
Ontwikkeling van de vloeiende spraak
- Voorwaarde om vloeiend te spreken: beheersen van spraakmotoriek.
- Jonge kinderen kunnen bepaalde dingen niet uitspreken, want hersenen nog niet
voldoende ontwikkeld. Motorische vaardigheden groeien op woordniveau.
Vaardigheid om woorden te combineren groeit. Spraakmotoriek, syntactische
ontwikkeling, smeantische ontwikkeling … beïnvloeden elkaar. Bij jonge kinderen zijn
deze nog niet volledig ontwikkeld en nog niet op elkaar afgestemd: lagere continuïteit.
- 100% normaalvloeiende spraak bestaat niet: iedereen maakt discontinuïteiten, ook
volwassenen.
- Wederzijdse invloed tussen de capaciteit om vloeiende transities te maken tussen
klanken, syllaben en woorden en de spraak- en taalvaardigheid van een kind. In
sommige gevallen zal de aard van deze interactie bij het jonge kind leiden tot
spraakonvloeiendheden.
- Taalproductiemodel van Levelt Het coördinatie- en timingsvermogen van het
neurofysiologische apparaat van het jonge kind is nog zwak waardoor een veelvuldig
Pagina 1 van 53
, Vloeiendheidsstoornissen: leerdoelen
onevenwichtig optreden van de fasen van het taalproductiemodel een manier van
spreken ontwikkelt die leidt tot het niet-vloeiend spreken.
Gemiddelde leeftijd waarop stotteren voor het eerst verschijnt, piekleeftijd: 2;10 jaar
jonge leeftijd = developmental stuttering = ontwikkelingsstotteren ( ≠ normaal in ontwikkeling!)
Opdagen stotteren na 9 jaar, eigenlijk al vanaf 5-6 jaar: zeer zeldzaam
Afwijkende/abnormale onvloeiendheden: specifieke kenmerken.
- Ham:
o Vloeiendheid is afwijkend als …
De inspanning voor planning en uitvoering overmatig is
Onvloeiendheden optreden aan een frequentie en/of in een mate die
niet past bij de leeftijd van de spreker
Het spreekritme atypisch is of van die aard is dat het de
spraakproductie belemmert of verstoort.
Soorten onvloeiendheden * typische stotterverschijnselen
- Tussenvoegsels/opgevulde pauzes
“Voor mij graag een grote met euhm dinges andalouse”
- * Gedeeltelijke woordherhalingen/ woorddeelherhalingen: klank of syllabe
“en die kwam daar zo a-a-a-aan-aangevlogen…”
- Woordherhalingen:
“maar maar dat lustte ik niet”
- Frase-/zinsdeelherhaling
“maar toen die maar toen die daar aankwam…”
- Onvolledige frasen & zinsrevisies:
“Die kwam… op donderdag komt die nooit”
- Gebroken woorden onderbreking in het woord
“B[stille pauze]ovenop de kast”
- * Klankverlengingen
“Lllllllloop je mee?” OF “Daaaaaaaaar is hij!”
- Stille pauzes
“Maar ik [stille pauze] hou daar niet van”
- * Blokkeringen/blokkade fixatie van de articulatiestand
“[stilte: fixatie]…Ik heb dat nooit mooi gevonden”
- Frequentie voorkomen onvloeiendheden
o Peuters en kleuters die niet stotteren 6-8% onvloeiendheden
o Volwassenen die niet stotteren 5% onvloeiendheden
o Peuters en kleuters die wel stotteren 17% onvloeiendheden, in het begin
zelfs tot 20% onvloeiendheden
Pagina 2 van 53
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ellen9402. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €14,49. Je zit daarna nergens aan vast.