100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting + oefenvragen €8,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting + oefenvragen

 10 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting van de lesstof Methoden en Technieken inclusief oefenvragen + antwoorden.

Voorbeeld 4 van de 45  pagina's

  • 12 juni 2024
  • 45
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
cschiffy
2023/2024




Samenvatting




PREMASTER METHODEN EN TECHNIEK VAN ONDERZOEK




OPEN UNIVERSITEIT |

,Blok 1. Wetenschappelijk onderzoek
Week 1.
Onderzoek bestaat uit de volgende elementen:
1. Een kennisbehoefte
2. Bestaande kennis die kennelijk tekort schiet
3. Activiteiten om nieuwe kennis te verkrijgen
4. Het resultaat: uitbreiding van bestaande kennis en een bevrediging van de aanvankelijke
kennisbehoefte.

Wetenschappelijk onderzoek moet relevant én verantwoord zijn. Drie vragen die beantwoord
moeten worden:
1. Wat ga ik onderzoeken? (onderwerp en probleemstelling ook wel relevantie)
2. Waarom? (argumentatie en relevantie)
3. Hoe? (methode ook wel verantwoord)

Criteria waar onderzoek aan moet voldoen waaronder:
• Doel van het onderzoek: verkrijgen van informatie, duidelijk en helder geformuleerd.
• Dataverzameling: dient op systematische wijze verkregen te worden.
• Data die verzameld is dient op een systematische wijze geanalyseerd te worden.

ONDERZOEKSMETHODOLOGIE , wat staat voor een raamwerk aan specifieke methoden voor
dataverzameling en –analyse, waarvan we weten dat deze methoden kunnen helpen bij het generen
van nieuwe kennis over een onderzoeksprobleem. Onderzoeksmethodologie zorgt ervoor dat er een
zekere systematiek in onderzoek zit. Die systematiek zorgt ervoor dat we meer kunnen vertrouwen
op onderzoeksresultaten en dat mensen met interesse in het onderzoek de logica van de
bevindingen kunnen begrijpen.

METHODE : techniek of procedure die gebruikt wordt om data te analyseren.

VALORISATIE : resultaten van onderzoek moeten gebruikt worden voor innovaties, concrete
toepassingen en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.

Wetenschappelijk onderzoek komt in een ‘academic journal’. Aanpak hanteert dan ‘double blind
peer review’.

FFP: Fabrication, Falsification en Palgarism.

Soorten onderzoek
ZUIVER FUNDAMENTEEL ONDERZOEK : verkrijgen van diepgaand begrip van een onderwerp. Het generen
van nieuwe wetenschappelijke kennis.

ZUIVER TOEGEPAST ONDERZOEK : het verkrijgen van
kennis met waarbij een praktische probleem
centraal staat.

TOEPASSINGSGERICHT FUNDAMENTEEL ONDERZOEK :
zowel diepgaand begrip als bijdragen aan de
oplossing voor een praktische probleem.

,Inductie en deductie
Inductie en deductie zijn twee redeneervormen die worden
gebruikt om tot conclusies te komen.
Bij inductie wordt een conclusie getrokken uit een aantal
specifieke waarnemingen, terwijl bij deductie een specifieke
conclusie wordt afgeleid uit een algemene theorie. Bij
inductie wordt er vanuit het bijzondere naar het algemene
geredeneerd, terwijl bij deductie vanuit het algemene naar
het bijzondere wordt geredeneerd.

DEDUCTIE heeft meestal betrekking op het heden of verleden
en wordt vaak gekozen als er al veel bestaande theorieën zijn
die je met je onderzoek kunt toetsen. Methode waarbij
vanuit de logica de conclusie wordt afgeleid uit de premissen.
Als de premissen waar zijn, dan is de conclusie per definitie
waar.
Voorbeeld;
De algemene regel luidt:
Als het regent, wordt alles wat buiten staat nat. Verder is bekend:
Het regent.
De auto staat buiten.
De logisch onontkoombare conclusie luidt:
De auto wordt nat.

INDUCTIE (Verkennend onderzoek – Theorieontwikkeling) is een redeneervorm waarbij algemene
regels afleiden uit specifieke, empirische waarnemingen, ook wel generalisatie genoemd. In
tegenstelling tot deductie, waarbij de conclusie een logisch gevolg is van de hypotheses, is er bij
inductie enkel een bepaalde mate van waarschijnlijkheid; er is geen absolute zekerheid.

Voorbeeld;
De eerste zwaan is wit, de tweede zwaan is wit, de derde zwaan is wit, de -n zwaan is wit;
Dus: alle zwanen zullen wel wit zijn.

