Samenvatting WC Heelkunde en Orgaanoverschrijdende aandoeningen Iris Schoonderwaldt
Werkcollege 1: Trauma en wonden
Casus
• Europees korthaar, vrouwelijk, 3 jaar
• 3 dagen geleden weggelopen, vandaag gevonden onder een struik
• De kat heeft een grote wond aan de linker achterpoot
• Bij klinisch onderzoek (ABC spoed onderzoek en algemeen onderzoek) zijn er verder geen
afwijkingen te vinden. De kat kan de poot normaal belasten en loopt ook normaal.
Opdracht 1: Beoordelen van de wond
a. De leeftijd van de wond kan worden beoordeeld aan:
- De aanwezigheid van granulatieweefsel (fibroangioblastenweefsel, een netwerk van
capillairen en fibroblasten)
o Zie je meestal na 5-7 dagen
o Dit komt 24-72 uur na het ontstaan van de wond op gang. Je krijgt eerst een
ontsteking. Daarna dermarcatie: eerst moet de rotzooi worden opgeruimd
voordat er mogelijkheid is tot herstel.
- Rood en vochtig zegt niet zoveel over de leeftijd van de wond, aangezien een kat ook
veel aan de wond kan likken.
Dus: de wond zal niet ouder zijn dan drie dagen, verder is er eigenlijk niet zo veel over
bekend.
1
,Samenvatting WC Heelkunde en Orgaanoverschrijdende aandoeningen Iris Schoonderwaldt
Het is belangrijk om de leeftijd van de wond te weten vanwege verschillende redenen:
- Kans op contaminatie: o.a. haren, straatvuil, zand, bacteriën
o Een wond is een goede voedingsbodem voor bacteriën. Het is op
lichaamstemperatuur en vochtig. Daarom is het als dierenarts belangrijk dat
je de kans op bacterievermenigvuldiging verkleint.
- Risico op infectie: na 12 uur wordt de kans op infectie significant groter
o Hangt o.a. van soort bacterie, aantal bacteriën en de afweer van de patiënt
b. De diepte van de wond is vanaf een foto altijd wat lastig te beoordelen. Daarnaast moet je
ook eerst de wond scheren voordat je de wond goed kunt beoordelen. Het lijkt erop dat de
spieren zichtbaar zijn, dus waarschijnlijk is er ook nog eens contaminatie tot diep in het
weefsel. Aangezien de kat nog normaal loopt zullen er hoogst waarschijnlijk geen botten of
pezen aangetast zijn.
c. Deze wond is eigenlijk 100% zeker gecontamineerd. Binnen 6 uur kun je met spoelen nog het
grootste deel van de contaminatie verwijderen. Na deze periode gaan de bacteriën dieper
het weefsel, en kun je een infectie krijgen (te herkennen aan o.a. pus). Bij contaminatie is je
immuunsysteem nog niet betrokken, bij een infectie wel.
Antibiotica is niet altijd nodig, maar wordt wel vaak preventief gedaan. Omdat je niet weet
waarmee de wond geïnfecteerd is geef je een breedspectrum AB.
Opdracht 2: Stappenplan
1. ABC controleren
- ABC stabiel → geen spoed
- Airway: vrij? → zo niet, direct aanpakken!
- Breathing: aanwezig? Type? → afwijkend, direct aanpakken!
- Circulation
2. Anesthesie + pijnstilling: de kat zal een wakker onderzoek niet toelaten!
3. Zorg voor comfort voor de kat en veiligheid voor de DA
4. Goede hygiëne: denk hierbij aan de tafel, handschoen, scheerkop
5. Wond afdekken om tijdens het scheren te voorkomen dat haren in de wond komen. Dit
afdekken kan met bijv. steriele gel of gaasjes doordrenkt met 0.9% NaCl.
6. Omgeving van de wond scheren. Scheer altijd ruim om de wond heen voor een goed
overzicht van het gebied. Het komt regelmatig voor dat er onder de vacht ook nog wondjes
aanwezig zijn.
7. Spoelen van de wond met fysiologisch zout, het liefst op lichaamstemperatuur. Een koude
vloeistof zorgt er (zeker bij een klein dier) voor dat het dier afkoelt. Dit gebeurt ook al door
de narcose, en dit wil je natuurlijk voorkomen.
- Op een intacte huid kun je voor desinfectie betadine oplossing met jodium
gebruiken. Op wonden doe je dit niet, dan is een sterke oplossing weefseltoxisch!
8. Wond opfrissen
- Zwarte stukjes duiden op necrose. Dit kun je beter meteen weghalen.
- Chirurgisch kun je de wondrand 1-2 mm wegsnijden. Daarnaast kun je ook de spier
opfrissen door met de botte kant van de scalpel wat oppervlak weg te halen.
9. Indien mogelijk de wond sluiten
2
,Samenvatting WC Heelkunde en Orgaanoverschrijdende aandoeningen Iris Schoonderwaldt
Opdracht 3
a. Er zijn verschillende weefsellagen gelaedeerd (beschadigd). Je ziet spier, dus in ieder geval de
epidermis, dermis, subcutis en spier zijn aangetast.
b. Waarschijnlijk ontbreekt er niet veel huid. De wondranden kunnen erg gaan wijken, meer
dan je op het eerste gezicht zou verwachten. Hierdoor lijkt het vaak alsof er veel huid mis,
terwijl dit dus meestal in de praktijk wel mee valt.
Opdracht 4
In de wondgenezing en de behandeling van wonden onderscheiden we:
• Primaire sluiting: verkleven van de wondranden door bijv. hechten
o Binnen 6 uur na het ontstaan van de wond. De wond is dan nog redelijk vitaal. Je
hoeft waarschijnlijk ook niet veel weefsel weg te halen.
o Geneest snel.
