Overeenkomst &
aansprakelijkheid
Voorbereidingscasus Onderwijs Online college 1
Vraag 1)
Art. 3.33 BW, wil + verklaring die met elkaar overeenstemmen gericht op een rechtsgevolg is
vereist voor rechtshandeling, de verklaring kan o.g.v. art. 3.37 BW in iedere vorm gescheiden.
Art. 3.35 BW, gerechtvaardigd vertrouwen is aanwezig wanneer er een verklaring of
gedraging (schijn) is gedaan, wie onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht
toekennen, kan er geen beroep worden gedaan op het ontbreken van de wil
1. Schijn
2. Subjectief vertrouwen wederpartij
3. Objectief (gerechtvaardigd) vertrouwen
Bij twijfel, onderzoeksplicht (anders geen goeder trouw) art. 3.11 jo
3.35 geen beroep toegestaan.
Voor een overeenkomst is het nodig dat het aanbod bepaalbaar moet zijn jegens art. 6.227
(elementen zoals prijs etc.)
Nu is er in casus door de Fietsenwinkel een aanbod gedaan namelijk de korting op de
helmen en de fiets. Dit aanbod moet middels een wil en verklaring die
overeenstemmen op elkaar met als bedoeling een bepaald rechtsgevolg
overeenkomen. Art. 6.217 jo art. 3.33 BW.
Nu komt de wil niet overeen met de verklaring van de wil omdat de kortingskaartjes
zijn verwisseld. De bedoeling was niet om de fiets met 50% korting te verkopen. Er is
dus een discrepantie in de wil die niet overeenkomt met de gedane verklaring.
Ayse ziet de fiets met een fixe korting, er is een rechtsgeldig aanbod. Het kaartje met
50% korting staat namelijk op de fiets geadverteerd. 6.217 BW
Het beroep op gerechtvaardigd vertrouwen is mogelijk indien er een verklaring of
gedraging is gedaan (schijn) wie naar gegeven omstandigheden (ayse dus),
redelijkerwijze mocht toekennen dat de gedane. Verklaring wel overeenstemde met
de wil, kan dus een beroep doen op het feit dat de wil wel overeenkwam met de
gedane verklaring van de fietsenwinkel. 3.35 BW.
Twijfel blijkt niet van toepassing te zijn in casus waardoor onderzoeksplicht niet
hieruit voortvloeit.
Doordat het kortingspercentage erg hoog is, en vooral doordat het een nieuw model
fiets is, is het niet gebruikelijk dat er zo snel zo’n hoge korting wordt geadverteerd.
, Ayse kan geen beroep doen op het gerechtvaardigd vertrouwen omdat zij had
moeten inzien dat de korting onrealistisch hoog is.
Er is geen WEL overeenkomst afgesloten tussen partijen.
Vraag 2)
Vraag 3)
Art. 3.63 lid 1 BW, de omstandigheid dat iemand onbekwaam is tot het verrichten van
rechtshandelingen voor zichzelf, maakt hem niet onbekwaam tot het optreden als
gevolmachtigde.
Nu is de jongen 14 jaar en zelf nog handelingsonbekwaam jegens art. 3.32 BW,
minderjarigen en onder curatele geselden zijn handelingsonbekwaam. Art. 1.234 en
1.378 BW. De broer is daarentegen wel handelingsbekwaam, omdat hij niet
onbekwaam is gesteld.
Ogv. Art. 3.63 lid 1 BW, is dus als de volmachtgever handelingsbekwaam is de eigenlijk
handelingsonbekwame gevolmachtigde toch bevoegd om de volmacht uit te oefenen.
Vraag 4)
Art. 3.66 lid 1 BW, een door de gevolmachtigde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in
naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen de
volmachtgever.
Nu blijkt dat de fiets verkeerd is aangeschaft, maar de jongen van 14 heeft zijn taak
wel binnen de grenzen van zijn bevoegdheid uitgevoerd. Er is nu wel een
overeenkomst tussen de fietsenwinkel en de broer Jonas.
,College 1
WIL & VERKLARING:
Discrepantie wil en verklaring 3.33 BW, de wil is niet gelijk aan verklaring: rechtshandeling is
nietig.