De conclusie uit de beschikbare waarnemingen is niet absoluut, omdat je niet alle waarnemingen
kan uitvoeren. Er is altijd sprake van een bepaalde mate van waarschijnlijkheid die door nieuwe
empirische gegevens weer weerlegt kan worden. Het proces van weerlegging is 'falsificatie', een
belangrijk principe in de wetenschap.
Falsificatietheorie: onderzoekers moeten de onjuistheid van de theorie bewijzen. Dit leidt tot
ontwikkeling van nieuwe en verbeterede theorieën die dichter bij de waarheid komen.

De kracht van een inductieve redenering neemt toe als:
• De regelmatigheden op veel en verschillende momenten zijn waargenomen.
• De extrapolatie naar niet onderzochte eenheden wordt beperkt. Voorbeeld m.b.t. een
koper-leverancier relaties: zowel de kopers als leveranciers worden ondervraagd om de
extrapolatie te verbeteren en generalisatie te vergroten.

CAUSALITEIT
Een causaal verband verwijst naar de relatie tussen oorzaak en gevolg. Om een aannemelijk
causaal verband tussen X (oorzaak) en Y (gevolg) vast te stellen, moeten er drie criteria
worden voldaan:

, 1. De vermeende oorzaak moet variëren samen met het gevolg. Als X toeneemt, neemt Y ook
toe.
2. De vermeende oorzaak X moet in de tijd voorafgaan aan het gevolg.
3. Het statistische verband tussen X en Y mag niet worden veroorzaakt door een andere
variabele die de relatie tussen X en Y veroorzaakt. Er mogen geen andere alternatieve
oorzaken aanwezig of actief zijn.

Week 2.
VERKENNEND (EXPLORATORY )
Open vragen om inzicht te krijgen over een onderwerp naar keuze. Onderzoeksvragen beginnen
vaak met “wat” en “hoe”. Vragen om verduidelijking te krijgen starten hier vaak ook mee. Geeft vaak
verduidelijking van een probleem als je niet weet wat de oorsprong van het probleem kan zijn. Is
flexibel en kan wijzigen tijdens het onderzoek. Data vaak op basis van kwalitatieve benadering.

VERKLAREND (EXPLANATORY )
Causale verbanden tussen variabelen. Vragen die vaak starten met “waarom” en “hoe”. Vaak op
basis van kwantitatieve data om zo de situatie/probleem te onderzoeken om hier de relatie van de
variabelen in te achterhalen. Doel is om inzicht te krijgen in de oorzaak van het probleem.

Er zijn vier belangrijke onderzoeksstrategieën:

▪ EXPERIMENT: het manipuleren van een specifieke variabele om het effect van die manipulatie
te onderzoeken. Naast het formuleren van een hypothese, wordt ook een Null Hypothese
opgesteld om te proberen deze te verwerpen. Het doel hiervan is om de effecten van de
manipulatie te kunnen bepalen.
▪ SURVEY: een deductieve en verkennende onderzoeksmethode die populair is vanwege de
eenvoudige verzameling van grote hoeveelheden gestandaardiseerde gegevens van veel
respondenten. Om een representatief beeld te krijgen, is het van cruciaal belang om een
goede dataverwerking uit te voeren met voldoende respondenten.
▪ ARCHIVAL RESEARCH: literatuuronderzoek, waarbij alle beschikbare bronnen zoals agenda's,
artikelen, publicaties, blogs en organisatiedocumenten worden geraadpleegd. Het is van
essentieel belang om selectief en nauwkeurig om te gaan met het materiaal dat wordt
verzameld.
▪ CASE STUDY: een vorm van onderzoek waarbij een specifiek onderwerp (persoon,
gebeurtenis, groep) centraal staat en waarbij men diepgaande contextuele kennis wil
vergaren. Dit type onderzoek is met name geschikt voor kwalitatief onderzoek. Doordat de
aandacht specifiek gericht is op een bepaald onderwerp, kan de focus makkelijker behouden
worden.

Validiteit en betrouwbaarheid
De kwaliteitseis die het meest algemeen en belangrijk wordt beschouwd bij onderzoek is validiteit.
Het verwijst naar de geldigheid van de onderzoeksresultaten, die afhankelijk is van de
onderzoeksopzet en de manier van meten/waarnemen. Validiteit houdt in dat de mate waarin er is
gemeten wat men beoogde te meten, en dat de resultaten nauwkeurig zijn. Validiteit kan worden
onderverdeeld in vier criteria:
▪ Constructvaliditeit (measurement validity): meten wat je daadwerkelijk wilt meten.
▪ Interne validiteit (internal validity): oorzaak-gevolg relatie juist, ook wel de causaliteit.
▪ Externe validiteit (external validity): generaliseerbaarheid, in hoeverre is het representatief
voor populatie.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper cschiffy. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 47561 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd