AANTEKENINGEN & UITWERKINGEN COLLEGES VIW
DEEL II
, Week 5. IMVO en Vermogensrecht
IMVO en Vermogensrecht 1: Van beleid naar gepaste zorgvuldigheid in mondiale
waardeketens
(I) IMVO
Het concept maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) geeft in de kern de gedachte weer dat
ondernemingen hun streven naar winst niet ten koste mogen laten gaan van mens en milieu. Hoewel er best
veel voorbeelden te bedenken zijn van MVO-kwesties in een nationale context, zoals de milieuvervuiling door
Tata Steel in IJmuiden, ligt de focus op de juridische en beleidsmatige discussie rond dit onderwerp op de
internationale dimensie ervan: internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO). Het
maatschappelijk debat over IMVO kennen wij al sinds de jaren ‘90.
Deze benadering wordt vaak samengevat in de slogan People, Planet, Profit (vgl. Enneking (2022)). Het noemen
van eigenbelang (Profit) als derde is niet zonder reden, omdat het in acht nemen van mens en milieu ook
gunstig kan zijn voor het nastreven van winst. Er zijn echter situaties denkbaar waarin dit niet het geval is.
De vraag die bij IMVO centraal staat is wat er verwacht wordt van de Nederlandse ondernemingen die – direct
of indirect – betrokken zijn bij bedrijfsactiviteiten met risico’s voor mens en milieu in landen waar werknemers,
omwonenden en gemeenschappen daar slecht tegen beschermd worden. Het antwoord op die vraag ligt sinds
2011 besloten in een tweetal internationale instrumenten: de UN Guiding Principles on Business & Human
Rights (UNGP’s) en de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.
Waar ligt de verantwoordelijkheid om dit soort gevallen te voorkomen? De verantwoordelijkheid hiervoor
wordt beschreven in de UNGP’s aan de hand van drie pijlers: Protect, Respect, Remedy (vgl. Enneking (2022)).
(1) Duty to protect: de plicht van staten om bescherming te bieden tegen mensenrechtenschendingen door
derden, waaronder ondernemingen.
In het kader van deze ‘duty to protect’ mag volgens de UNGP’s onder meer van staten worden
verwacht dat zij een smart mix van maatregelen opstellen en uitwerken om eerbiediging te
bevorderen. Bestaande wetgeving die direct of indirect de eerbiediging van mensenrechten door
ondernemingen regelt, dient bovendien ook adequaat gehandhaafd te worden.
(2) Responsibility to respect: de verantwoordelijkheid van ondernemingen om de mensenrechten van derden
te eerbiedigen. Dit valt uiteen in drie gradaties van betrokkenheid:
Cause: de activiteiten van de onderneming zelf leiden tot het negatieve gevolg.
Contribute: de activiteiten van de onderneming zelf leiden in combinatie met activiteiten van andere
entiteiten tot het negatieve gevolg, of zij faciliteren, stimuleren of zetten een andere entiteit ertoe aan
een negatief gevolg te veroorzaken.
Directly linked to: de negatieve gevolgen houden direct verband met de activiteiten, producten of
diensten van een zakelijke relatie, waarbij een rechtstreekse contractuele relatie geen vereiste is.
(3) Acces to remedies: toegang tot herstel en verhaal voor slachtoffers van mensenrechtenschendingen.
Staten moeten de praktische en andere relevante barrières die de toegang tot verhaal via gerechtelijke
mechanismen zouden kunnen belemmeren wegnemen.
Zowel staten als ondernemingen dienen klachtenmechanismen op te zetten.
Het kernconcept binnen de tweede pijler van de UNGP’s (Respect) is due diligence (= gepaste zorgvuldigheid):
een doorlopend proces dat bedrijven helpt risico’s op het gebied van mensenrechten in kaart te brengen en
vervolgens te stoppen, te voorkomen of te beperken.
1
, De normen uit de UNGP’s zijn overgenomen in verschillende andere instrumenten, waaronder de in 2011
herziene versie van de OESO-richtlijnen. In deze richtlijnen, die duiden wat van ondernemingen verwacht wordt
aan maatschappelijk verantwoord ondernemerschap bij het internationaal zakendoen, wordt het due diligence
kader toegepast op een breder palet aan IMVO-gerelateerde thema’s dan in de UNGP’s. Dat omvat niet alleen
mensenrechten, maar ook: informatieverstrekking, werkgelegenheid en arbeidsverhoudingen, milieu, corruptie,
omkopingsverzoeken en afpersing en consumentenbelangen. Daarbij voorzien de OESO-richtlijnen ook, anders
dan de UNGP’s, in een zelfstandig geschilbeslechtingsmechanisme waar klachten ingediend kunnen worden bij
veronderstelde schendingen van de richtlijnen. In juni 2023 is een geüpdatete versie van de OESO-richtlijnen
verschenen, waarin due diligence niet alleen steviger verankerd is, maar ook verder uitgewerkt en uitgebreid
naar het thema wetenschap en technologie (thematisch verbreed).
Lange tijd werd IMVO beschouwd als een kwestie van bedrijfsethiek, waarbij het zoveel mogelijk aan
ondernemingen zelf moest worden overgelaten om te bepalen in hoeverre en op welke manier dat ‘rekening
houden met’ geïncorporeerd werd in het ondernemingsbeleid en in de ondernemingspraktijk. Maar volgens
Enneking (2022) ligt er de laatste jaren in toenemende mate nadruk op het feit dat bedrijven niet alleen aan
zichzelf maar ook aan de buitenwereld verantwoording dienen af te leggen over de stappen die zij nemen om te
voorkomen dat hun activiteiten resulteren in schade aan mens en milieu. ⟶ IMVO wordt dus al lang niet meer
gezien als een kwestie van bedrijfsethiek.
(II) DUE DILIGENCE
Hoe verloopt het due diligence-proces? Het is een doorlopend
proces van zes stappen die elkaar opvolgen en voortdurend
doorgaan.
Stap 1. Integreer MVO in beleid en managementsystemen
Neem plaats aan de tekentafel en brainstorm samen over de
gewenste vormgeving. Bespreek hoe je bedrijf eruitziet en
identificeer potentiële risico’s. Documenteer deze informatie en
zorg ervoor dat het geïmplementeerd wordt. Vaak zie je dat
tegenwoordig in beleid en management één persoon is
aangewezen die verantwoordelijk is voor dit beleid.
Stap 2. Identificeer en beoordeel negatieve gevolgen in activiteiten, toeleveringsketens en zakelijke relaties
Ga kijken naar de waardeketen en identificeer de belangrijkste risico’s voor zowel mens als milieu. Dit omvat
niet alleen upstream gevestigde zakelijke relaties (toeleveranciers), maar ook downstream gevestigde zakelijke
relaties (afnemers), alsmede bijvoorbeeld het gebruik en de afvoer van producten.
⟶ Bijvoorbeeld, in het geval van mensenrechten bij het ontwikkelen van een AI-systeem voor
gezichtsherkenning, is dit cruciaal. In China zijn er voorbeelden geweest waar dit is misgegaan. Als bedrijf is het
belangrijk om deze risico’s te identificeren en te evalueren.
Stap 3. Stop, voorkom of beperk negatieve gevolgen
Maatregelen nemen om risico’s te voorkomen, of indien er al schendingen plaatsvinden, actie ondernemen om
ze te stoppen of te beperken.
Stap 4. Monitor praktische toepassing en resultaten
Hebben de genomen stappen effect?
Stap 5. Communiceer hoe gevolgen worden aangepakt
Communiceer met de buitenwereld.
2