Groei en ontwikkeling postnataal: 1) groei en ontwikkeling van het lichaam. 2) groei en
ontwikkeling van het craniofaciale gebied, inclusief het aangezicht. 3) het wisselgebit
1. uitleggen wat wordt verstaan onder de cephalo-caudale groei gradiënt, en dit begrip
toepassen op zowel het gehele lichaam als het hoofd.
2. met voorbeelden de variatie in relatieve groeisnelheid van weefsels in de eerste 18
levensjaren beschrijven.
3. de variatie in mate en timing van groei bij kinderen beschrijven, en uitleggen welke
factoren van invloed zijn, daarbij onderscheid makend tussen jongens en meisjes.
4. in anatomische en histologische termen uitleggen op welke wijze de platte beenderen
van het cranium, het naso-maxillaire complex en de mandibula groeien in de postnatale
fase.
5. voor het melkgebit en het blijvend gebit de relatieve chronologie beschrijven in termen
van deze stadia en uitleggen waarom variatie in doorbraakvolgorde klinisch relevant is.
6. uitleggen waarom een eerste en een tweede wisselfase worden onderscheiden.
7. ruimtelijke relaties in het wisselgebit beschrijven en verklaren, waaronder:
a. occlusale verhoudingen tussen de tandbogen in het melk-, wissel- en blijvende gebit
vergelijken
met die in het blijvend gebit.
b. ruimtelijke verhoudingen van de elementen in de kaak relateren aan de groei van de
kaken.
Van der Linden
Hoofdstuk 2 Kaakgroei tijdens de vorming en eruptie van melkelementen
• Op 6-jarige leeftijd is 90% van de uiteindelijke omvang van het neurocranium bereikt.
• Jongens hebben een later optredende, grotere en langer durende adolescentie
groeiversnelling dan meisjes.
• Bij een neonatus is het hersengedeelte groot in vergelijking met het
aangezichtsgedeelte.
• Bij een volwassene is het gelaat uitgegroeid en overheerst het hersengedeelte meer.
• Van neonatus tot volwassene groeit het gelaat meer dan de rest van het hoofd.
• Kraakbeen bezit de mogelijkheid van interstitiële groei en kan daardoor snel in
omvang toenemen. Bot kan dat niet. Nadat calcificatie is opgetreden kan bot alleen
nog toenemen door appositie aan oppervlakken.
• Bij de neonatus zijn de boven- en onderkaak klein in verhouding tot de rest van het
hoofd. Onderkaak bevindt zich t.o.v. de bovenkaak in dorsale positie.
• Onderkaak komt in het eerste levensjaar meer naar ventraal dan de bovenkaak.
• Voor de vorming van de melkmolaren is meer ruimte beschikbaar dan voor die van
melkincisieven.
- In het front zijn de kaken smaller dan in de zijdelingse delen.
- De onderkaak is smal in het gebied waar de incisieven worden aangelegd en
breed waar de molaren gevormd worden.
• De melkincisieven en – hoektanden worden niet aangelegd in de oriëntatie waarin ze
doorbreken, de ruimtelijke verhoudingen staan dat niet toe.
, • Gedurende gehele prenatale periode en enige tijd na de geboorte staan de
frontelementen geroteerd of overlappen elkaar.
- In de eerste 6 maanden na geboorte vindt er verandering plaats van de
overlapping van de 6 frontelementen.
• Voor de geboorte neemt de omvang van het voorste gedeelte van de kaken niet of
maar weinig meer toe dan de som van de kroonbreedten van de zich daarin
bevindende incisieven.
• In een foetus is het bot in de bovenkaak meer spongieus dan in de onderkaak.
Relatie russen kaakgroei en tandontwikkeling:
1. 20 weken na conceptie zijn kaken klein. Centrale melkincisieven boven en 4
melkincisieven onder zijn aan het mineraliseren.
2. Kaken worden breder door botvorming in mediane regio’s.
3. Groei naar dorsaal levert ruimte voor de geleidelijk groter wordende en lokaal al
mineraliserende molaren.
4. Groei in de mediane regio’s is ontoereikend voor verbetering van de positie van
melkincisieven.
5. Bij geboorte zijn alle kronen van alle melkelementen geheel/gedeeltelijk
gemineraliseerd.
• Mediane structuur in de bovenkaak en de symphysis in de onderkaak leveren de
grootste bijdrage aan de vroege transversale ontwikkeling van de kaken.
• Als de eerste melkmolaren zijn gaan occluderen wordt de transversale groei van de
bovenkaak op de breedte van de onderkaak afgestemd. → breedteontwikkeling
wordt gestuurd door ondertandboog.
