Uitwerking van de leerdoelen van het keuzevak Strafrecht van de Hogeschool Utrecht. Voor HBO-Rechten studenten. Gemaakt door een student die studeert aan de Hogeschool Utrecht.
Week 1: Inleiding strafrecht en het rechterlijke beslissingsschema: H1, H7 en H11
1. De student kan met behulp van de wet uitleggen of een delict valt onder een misdrijf of
overtreding en waarom dit onderscheid van belang is voor het strafrecht.
- Boek 1 algemene bepalingen: art. 1- 91 Sr;
Boek 2 misdrijven: art. 92 – 421;
Boek 3 overtreding: art. 424 – 479.
Bij bijzondere wetten in de wettekst kijken.
2. De student kan met behulp van de wet de belangrijkste procesdeelnemers uit het
strafprocesrecht en diens rechten en plichten opnoemen.
- Verdachte, rechter, officier van justitie en slachtoffer.
3. De student kan in een gegeven casus aangeven of sprake is van een verdachte krachtens
artikel 27 Sv.
- Art. 27 Sv:
Lid 1: Als verdachte wordt vóórdat de vervolging is aangevangen, aangemerkt degene te
wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een
strafbaar feit voortvloeit.
Lid 2Daarna wordt als verdachte aangemerkt degene tegen wie de vervolging is gericht.
+ Arresten Hollande keurling & Stormsteegarrest
4. De student kan de acht vragen van het rechterlijke beslissingsmodel van art. 348 en 350 Sv
toepassen op een gegeven casus en de bijbehorende uitspraken van de rechter voorspellen.
- De formele vragen van art. 348 Sv:
1. Is de dagvaarding geldig?
NEE: de dagvaarding is nietig
JA: ga naar de volgende vraag
2. Is de rechter bevoegd?
NEE: de rechter is onbevoegd
JA: ga naar de volgende vraag
3. Is de officier van justitie ontvankelijk?
NEE: de officier is niet-ontvankelijk
JA: ga naar de volgende vraag
4. Is er reden tot schorsing der vervolging?
NEE: ga naar de volgende vraag
JA: de vervolg wordt geschorst
- De materiele vragen van art. 350 Sv:
1
, Leerdoelen Strafrecht
1. Is bewezen dat het ten laste gelegde feit door de verdachte is begaan? (bewijsvraag)
NEE: de verdachte wordt vrijgesproken
JA: ga naar de volgende vraag
2. Kan het bewezen verklaarde worden gekwalificeerd? (kwalificatievraag)
NEE: de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging
JA: ga naar de volgende vraag
3. Is het bewezen verklaarde wederrechtelijk? (wederrechtelijkeheidsvraag)
NEE: de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging
JA: ga naar de volgende vraag
4. Is de verdachte verwijtbaar? (verwijtbaarheidsvraag)
NEE: de verdachte wordt ontslagen van alle rechtsvervolging
JA: de verdacht wordt veroordeeld
De volgorde waarin deze vragen in de artikelen 348 en 350 Sv zijn vermeld, is dwingend.
LEERDOELEN WEEK 2
Week 2: Materieel stafrecht en verwijtbaarheid: H2 en H3
1. De student kan uitleggen uit welke vier componenten / voorwaarden / lagen het strafbaar
feit is opgebouwd en kan deze koppelen aan artikel 350 Sv.
- Menselijke gedraging (MG), als eerste voorwaarde voor strafbaarheid geldt dat er
sprake moet zijn van een menselijke gedraging. De gedraging moet dus verricht zijn door
een mens. Dit kunnen zowel natuurlijke personen als rechtspersonen zijn. Niemand kan
vervolgd of gestraft worden voor het hebben van bepaalden gedachten. Pas wanneer
iemand door middel van een gedraging geheel of gedeeltelijk uitvoering geeft aan
voornemens, is voldaan aan deze voorwaarde voor strafbaarheid.
Is het ten lastgelegde bewezen?
- Wettelijke delictsomschrijving (DO), als tweede voorwaarde voor strafbaarheid geldt dat
de menselijke gedraging moet vallen binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving.
Levert dat een strafbaar feit op?
- Wederrechtelijkheid (W), in strijd met het recht. In uitzonderlijke gevallen bestaat er
rechtvaardiging. Er bestaat dan een grond om aan te nemen dat de gedraging niet
wederrechtelijk was. We spreken dan van een rechtvaardigingsgrond. Art. 41 Sr.
Is de verdachte strafbaar?
- Schuld/verwijtbaarheid (V), is sprake als men van iemand in redelijkheid kon vergen dat
hij zich anders gedroeg dan hij deed. Men gaat er vanuit dat de verwijtbaarheid aanwezig
is, tenzij er een indicatie bestaat voor het tegendeel. De redenen om aan te namen dat
het vervullen van een delictsomschrijving niet verwijtbaar is, worden
schulduitsluitingsgronden.
Is de verdachte strafbaar?
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lynnvandekant. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,76. Je zit daarna nergens aan vast.