Een complete samenvatting voor 5 vwo uit Buitenland over hoofdstuk 2. Het bevat de paragraven 1 t/m 10. Kortom alles wat je moet weten over hoofdstuk 2, inclusief handige aantekeningen bij de verschillende paragraven.
Introductie: Aarde endogene en exogene processen
Aardplaten: delen van de aardkorst die als geheel bewegen ten opzicht van andere
delen
Delta: Nieuw land in zee dat ontstaat op een plaats waar een rivier in zee uitmondt
en het sediment ophoopt
Endogene processen: Processen die ‘van binnenuit’ op de aardkorst inwerken,
zoals aardbevingen, vulkanisme, platentektoniek en gebergtevorming
Exogene processen: Processen zoals verwering, erosie en sedimentatie, die ‘van
buitenaf’ op de aardkorst inwerken
Plooiingsgebergte: Gebergte dat ontstaat door druk in de aardkorst waarbij
gesteente geplooid en opgeheven wordt
Sediment: Het losse materiaal dat door stromend water, wind of bewegend ijs wordt
meegenomen
Stroomgebied: gebied waarbinnen al het regen-en smeltwater via één hoofdrivier
naar zee stroomt
Epicentrum: Punt op het aardoppervlak direct boven de haard van de aardbeving
waar de meeste beweging door een aardbeving plaats vindt.
Vulkaankegel: een berg die ontstaan is door lagen as en lava van een reeks
uitbarstingen
Platentektoniek: Het bewegen van de aardkorst platen
\
, 2
2.1 De opbouw van de aarde
Een verschrompelde appel?
Alfred Lother Wegenere: Duitse meteoroloog, 1880-1930 Wegenere bracht in
1912 het idee van de continentendrift naar voren als bewijzen had hij;
De theorie van Wegener (= continentendrift):
1. In elkaar passende kusten van de continenten (topografisch argument)
2. Overeenkomstige gesteente lagen (geologisch argument)
3. Gidsfossielen (geologisch argument) = een vaak voorkomend fossiel dat
kenmerkend is voor een bepaalde periode
Aanhangers van de theorie van wegenere worden mobilisten genoemd,
tegenstanders fixisten.
Concurrende theorieën naast de theorie van Wegener Contractietheorie
(verschrompelde appel) en de geosynclinale-theorie (ophef en vervorming van
gebergten)
Twee soorten aardkorst:
Aardkorst: Het buitenste laagje van de aarde dat bestaat uit stukken oceaanbodem
en stukken continent.
1. Oceanische korst (gemiddeld 8 km dik) = Basalt (3,0 gram / cm3), dus relatief
zwaar. Hierdoor zakt de oceanische korst dieper weg in de aarde.
Op oceaanbodem de mid oceanische rug
Diepzeetroggen om de oceaanbodem
2. Continentale korst (gemiddeld 40 kilometer dik) = Graniet (2,7 gram / cm3), dus
relatief licht.
Basalt: Stollingsgesteente dat ontstaat bij vulkaanuitbarstingen en veel in de
oceanische korst voorkomt
Graniet: Stollingsgesteente dat ondergronds stolt bij intrusies.
Midoceanische rug: Een wereldwijd aaneengesloten ‘onderwatergebergte’ op de
oceaanbodem ontstaan doordat de oceanische korst uit elkaar drijft.
Diepzeetrog: De diepste plaatsen in de zeebodem die ontstaan waar oceanische
korst onder continentale korst wordt geduwd.
De aarde gescand:
De opbouw van de aarde is onderzocht door de aarde te scannen:
1. Bij een aardbeving ontstaan trillingen die overal ter wereld kunnen worden
opgevangen
2. De snelheid en richting van de aardbevingstrillingen wordt beïnvloed door de
eigenschappen van het gesteente zoals; temperatuur, dichtheid en vloeibaarheid.
3. Door de informatie van aardbevingen te vergelijken en te analyseren kunnen
seismologen bepalen hoe de aarde is opgebouwd.
, 3
De aardkern: Het binnenste deel van de aarde waar warmte ontstaat
Bestaat grotendeel uit ijzer.
Radioactieve elementen zoals uranium produceren warmte, de temperatuur
ligt rond de 5000 graden en de druk is 4 miljoen maal hoger.
Binnenkern: vast en buitenkern: vloeibaar
Aardmantel: Het deel van de aarde waar de aardkorst op drijft
Zwaardere gesteenten dan de aardkorst
Bestaat uit vast gesteente, aangezien de hoge druk smeltpunt verhogend
werkt. Dit vaste gesteente beweegt op lange termijn door
convectiestromen.
Lithosfeer: De aardkorst en het bovenste deel van de mantel dat als aardkorstplaten
beweegt; de lithosfeer gaat tot 100 kilometer diepte
Asthenosfeer: Het gedeelte van de mantel dat vloeibaar is en waar de lithosfeer
overheen beweegt; de asthenosfeer gaat van 100 tot 600 kilometer diepte
Convectiestromen: Circulair stromend vloeibaar gesteente in de aardmantel,
gedeeltelijk warm en gedeeltelijk koud.
1. Het gesteente in de aardmantel wordt door de aardkern verhit
2. Het gesteente zet uit
3. Wordt lichter met als gevolg dat het gaat opstijgen
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper av1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.