Taak 5: gaat in op nieuwe ontwikkelingen zoals mindfulness (Mindfulness-based Cognitive Therapy),
ACT (Acceptance and Commitment) en internettherapie
Leerdoelen:
1. Leg de volgende begrippen uit:
a. ACT
b. MBCT
c. Internettherapie
d. 3e generatie GT
e. Meta-cognities; het denken over het denken. Het reflecteren op je eigen gedrag en
de oorzaak-gevolg relaties die daarin zitten. Het is een onderdeel van de
executieve functies.
2. Wat zijn de 1e, 2e en 3e generatie (LEG UIT)
3. Hoe effectief zijn deze?
4. Vergelijk de bovenstaande therapieën
Filmpje met een mindfulnessoefening, de 3-minute breathing space. Duur: 3.19 minuten
Stap 1 van de breathing space: opmerken wat er op dat moment door je heen gaat, welke gedachten
er zijn, welke gevoelens of emoties, sensaties.
Stap 2: verzamelen van de aandacht op je ademhaling bij in- en uitademen, de sensaties van het
ademen.
Stap 3: verspreid de aandacht naar het hele lichaam, alsof het hele lichaam kan ademen. Bewust van
het hele landschap van sensaties in het lichaam. Kijk of het mogelijk is om de sensaties te laten zoals
ze zijn, ze niet proberen te veranderen.
Ten slotte vingers en voeten bewegen, ogen openen wanneer ze gesloten waren en ga door met de
activiteiten van je dag.
Filmpje: Mark Williams over Mindfulness-based Cognitive Therapie en depressie. Duur 10 minuten
We gebruiken mindfulness over een 8 weken durend programma, waar mensen komen voor klassen
een keer per week, voor twee uur per week. Ze leren intensieve meditatie.
https://www.youtube.com/watch?v=KG4xaA3y948
ACT
Bron: Jansen, Rinsampessy, van den Berg & De Mey (2011) Bewegen Richting Flexibiliteit met
Acceptance en Commitment Therapie
Uitgangspunt van de derde generatie therapieën is dat pijn een basiskenmerk is van het menselijk
bestaan. Waar in de tweede generatie cognities als oorzaken worden gezien, richt de derde
generatie zich vooral op het veranderen van de context waarbinnen de cognities plaatsvinden.
Belangrijkste verschil is dat cognities niet worden gezien als oorzaken, maar dat dit gedrag wordt
1
,veroorzaakt door de leergeschiedenis van een persoon in interactie met zijn huidige omgeving
(reinforcement contingenties). Gedachten en gevoelens zijn volgens de derde generatie belangrijk,
maar hun rol is geen oorzakelijke. Men richt zich in de praktijk niet op cognities en emoties, maar
concentreert zich op waar die vandaan komen en waar de handvaten liggen om het gedrag van de
cliënt te veranderen op weg naar duidelijke doelen. Cognities en emoties worden gezien als
gedragingen, die veranderbaar zijn via de aanpak van reinforcement contingenties.
Acceptance and Commitment Therapy is een relatief nieuwe therapievorm die behoort tot de derde
generatie cognitieve gedragstherapieën. ACT is gebaseerd op de gedragsanalyse (met name de
Relational Frame Theory, RFT). Kenmerkend voor de derde generatie is de opvatting dat pijn een
basiskenmerk is van het menselijk bestaan. ACT baseert zich op de aanname van destructieve
normaliteit; het idee dat gewone menselijke psychologische processen op zichzelf al kunnen leiden
tot pathologische processen.
De Relational Frame Theory verklaart hoe menselijk vermogen tot het leggen van relaties tussen
allerlei zaken leiden tot cognities, taal en gedrag. Het tracht te verklaren waarom mensen een
oneindig aantal stimuli met elkaar kunnen associëren zonder ze direct te hoeven ervaren.
ACT-model van psychopathologie
ACT komt voort uit de gedragsanalyse of het behaviorisme. De angst of angstgedachte is niet meer
het centrale thema van de behandeling. Het veranderen daarvan verandert namelijk nog niet de
negatieve effecten van een disfunctionele leergeschiedenis. Het hebben van positieve gedachten
betekent nog niet dat die negatieve effecten verdwenen zijn. ACT pleit voor een therapie waarin
gedragsverandering centraal staat, niet door het veranderen van cognities (tweede generatie),
maar door het creëren van een nieuwe leergeschiedenis, ofwel het veranderen van contingenties.
Herinneringen aan een pijnlijke gebeurtenis uit het verleden kunnen ervoor zorgen dat we ons niet
prettig voelen. Pijn wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door een directe oorzaak in het hier en nu, maar
lijden ontstaat doordat mensen in staat zijn vrij te fantaseren over wat er allemaal zou kunnen
gebeuren. Mensen kunnen pijnlijke situaties vermijden, maar door taal (verbaliseren) kan pijn ook los
van de situatie worden gevoeld.
2
, Pijn wordt veroorzaakt door een directe oorzaak in het hier en nu (pijnlijke gebeurtenissen;
ongelukken, ziekte, sterfgevallen, ontslag, scheiding).
Als er geen directe aanwijsbare oorzaak is voor de pijn die iemand ervaart, dan spreken we van
geverbaliseerde pijn, oftewel lijden (voorbeelden van lijden; angst voor de toekomst, verdriet uit het
verleden, piekeren over mogelijk ontslag, angst om flauw te vallen
Volgens het ACT-model van psychopathologie is onder andere cognitieve fusie een oorzaak van het
ontstaan van psychische klachten. Cognitieve fusie; gedrag wordt steeds meer gereguleerd door een
ingewikkeld netwerk van talige relaties dat in ons hoofd bestaat, in plaats van door directe
ervaringen. Gedachten als ‘ik ben waardeloos’ worden gezien als feit in plaats van gedachte;
‘gedachten zijn werkelijkheid’. Deze fusie met gedachten leidt tot experiëntiële vermijding; bepaalde
interne ervaringen, zoals lichamelijke sensaties, emoties, gedachten of herinneren worden
vermeden. Het is dus het trachten om bepaalde innerlijke ervaringen te vermijden, controleren of
veranderen. Ook het vermogen tot zelfevaluatie en geven van redenen valt onder deze processen.
Mensen slagen er soms goed in gedachten, herinneren of gevoelens te controleren, maar vaak alleen
voor beperkte tijd. Met het witte-beer-experiment wordt aangetoond dat mensen zeer goed
bepaalde gedachten kunnen onderdrukken gedurende vijf minuten. Daarna gaan ze echter veel meer
aan de onderdrukte gedachten denken dan mensen die de gedachten niet hadden onderdrukt.
Verschil ACT en CBT
Het belangrijkste onderscheid met cognitieve gedragstherapie is dat CGT zich richt op
symptoomverlichting door verandering van de inhoud van gedachten, terwijl ACT zich richt op het
veranderen van de relatie die een cliënt heeft met zijn gedachten, dus het veranderen van de functie
van deze gedachten.
De zes hoekstenen van ACT
De zes hoekstenen worden behandeld in en protocollaire training van tien wekelijkse bijeenkomsten
van circa twee uur. ACT is ook educatief van aard en leert mensen om te gaan met onvermijdbare
tegenslagen.
3