Gebit en kaken van geboorte tot 3 jarig
1. Bij geboorte kaken klein.
2. In front overlappen tandkiemen elkaar & geroteerd.
3. Voor vormende melkmolaren voldoende ruimte.
4. Vanaf geboorte tot 6 maanden groeien kaken veel in mediane regio’s. Voor
doorbraak ontstaat daardoor voldoende ruimte voor de melkincisieven om binnen de
kaken naar mesiaal te migreren en goede positie in te nemen.
5. Symphysis mandibulae gaat verbenen voordat centrale melkincisieven doorbreken.
Daarna kan in mediane regio van onderkaak geen transversale groei meer
plaatsvinden. Midsagittale structuur in bovenkaak behoudt groeipotentie tot
volwassenheid.
6. Groei van kaken naar dorsaal blijft doorgaan, waardoor geleidelijk groter wordende
melkmolaren binnen de kaken naar distaal kunnen migreren. Kaken worden nog wel
breder door appositie van bot aan buitenkanten.
7. Na incisieven breken eerste melkmolaren door en ontstaat occlusie. Vervolgens
verschijnen melkhoektanden.
8. Ondertussen verschaft dorsale groei van kaken ruimte voor de 2e melkmolaren
(breken +- 1jaar na eerste doorbreken door). Groei naar dorsaal levert voldoende
ruimte voor eerste blijvende molaren. Blijvende snijtanden overlappen elkaar en
zullen niet in positie verbeteren voor ze breken. Premolaren hebben genoeg ruimte
in de kaken.
, Kaakgroei en doorbraak melkelementen
1. Bij geboorte kaken relatief klein. Melkincisieven geroteerd/overlappen elkaar.
Melkmolaren bevinden zich met tussenruimten achter elkaar in de kaak.
2. Eerste halfjaar na geboorte groeien kaken veel. Daarna verbeent symphysis en
breken met 6 maanden centrale melkincisieven van onder door.
3. Enige maanden later volgen centrale boven.
4. Rondom leeftijd 1 jaar komen laterale melkincisieven, eerst boven dan onder.
5. Door dorsale groei ontstaat ruimte voor melkmolaren. Eerste melkmolaren breken
door bij 16maanden. Eerste hoektanden bij 20maanden.
6. Nadat alle melkelementen zijn doorgebroken veranderen ze weinig in positie en
onderlinge relatie.
Gebitselementen onder komen t.o.v. boven iets naar ventraal te staan. Door de
grotere voorwaartse groei van onderkaak dan van bovenkaak. Tussen 24 en 30
maanden breken als laatste 2 melkmolaren door.
Schedel 8 maanden
• Kaken zijn in verhouding tot neurocranium, groter dan in prenatale en perinatale
perioden. Richel in het midden onder de mandibula is smal.
• Gebit vult ruimte tussen oogkassen en neusbodem en onderkaakbasis geheel.
• Vormende delen van centrale melkincisieven liggen boven dicht bij de neusbodem.
Occlusale zijden van de nog niet doorgebroken ondergebitselementen liggen in
concaaf vlak.
• Wortels van eerste melkmolaren zijn al ten dele gevormd.
• Kronen van de 2 melkmolaren zijn compleet; die van de 1e blijvende molaren voor de
helft, nog scherpe knobbelpunten.
• Incisale randen van 4 bovenincisieven bevinden zich op hetzelfde niveau; alleen
centrale zijn doorgebroken. Molaren liggen onder in een grotere boog, dus meer
lateraal dan boven.
• Wortelformatie van de laterale melkincisieven onder loopt achter op die van de
centrale.
• De kronen van de melkmolaren zijn onder naar linguaal geïnclineerd.
Na verwijdering van melkincisieven en -hoektanden
• In de bovenkaak divergeren de kronen van centrale blijvende snijtanden.
• Van de blijvende hoektanden is pas een klein gedeelte van de kroon gevormd.
• In onderkaak bevinden zich de laterale blijvende snijtanden linguaal van de centrale,
die op enige afstand van elkaar staan.
• Na verwijdering van de centrale blijvende snijtanden wordt de positie van de laterale
duidelijker.
Na verwijdering van blijvende voortanden
• De morfologie van het omringende bot varieert conforms de grootte en positie van
de gebitselementen die erin zijn gehuisvest. Geldt ook voor de lokale dikte van de
linguale gebieden.
Schedel van 6 jaar
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tandheelkundesv. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €20,49. Je zit daarna nergens aan vast.