1. Betekenis van het gezondheidsstrafrecht
Week 1
Hoorcollege 1. Inleiding strafrecht en herhaling B2
- Zuiver opzet: willens en wetens
- Noodzakelijkheidsbewustzijn: gevolg niet beoogd, maar wel onlosmakelijk verbonden met de
gedraging
- Voorwaardelijk opz.
o Risicocomponent: aanmerkelijke kans naar ervaringsregels
(Chestbump/HIV/Vuurwerkbom)
o Kennis: bewustzijn van handelen
o Wilscomponent: voor lief/op de koop. Porsche
(On)bewuste culpa:
- Aanmerkelijke onvoorzichtigheid: had gevolgen naar menselijke maatstaven moeten kunnen
voorzien (black-out)
- Verwijtbaar = vermijdbaar (gewaarschuwd mens)
- Invullen o.b.v. geheel van gedraging aard/ernst
Toetsen: bewust (wist van de risico’s, ervan uit gegaan dat het niet gebeurde. Onbewust (wist van de
risico’s, ervanuit gegaan dat het niet gebeurde). Onbewust (wist niet van de risico’s, maar had dit wel
moeten weten).
Causaliteit
C.s.q.n. alle oorzaken, keten
Causa proxima. Meest dichtbijliggende
Adequate veroorzak. Voorzienbaarheid
Redelijke toerekening = letale LE
o Aard v.d. gedraging. Aortaperf/Haarlemse (naar zijn aard geschikt voor gevolg,
voorzienbaar)
o Opzet: indien aanw. Draagt het bij
o Ratio DO: strekking, beschermd belang
o Complexe causale keten: niet behandelde LE/HIV.
Causaliteit doorbroken?
Wat verhindert causaliteit NIET: extra intredende complicaties, handelingen van anderen, so met
gebreken (eierschedel, emoties), beslissing tot niet laten behandelen, mogelijkheid tot andere oorzaak,
maar niet hoogst onwss.
Wat verhindert causaliteit WEL: slagkwikpijpjes/brandcellencomplex: te veel handelingen.
Indien de gedraging naar aard geschikt was om uiteindelijk resultaat teweeg te brengen, hoeven
tussenkomende factoren de causaliteit niet te doorbreken
Aansprakelijkheid RP 51 sr
Stap 1. Sprake van immuniteit?: Pikmeer II
Openbaar lichaam H7 Gw
Optreden excl overheidstaak?
Stap 2.
1
, Gedraging toerekenbaar?
Oriëntatiepunt: handeling in de sfeer van de Rp?
Invullen o.b.v. drijfmest.
o Handelen/nalaten door iemand werkzaam bij/tbv rp
o Handelen in de sfeer van normale bedrijfsvoering
o Was handeling de rp dienstig
o Rp kon beschikken over gedraging en heeft dit aanvaard
Ijzerdraadcriteria: beschikking + aanvaarding
Stap 3. Feitelijk leidinggevende, 51 lid 1 sub 2.
Accesoriteit. Eerst vaststellen of SF is begaan, dan pas feitelijk leidinggeven
Zeggenschap. Macht/invloed/verantwoordelijkheid t.a.v. SF dat door de RP is.
Dubbel opzet. 1) op feitelijk leidinggeven 2) op grondfeit dat door de persoon wordt begaan
Betrokkenheid. Feitelijk leidinggever neemt initiatief actief/passief.
2
, 2. Inleiding strafrecht
Hoorcollege 2. Strafrecht
Strafrecht: het moet kunnen, maar binnen de grenzen van het wetboek. De systematiek bevat checks and
balances. Die hebben deels met strafrecht te maken en deels niet.
Voorbeelden binnen het strafrecht:
- Uitsluiting van onbetrouwbaar bewijs om geen onschuldige te veroordelen
- Evenredigheid tussen schuld/ernst feit en mate en soort van de straf vanwege het leereffect
- Zwijgrecht (art. 29 Sv) en cautie (verdachte wijzen op zwijgrecht)
- Recht op rechtsbijstand
- Niet meewerken aan eigen veroordeling als verdachte/verdachte zorginstelling
Voorbeelden buiten het strafrecht:
- Inbreuken op grondrechten alleen binnen wettelijke grenzen
- Geen marteling
- Beroepsverschoningsrecht van de arts en andere professionals i.v.m. algemeen belang van de
beroepsuitoefening/toegang gezondheidszorg.
Strafrecht is gericht op een concreet strafbaar feit:
- Concrete strafzaak
- Concrete verdachte
- Concreet delict
- Gekleurd door bijzondere, specifieke feiten van omstandigheden van die betreffende strafzaak
- Als die verdenking er is, volgt een keten van opsporing, vervolging, berechting en
tenuitvoerlegging.
- Dit is bij tuchtrecht anders.
Keten van een strafzaak
- Opsporing opsporingsambtenaren (art. 141 Sv: politie, BOA’s etc), onder leiding van de Officier
van Justitie die een opsporingsonderzoek beginnen (art. 132a Sv) =opportuniteitsbeginsel
- Vervolgen door OvJ op basis van de resultaten van opsporing (art. 167, 242 SV, tenlastelegging)
o Vervolgen art. 167
o Verder vervolgen art. 242
- Berechten door de rechter op initiatief van (uitsluitend) het OM (art. 258 en 261 Sv) op basis
van een tenlastelegging
- Tenuitvoerlegging van de opgelegde sanctie door minister van Justitie en Veiligheid/CJIB
WvSr = welke daden zijn strafbaar en welke daden staan daar op
WvSv= zit op fasen van de keten, wat mag de overheid als er een verdenking is van een strafbaar feit? De
rechten van de verdachte zijn hier ook
Straf = klassieke vorm van straf (gevangenisstraf, taakstraf, geldboete) gericht op leedtoevoeging
Maatregel = TBS gericht op bescherming van de maatschappij. Kan wel voelen als leedtoevoeging,
maar is daar niet primair op gericht.
3
, Normhandhaving door strafbaarstelling:
- Art. 1 Sr = legaliteitsbeginsel = niets is strafbaar, tenzij de wet het zegt. Het gaat om
normhandhaving door strafbaarstelling. Voorbeelden:
o Art. 300 Sr: mishandeling wordt gestraft met
o Art. 250 Sr: hij die opzettelijk en wederrechtelijk een goed vernielt wordt gestraft met…
o Art. 287 Sr: hij die een ander opzettelijk van het leven berooft, wordt gestraft met…
o Art. 307 Sr: hij aan wiens schuld de dood van een ander te wijten is, wordt gestraft met…
o Art. 293 lid 1 Sr: euthanasie wordt gestraft met… (lid 2: niet strafbaar is de arts =
uitsluitingsgrond). Term euthanasie wordt niet vermeld, maar wordt er wel mee bedoeld.
Wederrechtelijk = onrechtmatig bij mishandeling blijkt de wederrechtelijkheid uit het woordje ‘mis’
Schuld = in de zin van culpa.
Delictsomschrijving en sanctienorm:
- Strafbepaling: benoemt bepaald gedrag (van het leven beroven etc.). dat deel van de
strafbepaling is de delictsomschrijving. Dat gedrag is op betrekkelijk verschillende wijzen
omschreven (bijv. Mishandeling), maar wat het precies inhoudt, moet uit de jurisprudentie
blijken)
- De delictsomschrijving benoemt niet de norm, maar wijst het gedrag aan dat in strijd is met de
norm (en daarmee strafbaar gedrag), zodat alle burgers weten welk gedrag bestraft zal
worden/achterwege wordt gelaten.
- De strafbepaling vermeldt de straf die kan volgen als het gedrag toch wordt begaan --.
Hetmaximum van de straf en de stafsoort. Dat deel van de strafbepaling is sanctienorm.
Verdachte
- Art. 27 Sv = verdachtebegrip: “Als verdachte wordt voordat de vervolging is aangevangen,
aangemerkt degene te wiens aanzien uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van
schuld aan een strafbaar feit voortvloeit”
- Als t.a.v. iemand een verdenking bestaat dat er een strafbaar feit is gepleegd (daarom heet het
een verdachte), mogen we strafrechtelijk onderzoek gaan toepassen
o Vanaf dat moment heeft de verdachten rechten
Onschuldpresumptie: onschuldig tot het tegendeel bewezen is
Niet meewerken aan eigen veroordeling
Cautie zwijgrecht
Raadsman bij verhoor bij de politie
Het OM mag een verdachte die status niet onthouden. Geldt dan ook voor de
verdachte arts.
- Lid 2 Sv: tegen wie de vervolging is gericht.
Zorgverleners zijn een speciaal soort verdachte (bij euthanasie is een arts onmiddellijk verdachte), bij
normaal medisch handelen geldt de medische exceptie.
Art. 1 Sv: ook de strafvordering heeft uitsluitend plaats op de wijze bij de wet voorzien =
legaliteitsbeginsel. Indien niet, kan dat consequenties hebben voor de uitkomst, zoals in art. 359a Sv:
vrijspraak vanwege onrechtmatig verkregen bewijs is niet onmogelijk.
Doel strafrecht
4