• Vertraagde primaire sluiting
o Niet binnen de 6 uur na het ontstaan van de wond. Dit kan totdat er
granulatieweefsel zichtbaar is.
• Secundaire sluiting
o Er is al granulatieweefsel aanwezig. Je moet wel een groot deel hiervan weghalen bij
het sluiten van de wond.
• Genezing per secundam: natuurlijke wondgenezing met opvulling van het defect door
granulatieweefsel (80%) en epithelisatie (20%) van de wondranden.
o Je kan dan niet meer hechten, dus laat je de wond bijv. onder een verband genezen.
Dit duurt echter veel langer (soms wel maanden), en bij de kat zakt een verband ook
vaak af. Een ander nadeel hierbij is automutilatie.
3
,Samenvatting WC Heelkunde en Orgaanoverschrijdende aandoeningen Iris Schoonderwaldt
Als je gaat hechten begin je in de diepte, zodat de structuren die bij elkaar horen bij elkaar komen. Je
hecht dit met oplosbaar hechtmateriaal. In de huid hecht je met onoplosbaar draad. Je wilt eigenlijk
zonder spanning kunnen hechten. Wanneer er teveel spanning op de wond staat ga je niet hechten.
Er is dan te weinig doorbloeding waardoor het weefsel kapot gaat en er nog grotere gaten ontstaan.
Evt. kun je nog een drain aanbrengen, zodat het exsudaat de wond kan verlaten. Je hecht het weefsel
over de drain heen.
Deze wond is hoogstwaarschijnlijk ouder dan 6 uur, maar er is nog geen granulatieweefsel aanwezig.
Daarom kan er worden gekozen voor vertraagde primaire sluiting (voorkeur) of genezing per
secundam.
Eindsituatie
De wond is vertraagd primair gesloten en er is een drain aangebracht.. De drain zit echter niet ideaal
geplaatst. Je wilt nooit dat de drain aan twee kanten uitsteekt. Nu wordt alleen via de buitenkant van
de drain gedraineerd. Wanneer de bovenkant van de drain volledig in de wond wordt geplaatst kan
ook via de binnenkant van de drain gedraineerd worden. Dit is ongeveer 33% effectiever. Verder zit
de drain in de wondhoek van de gehechte wond, wat de wondgenezing negatief beïnvloedt. Eigenlijk
wil je een extra gat maken onder de wond waarin je de drain plaatst. De richting van de drain is wel
goed, met het laagste punt onderop i.v.m. zwaartekracht.
Een drain blijft ongeveer 5 dagen zitten. Hierna zou de productie van vloeistof gestopt moeten zijn.
4
, Samenvatting WC Heelkunde en Orgaanoverschrijdende aandoeningen Iris Schoonderwaldt
Werkcollege 2: De buikpatiënt als spoedpatiënt: bouwplan buikwand
en buikinhoud
Thema 1: Opbouw van de buikwand bij hond, geit en varken
Geit/schaap Hond
M. obliquus ext. abdominis dikte 4-5 mm 2-5 mm
M. obliquus int. abdominis dikte 2-3 mm 1-2 mm
M. transversus abdominis dikte 2-3 mm 3-4 mm
M. rectus abdominis dikte 3-4 mm 5 mm
M. rectus abdominis breedte 2-3 cm 6 cm
Linea alba breedte 1 mm 2-5 mm
Spier Origo Insertie Vezelverloop
M. obliquus ext. Rib 5 tot 12, Linea alba Caudoventraal
abdominis thoracolumbale fascia
M. obliquus int. Tuber coxae, Laatste ribben, linea alba Cranioventraal
abdominis dwarsuitsteeksels van de
lumbale wervels,
thoracolumbale fascia
M. transversus Laatste ribben, Linea alba Dorsoventraal
abdominis dwarsuitsteeksels van de
lumbale wervels
M. rectus abdominis Sternum Tendo prepubicus, Craniocaudaal
schaambeen
Rectusschede
De rectusschede is een soort hulsje rondom de m. rectus abdominis, welke wordt gevormd door de
aponeuroses van de andere drie buikspieren. Deze aponeuroses lopen onder de spier door of boven
de spier langs en hechten vervolgens aan op de linea alba. Bij de verschillende diersoorten wordt
deze rectusschede wel iets anders gevormd. In de basis is het zo dat de twee schuine buikspieren een
laag vormen ventraal van de spier, terwijl de transversus dorsaal van de spier ligt:
• Rund en paard:
o Buitenblad (ventraal): m. abdominis obliquus internus en externus
o Binnenblad (dorsaal): m. transversus
• Kleine herkauwer;
o M. transversus vormt maar voor een klein deel het binnenblad
• Carnivoren en varken: de vorming van de rectusschede is hier craniaal anders dan caudaal
(zie de afbeelding op de volgende pagina). Dit heeft tot gevolg dat de linea alba veel beter
zichtbaar is aan de craniale zijde van het dier. Aan de caudale zijde is de kans dat je hierdoor
in een spier knipt groter.
o Craniaal:
▪ Buitenblad: m. obliquus abdominis externus en internus
▪ Binnenblad: deel van de m. obliquus abdomins internus
o Midden:
▪ Buitenblad: m. obliquus abdominis externus en internus
▪ Binnenblad: m. abdominis transversus
o Caudaal:
▪ Buitenblad: m. abdominis transversus
▪ Binnenblad: wordt alleen gevormd door fascia transversalis en peritoneum
5