RECHTSFILOSOFIE A
Conceptueel Normatief
Gaat over wat iets is en geven een definitie (essentiële Gaat iver hoe iets moet zijn en geven een
kenmerken) waardeoordeel (bepalen voorwaarde voor het
onderscheid tussen goed en slecht)
Denken over het bestaan en de Aan filosofie doen is vragen stellen op een fundamentele,
Metafysica
werkelijkheid systematische en kritische manier (Over een bepaald onderwerp <--)
Epistemologie Denken over kennis Fundamenteel Met als enige doel om een beter inzicht te krijgen
Ethiek Denken over goed en kwaad Systematisch Volgens een bepaalde structuur of methode
Denken over de wereld zoals wij Gevestigde antwoorden in vraag moeten
Fenomenologie Kritisch
die ervaren kunnen stellen (nooit een antwoord als definitief)
Empirisch
Wat men direct ervaart. Dus kennisverwerving door
middel van directe waarneming
Recht Moraal
Het positieve, menselijke recht. Het geheel van regels dat bepaalt of iets goed
Ziet op rechtsgeldigheid (Het karakter hebben is om te doen of slecht is om te doen
van geldig recht) (=natuurrecht). Ziet op rechtvaardigheid
Conceptueel vs normatief: alle regels die behoren tot het moraal zijn normatieve regels. Er zijn normatieve voorschrift
die niet behoren tot de moraal. Bijvoorbeeld spelregels, dit heeft niks te maken met het goede doen.
Legaliteit Legitimiteit
= rechtsgeldigheid = rechtmatigheid
= toetsen aan het recht =toetsen aan redenen om het recht te
aanvaarden, buiten het recht
Burgerlijke ongehoorzaamheid:
Directe: de wet waar je het niet mee eens bent overtreden.
Indirecte: een andere wet dan waarmee je het niet eens bent overtreden.
Legitimiteit --> aanvaarding, maar ook verplichting om de wet te gehoorzamen.
Als we het willen hebben over de legitimiteit
van politiek gezag, dan is instemming het
verbind-punt van politiek gezag en vrije en
gelijke individuen. Je moet ermee akkoord
gaan dat het legitiem is, anders is het dwang
Welk begrip is GEEN normatief Welk begrip is een moreel
begrip in het rechtspositivisme begrip?
--> Rechtsgeldigheid --> Rechtvaardigheid
, HC 1
Pauline Westerman
Westerman geeft aan waarom rechtsfilosofie belangrijk is
Naar een kritische en
Geinspireerd door postmodernisch anti- relevante rechtstheorie
Rechtscategorie foundationalisme.
Overgaan van een louter conceptuele analyse naar een meer
normatieve met empirische onderzoeksvelden om zo tot een
kritische en relevante rechtstheorie te komen.
Westerman stelt voor om de traditionele focus op de geldigheid van
rechtsordes te verruimen door ook te kijken naar de praktische
werking van recht en regelgeving in de hedendaagse samenleving.
De jurist rekent op rechtsfilosoof voor
grondslagen, maar:
Taak van een rechtsfilosoof ligt
niet in het oplossen van juridische
conflicten, maar in het Dit draagt bij aan een dieper
expliciteren en problematiseren begrip van juridische praktijken
van juridische concepten en en technieken.
aannames.
Focus op de wet > meest fundamentele bouwstenen. Nadenken
over dat de wet leidt tot tegenstrijdigheden. Rechtvaardigheid, maar
ook rechtszekerheid!
Wie zich voordoet als grondslagenbouwer, graaft uiteindelijk zijn eigen graf want die
taak kan helemaal niet worden verricht door de filosoof.' Wat bedoelt Pauline
Westerman met deze zin uit haar artikel “Naar een kritische en relevante
rechtstheorie,” NJLP, 2019.
--> Ze bedoeld hiermee: Dat filosofie geen grondslagen kan bouwen voor het recht omdat het een
kritische discipline is en filosofie dus grondslagen in vraag moet stellen.
, HC 2
De westerse filosofie en de Griekse Oudheid
Socrates (469 – 399 v. Chr.)
Plato (428 – 347 v. Chr.)
Aristoteles (384 – 322 v. Chr.)
Rechtscategorie Griekse filosofen
Filosofie is fundamenteel, systematisch en kritisch.
Dit vloeit voort uit de Griekse filosofen:
Dit zie je vooral terug in het werk van Aristoteles! --> Filosofie bestaat enkel omwille van
Fundamenteel
het denken. Het heeft geen praktisch nut, dit vond Aristoteles
Dialectiek, analyse en synthese
Socrates: Hij staat bekend om de dialectiek. Hij ondervraagt altijd zijn gesprekspartner
, omdat dit de enige manier is om tot een beter inzicht te komen. Socrates kwam
steeds met een antithesis, waardoor zijn gesprekspartner moest komen met een
syntheses (en dus minder wist dan hij dacht).
Plato: Ideeënleer – Analyse. Hij zei: Ideeën hebben een eigen afzonderlijke
werkelijkheid. Ook al kunnen we ideeën niet vastpakken, ze zijn even werkelijk voor
Systematisch
Plato als een tafel of stoel. We moeten ons niet focussen op wat we kunnen zien of
ruiken, maar juist wat we in ons verstand hebben. (Analyseren en conceptueel
uitleggen van ideeën)
Aristoteles: Waarneming - Synthese. Waarneming leidt tot kennis, maar waarneming is
geen kennis. Hij was het niet eens met Plato. We kijken naar gemeenschappelijke
kenmerken van zichtbare fenomenen om meer te weten te komen erover. Zoeken in
het waarneembare. (Het algemene is in het specifieke aanwezig)
Alle 3 de filosofen waren kritisch
Plato: ‘Alle filosofie vertrekt vanuit verwondering’. Kritisch op wat vanzelfsprekend is.
(Plato was de leerling van Socrates.) Plato schreef altijd in dialoogvorm i.p.v. dat hij zegt
ik vind dit. Dit had hij van Socrates overgenomen.
Kritisch
Socrates: In vraag stellen en die kritische houding nam hij dus heel serieus. Hij
ondervroeg iedereen. Omdat hij iedereen beïnvloede hiermee is hij met de gifbeker
gedood.
Aristoteles: Zijn werken zijn heel kritisch vergeleken zijn leermeester Plato.
Rationeel vermogen is het hoogste. Doeloorzaak van de mens is rationeel zijn
Studie van oorzaken --> Vier oorzaken Geluk nastreven is het hoogste vermogen gebruiken en dat doel nastreven.
Aristoteles: ‘Waarom is iets zoals het is?’ Verband met natuurrechtsdenken is de natuurlijke orde.
Materiële oorzaak: dat waar het ding van
gemaakt is
Klei
Formele oorzaak: dat wat het ding maakt tot
wat het is
Mok
Bewerkende oorzaak: dat wat het ding
gemaakt heeft
Pottenbakker Plato wijst naar boven (Ideeënleer, dus de ideeën
Doelgericht van boven) en Aristoteles wijst naar beneden
Finale oorzaak = doeloorzaak (Belangrijkste) (Namelijk het waarneembare werkelijkheid van hie
Extern: om uit te drinken | en nu).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annetapagoni. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,46. Je zit daarna nergens aan vast.