Leerdoelen Verbintenissenrecht II
Leerdoelen week 1:
Twee fases m.b.t. schade:
1) Vestigingsfase: onrechtmatige daad.
2) Vaststellingsfase: bepalen hoogte schade en verdeling; hoeveel schade krijgt iemand, wat
voor soort schade wordt er uitgekeerd, is er vervangingsschade, is er vervolgschade? (Art.
6:101 BW eigenschuld)
Verschil feitelijke handeling v.s. rechtshandeling:
Een feitelijk handeling beoogt geen rechtsgevolg, een rechtshandeling daarentegen wel. Oftewel, bij
rechtshandeling is het rechtsgevolg gewild/beoogd, bij een feitelijke handeling heb je het
rechtsgevolg niet gewild/beoogd.
Verbintenis uit de wet:
Een verbintenis die ontstaat uit een rechtsgevolg, dat je niet gewild hebt.
Let op!
Het gaat dus niet over een overeenkomst, want dan beoog je het rechtsgevolg.
- In casuïstiek gemotiveerd aangeven of sprake is van aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad;
Onrechtmatigde daad (art. 6:162 BW): BASISARTIKEL.
Hij die jegens een ander een onrechtmatige daad (1) pleegt, welke hem kan worden
toegerekend (2), is verplicht de schade (3) die de ander dientengevolge (4) lijdt, te vergoeden.
Aangevuld met relativiteit.
Iedereen draagt zijn eigen schade, tenzij je het bij een ander kan neerleggen. De bewijsplicht ligt
bij degene die zogenaamd schade heeft geleden.
1) Daad/gedraging: een doen (actief) of nalaten (passief) (1) + onrechtmatigheid (2):
- Inbreuk op een recht (van iemand anders): persoonlijkheidsrechten (recht op
leven, recht op lichamelijk integriteit, vrijheid privacy en eer) en absolute
rechten (eigendom, beperkte rechten en het recht op voortbrengsel van de
geest zoals octrooi en auteursrecht).
Voorbeeld: maak je iets kapot, dan maak je inbreuk op iemand zijn
eigendomsrecht. Veroorzaak je letsel, dan maak je inbreuk op iemand zijn
lichamelijke integriteit.
- Strijd met de wettelijke plicht.
Voorbeeld: in een reglement staat dat je niet door rood mag rijden, dan
handel je in strijd met de wet, oftewel je wettelijke plicht.
- Strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid. We hebben in onze
maatschappij sociale gedragsnormen, en iemand maakt daar inbreuk op. Je
moet goed in de gaten houden, dat dat niet altijd aansprakelijkheid oplevert.
Er kan ook sprake zijn van een samenloop van ongelukkige omstandigheden.
Let op: indien hier aan voldaan is, dan is ook voldaan aan de relativiteit.
HR Taxusstruik: indien je het niet had hoeven of kunnen weten, dan niet
aansprakelijk.
Geen geschreven regels.
Algemeen: maatschappelijk aanvaarde normen over behoorlijk en zorgvuldig
gedrag.
Uit de rechtspraak blijkt dat rechters geneigd zijn bepaalde situaties op een
vergelijkbare manier te beoordelen, bijvoorbeeld: gevaarzetting, hinder etc.
, Leerdoelen Verbintenissenrecht II
Let op: RVG neemt de onrechtmatigheid weg.
Let op: In de K3 ga je alle voorwaarden af, en kun je niet bij één stoppen.
Gevaarzetting: creëer je een gevaarlijke situatie, dan kan dat als onrechtmatig
worden aangemerkt. HR Kelderluik/Coca Cola-Duchateau (medewerker laat luik
openstaan en iemand valt naar beneden):
*Minder waarschijnlijkheid, minder aansprakelijkheid. Hoe groter de kans dan het
misgaat, des te groter de aansprakelijkheid. Hoe ernstiger de gevolgen, des te groter
de aansprakelijkheid. Hoe bezwaarlijker, des te meer aansprakelijkheid.
- Hoe waarschijnlijk kan de niet-inachtneming van de vereiste oplettendheid
en voorzichtigheid worden geacht? (i.c. hoe waarschijnlijk is het dat iemand
het kelderluik over het hoofd ziet?)
- Hoe groot is de kans dat daaruit ongevallen ontstaan? (i.c. hoe groot is de
kans dat iemand die het geopende kelderluik over het hoofd ziet, ook
werkelijk in de kelder valt en letsel oploopt?) ‘Hoe groot is de kans’
- Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn? (i.c. hoe ernstig kan het letsel zijn ten
gevolge van een val in de kelder?) ‘Hoe ernstig is het letsel’
- Hoe bezwaarlijk zijn de te nemen veiligheidsmaatregelen? (i.c. hoeveel werk
of kosten zijn er gemoeid met het sluiten van het luik of het aanbrengen van
een beveiliging, bijv. door er iets voor te zetten?) ‘Hoe bezwaarlijk om
maatregelen te treffen’.
Als je gevaarzettend hebt gehandeld, dan heb je onrechtmatig gehandeld, omdat je
inbreuk hebt gemaakt op de maatschappelijke zorgvuldigheid. HR Natronloog
(vuilnisman en chemische stof): wel aansprakelijk, als je niks doet om het te
voorkomen, dan neem je een risico en creëer je een gevaarlijke situatie.
HR Jetblast-arrest: wel gewaarschuwd, maar niet afdoende (voldoende). Hierdoor
niet voldaan aan de te nemen veiligheidsmaatregelen. “Als waarschuwen niet lijdt tot
het tegen gaan van een bepaald gedrag, dan kun je wel een waarschuwingsbordje
ophangen, maar dat is dan niet goed genoeg”. Oftewel als de genomen
veiligheidsmaatregel niet werk, is die maatregel niet afdoende en had de organisatie
meer moeten ondernemen.
2) Toerekening
- Schuld
- Wet
- Verkeersopvattingen
Gaan hier niet te diep op in, zodra het door jouw handelen komt, dan kan het jou
worden toegerekend.
3) Schade (art. 6:95 BW
Let op: heb je geen schade, dan heb je geen onrechtmatige daad. Het is geen gevolg,
maar een voorwaarde.
- Vermogensschade (materiële schade) (art. 6:96 BW): alles wat waardeerbaar
is op geld.
Geleden verlies: geld kwijt.
Gederfde winst: je loopt een vermeerdering van je vermogen mis.
- Ander nadeel (immateriële schade) (art. 6:106 BW): smartengeld, gederfde
levensvreugde.