AFP 5
Leerjaar 2, periode 4
,LES 1: informatie verzamelen, psychiatrisch onderzoek, het bio psychosociaal model en
ontwikkelingspsychologie
Wat is volgens jou psychiatrie? Welke ‘beelden’ heb je hierbij?
Het is een medisch specialisme dat zich bezighoudt met het diagnosticeren en behandelen van
psychische stoornissen. Voorbeelden van psychische stoornissen zijn:
ADHD
Angststoornis
Autisme
Depressie
Eetstoornis
Bipolaire stoornis/ persoonlijkheidsstoornissen
Schizofrenie
Verslavingsproblematieken
Verzamel informatie over het algemeen psychisch functioneren van een zorgvrager
In Nederland worden psychische functies meestal in 3 hoofdgroepen van het psychisch functioneren
geordend:
1. Het denken (cognitieve functies) deze functies hebben te maken met kennis, herkenning
van dingen en het vermogen om dingen te onderscheiden
2. Het voelen (affectieve functies) affectieve functies bevatten alle kort- of langdurende
emoties, gemoedstoestanden en gevoelens.
3. Het willen en doen (conatieve functies) bestaat uit psychomotoriek, motivatie en gedrag.
Benoem verschillende domeinen waarop je kan observeren:
Een psychiatrisch onderzoek bestaat uit observeren en gesprekken voeren.
De observatie bestaat uit:
Algemene indrukken/ eerste indruk:
o Uiterlijk
o Contact en houding
o Klachtenpresentatie
o Gevoelens en relaties
Cognitieve functies (denken)
o Bewustzijn, aandacht en oriëntatie
o Intellectuele functies (oordeelsvermogen, abstractievermogen, intelligentie, taal en
rekenen, ziekte-inzicht)
o Inprenting en geheugen
o Voorstelling, waarneming, zelfbeleving, lichaamshouding
o Denken (tempo, beloop/samenhang en inhoud)
Affectieve functies (gevoel)
o Stemming (bijv. depressief, boos, blij) en affecten
o Somatische stemming equivalenten (somatische klachten die veroorzaakt worden
door klachten)
o Somatische angst equivalenten (spierspanning, blozen, tachycardie, kortademig,
transpireren, tremor)
o Pseudo neurologische klachten (niet echt te verklaren door lichaam)
Conatieve functies (uitingen, vaak onbewust waar je niet zo heel veel invloed op hebt)
o Psychomotoriek (tremors, tics, katatonie= niet bewegen)
o Mimiek
o Spraak (normaal, zacht, luid, mompelen)
o Driftleven, wilsleven, gedrag (ontremming, dwangmatig, impulsief)
o Afweermechanismen
, Persoonlijkheid
Hoe zit psychiatrisch onderzoek eruit?
In het psychiatrisch onderzoek worden op een samenhangende, systematische en consequente wijze
de oorzaken, de symptomen, het beloop en de gevolgen van een mogelijke psychiatrische stoornis bij
een patiënt geëvalueerd. Dit onderzoek moet leiden tot een gericht behandelvoorstel voor een
stoornis.
Het bestaat uit:
Anamnese
Heteroanamnese
Psychologische test
(Neuro)psychologisch onderzoek met gebruik van psychiatrische meetinstrumenten
Een deel van de onderzoeken wordt uitgevoerd door de verpleegkundigen.
Wat is het psychiatrisch onderzoek volgens Hengelveld? Hoe moet je deze toepassen?
Het geeft aan in hoeverre de patiënt een betrouwbaar beeld heeft gegeven over zijn
psychopathologische klachten en verschijnselen
Hengeveld beschrijft in een boek hoe psychische klachten en psychiatrische symptomen worden
onderzocht en opgeschreven. Hij wil via observaties laten zien hoe de klachten herkend kunnen
worden, in plaats van de vele meetinstrumenten die gebruikt worden.
Wat houdt het stresskwetsbaarheidsmodel in?
Je kijkt hiermee verder dan de klachten
Je kan factoren samenvoegen die wel/niet tot de ziektedrempel kunnen leiden. Je gaat kijken
welke factoren een rol spelen bij het uitbreken van een bepaalde psychische stoornis.
Kwetsbaarheden worden in kaart gebracht.
Dit model gaat ervan uit dan het individu enerzijds een kwetsbaarheid in zich draagt, en dat
anderzijds omgevingsfactoren (stressbronnen/stressoren) ook een rol spelen.
Door gebruik te maken van het stress-kwetsbaarheid model kan er
een structuurdiagnose gesteld worden. Een structuurdiagnose is
een formulering van hoe de stoornis bij de cliënt tot stand
gekomen is.
Binnen het SSKK-model (steun, stress, kracht en
kwetsbaarheid) worden de 4 factoren in 2 dimensies
uitgewerkt (facilliterend of inhiberend).
o Steun en kracht werken versterkend (facilliteren en
draagkracht)
o Stress en kwetsbaarheid werken remmend voor
het herstel (inhiberen en draaglast)
Dit kan erg in disbalans raken en als verpleegkundige wil je de draagkracht versterken en de draaglast
verminderen bij een cliënt.
In onderstaande afbeelding zie je de basis voor een structuurdiagnose. Hierbij is het belangrijk om
verder te kijken dan de klachten. Er wordt een hypothese gevormd over hoe de specifieke
omstandigheden, in combinatie met kwetsbaarheid en beschermende factoren tot de huidige
klachten hebben geleid. Dit wordt dan ook wel het stresskwetsbaarheidsmodel genoemd.
, Systematiek
Uitwerken van symptomen tot syndroomdiagnose naar structuurdiagnose
Het wordt vervolgd door classificatie en gewenste behandeling