Samenvatting Literatuur Frans Middeleeuwen,
Renaissance, Classicisme, en de Verlichting
Middeleeuwen (ca. 840-1450)
De Middeleeuwen beginnen ongeveer wanneer Charlemagne, Karel de Grote, het feodale
stelsel implementeert. Op dit punt had hij al een groot deel van West-Europa veroverd.
Gedurende de Middeleeuwen waren er in Frankrijk veel onrust door oorlogen zoals de
100-jarige oorlog met Engeland, beëindigt door Jeanne d’Arc, en binnenlands conflict. Het
geloof staat nu centraal: de religieuze leiders hebben de macht, kathedralen worden
gebouwd en kruistochten naar het Heilige Land georganiseerd.
Een boek bezitten in deze tijd was een echt statussymbool voor rijke edelen. Deze
werden met de hand overgeschreven en waren vaak nog versierd met allerlei
tekeningen, het kostte dus meerdere jaren om een boek te maken en dat maakte het
enorm duur. Deze teksten hadden vaak een religieus karakter, omdat het monniken
waren die boeken schreven. Een andere manier waarop cultuur bewaard is gebleven is
tradition orale: het mondeling overbrengen van literatuur/verhalen. Dit ging onder
andere door middel van troubadours, zij reisden rond en traden op aan hoven en op
dorpspleinen. Zij lazen niet voor maar kende hele verhalen uit hun hoofd, dit onthielden
zij aan de hand van rijm, metrum en melodie. Omdat verhalen overal werden verteld, zijn
er vaak meerdere versies van hetzelfde verhaal in een andere taal ontstaan, dit leidt tot
intertekstualiteit onder middeleeuwse werken.
Het Frans had in de Middeleeuwen nog steeds veel sporen van het Latijn, daarnaast had
het ook regionale verschillen: er was nog geen algemeen Frans bepaald omdat iedereen
alleen sprak en dus dialecten vormden. La Langue d’Oc heeft zich in het zuiden gevormd,
ook wel Occitaans. La Langue d’oïl is ontstaan in het noorden.
Les romans de chevalerie gaan over de heldendaden van koningen en ridders. Deze
waren vooral populair aan het hof, omdat het belangrijk was om jonge edelmannen aan
te leren hoe je een goede ridder bent. De ridders in deze romans hadden dus een
voorbeeldfunctie en waren dapper, strijdvaardig en trouw aan hun koning. Deze thema’s
worden uitgewerkt in motieven: concrete, vaak terugkerende verhaalelementen zoals de
beproeving of het duel.
Een voorbeeld van dit soort teksten is Perceval ou le Conte du Graal: Hierin vertelt
Perceval een jonkvrouw dat hij te gast was geweest bij een koning en de Graal had
gezien. Hoofdpersonages: le Roi, Perceval. Gebeurt in: la Chateau, une barque (boot).
Wat Perceval zag : le Graal, chandeliers, plat d’argent, la lance.
L’amour courtois, de hoofse liefde, is een ander genre van deze periode. Hierin
verrichten ridders of koningen heldendaden om de liefde van een vrouw te winnen. Zij
moesten zich houden aan de regels van hoofse liefde, courtoisie: een verfijnde en
respectvolle manier van omgaan met elkaar, gebaseerd op de omgangsvormen van het
hof. Het gaat vaak over onmogelijke liefdes, waarin de ridder naast zijn hoffelijkheid ook
zijn hulpvaardigheid (aide) en gulheid (largesse).
Marie de France was de eerste bekende schrijfster uit de Franse literatuur, zij eindigde
haar teksten dan ook met “j’ai nom Marie, je suis originaire de France”. Ze schreef onder
andere lais: liefdessprookjes in de vorm van korte, verhalende gedichten onder
begeleiding van een harp.
Een van haar teksten is le Lai de Lanval, een imitatie van Orpheus en Eurydike. Hierin
wordt de ridder Lanval verliefd, en nadat de jonkvrouw zegt dat ze ver boven hem staat
qua stand, vertelt de ridder dat hij alles zal doen wat zij zegt. Dan onthult de jonkvrouw
, dat ze van hem houdt, en belooft ze hem alles te geven wat hij maar wilde als hij hun
relatie geheimhoudt.
Nog een genre van deze tijd is satire: hierin worden de machthebbers en maatschappij
van de tijd op een komedische manier bekritiseerd. Onder andere worden er textes
scabreux geschreven, seksueel getinte teksten. Hieronder vallen de werken Le roman de
Renart en La chanson de Roland. In het roman van Renart, ook wel van den vos
reynaerde, staat Renart voor het gewone volk dat honger lijdt en moeite heeft met
overleven. Ysengrin de wolf staat voor de burgerij, Brun de beer voor de adel, en
Grimbert de das voor geestelijkheid. Ook is het antropomorfisch: dieren worden als
mensen afgebeeld.
Als laatste genre is er nog la poésie lyrique: relatief korte gedichten die volgens een vast
stramien zijn opgebouwd en in de ik-vorm geschreven zijn. Dit genre heeft zich vooral
samen met de prozaroman in de late Middeleeuwen ontwikkeld. De dichters worden
steeds meer individuelen die schrijven over hun persoonlijke ervaringen.
Een schrijver van dit genre is Villon. Hij leidde een tweezijdig leven: de ene keer was hij
aan het hof te vinden, de andere keer onder de dieven. Hij schreef La ballade de pendus
in zijn gevangeniscel voordat hij de doodstraf ondergaat, hierin roept hij God smekend
om vergiffenis en biddend dat hij de hemel in komt.
Hoe een ballade in elkaar zit: 4 strofes, 3 x 8 regels en 1 x 4 regels, ababbcbc, met
metrum is een iambische pentameter, en de laatste zin van elke strofe is hetzelfde. Het
envoi is een soort korte samenvatting van het onderwerp die korter is dan de andere
strofen, met de functie de conclusie/boodschap van de ballade onder woorden te
brengen.
La Renaissance
In de Renaissance, letterlijk de wedergeboorte (van de Oudheid), ontstond een nieuwe
mentaliteit. Dit begon in Italië en ging al snel door West-Europa. Deze mentaliteit is het
humanisme: het gaat om de mens die zelf de touwtjes over zijn leven in handen neemt.
Dit is een breuk met de Middeleeuwen, zij vonden dat het leven een voorbereiding was
op het hiernamaals (memento mori vs. carpe diem). Alles vertrouwt wat meer op het
wetenschappelijke in plaats van de godsdienst, en educatie over veel verschillende
dingen wordt erg belangrijk. Hieruit vloeit de ideale renaissancemens voort: de Homo
Universalis. Deze ontplooit zich op alle mogelijke terreinen en bereikt zo zijn volledige
potentie.
Door boekdrukkunst, uitgevonden in 1450, worden boeken minder kostbaar en kan
kennis zich sneller verspreiden. Daarnaast zorgde beter onderwijs voor daling van
analfabetisme.
Kritiek op de katholieke kerk groeit ook, begonnen door schrijvers zoals Luther en Calvijn
die de bijbel in de volkstaal begonnen te vertalen. Zo konden mensen kritisch en zelf
nadenken over de bijbel, en hun eigen interpretatie creëren. Dit wordt de Reformatie
genoemd. Hieruit volgen veel godsdienstoorlogen.
In 1539 wordt Frans als de verplichte bestuurlijke taal ingevoerd. Du Bellay pleit voor
Frans te verrijken met Italiaans en Latijn, samen met genres en onderwerpen overnemen.
La Pléiade brengt dit in de praktijk (groep 7 dichters).
Schrijvers van de Renaissance:
Rabelais