Kan ontstaan door;
- Inhoud verklaring berust op verspreking
- Inhoud is onjuist overgebracht
- Inhoud van de verklaring wordt door partijen verschillend opgevat (misverstand)
- Verklaring richt zich op een verkeerd persoon (afdwaling)
Rechtsgevolg is een nietige rechtshandeling (tenzij, succesvol beroep gerechtvaardigd
vertrouwen 3.35 BW).
GERECHTVAARDIGDVERTROUWEN:
Voorwaarden:
1. Schijn gewekt
2. Subjectief vertrouwen wederpartij
3. Objectief (gerechtvaardigd) vertrouwen
a. Bij twijfel of groot nadeel voor de ander: onderzoeksplicht: anders niet
te goeder trouw 3.11 BW geen beroep op 3.35 BW toegestaan.
Vraag 1) In voorbereidingscasus is er wel gerechtvaardigd vertrouwen gewekt, dit doordat de
actie is gedaan op Black Friday. Op deze dag zijn er vaak fixe acties. Als deze korting op een
reguliere dag was dan zou er geen beroep op gerechtvaardigd vertrouwen gedaan kunnen
worden. (6.217 BW)
VOLMACHT:
Art. 3.60 lid 1 BW, volmacht. In naam van een ander een rechtshandeling verricht.
- In naam van een ander
- Rechtshandeling
Gevolmachtigde handelt in naam van zijn principaal (volmachtgever). Wanneer handelt
gevolmachtigde in naam van principaal of voor zichzelf. Kribbebijtersarrest: kijken naar
hetgeen partijen jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars gedraging
kunnen afleiden.
Vraag 2) art. 3.63 jo 3.32 jo 1.234/1.378>1.381 BW handelingsonbekwame kan namens
handelingsbekwame als gevolmachtigde rechtshandelingen verrichten.
Vraag 3) Er is geen bewijslast voor de volmacht.
, Vraag 4) 3.60 in naam van een ander > rechtshandeling jo art. 3.66 TENZIJ ZIE DIAAA!!TENZIJ
vermelden in opdracht hierboven in opmerking!! De jongen is buiten de grenzen van zijn
bevoegdheid gegaan > dus niet gebonden.
- Tenzij, benadeling 3.69 (in casus n.v.t.)
- Tenzij, schijn gewekt door broer. Jo art. 3.61 lid 2 bw. (in casus n.v.t.)
Bij onbevoegd handelen art. 3.70 BW. De onbevoegde persoon aansprakelijk.
Schadevergoeding. Voorbeeld, bij mislopen winst als winkelier is de onbevoegd handelende
verplicht de winst die is misgelopen in een vorm van schadevergoeding te vergoeden.
Stapsgewijs:
1. 3.60
2. 3.63, jo 3.32, jo 1.234/1.378/381
3. 3.66
LESCASUS:
Casus toch niet zo smart
Vraag 1)
Ontvangsttheorie/ verzendtheorie, herroeping is alleen mogelijk wanneer een bericht van
aanvaarding niet is verzonden. Nu is er in casus wel een aanvaarding van het aanbod van 15
april gestuurd. 6.219 lid 2 BW is de grondslag hiervan.
Bespreking:
Geldige ovk 6.217 aanbod en aanvaarding
Is er een aanbod? 3.33 wil en verklaring: ja aanbod opgestuurd naar Irene
Heeft ze haar verklaring op tijd ingetrokken? 3.37 lid 5; intrekken is mogelijk, zolang je
nieuwe verklaring eerder of gelijktijdig aankomt met je ouder verklaring. Dit was 17 april,
dan was ze op tijd geweest met het intrekken. Ze is nu te laat voor het intrekken: want haar
brief met haar tweede verklaring komt pas de 18e aan.
Intrekken is geen optie.
Is herroepen een mogelijkheid? 6.219 lid 1. Is er een termijn? Nee dan mag herroepen tenzij,
lid 2: je mag niet meer herroepen als de aanvaarding al is verzonden. De aanvaarding is
verzonden op 17 april, de herroeping op de 18e; dus ook hier te laat. Herroepen mag niet
meer.
Er is dus een aanbod, is er ook een aanvaarding? 3.33 wil en verklaring; wanneer heeft een
verklaring werking? 3.37 lid 3 zodra de verklaring de ander heeft bereikt = ontvangsttheorie.
De verklaring heeft haar echter niet bereikt, maar zie de nochtans regeling; een verklaring
heeft ook werking als het niet bereiken haar eigen probleem is. (Bv. Personen voor wie ze
aansprakelijk is, eigen schuld is).