CGI.
Bij mijn visie is de cliënt het uitgangspunt, waarbij ik het in stand houden dan wel vergroten
van de zelfredzaamheid belangrijk vind ten behoeve van het positieve zelfbeeld en
zelfvertrouwen. Ook vind ik dat iedereen, ongeacht achtergrond, geloofsovertuiging en
karakter, dezelfde kwaliteit van zorg verdient, omdat ik vind dat iedereen als gelijkwaardig
individu moet worden gezien. Respectvolle bejegening en moreel sensitief handelen vind ik
ontzettend belangrijk. Een voorbeeld hiervan is niet plotseling binnenlopen, maar juist
aankloppen, vragen of ik binnen mag komen en mag komen helpen met de zorg, omdat je zo
niet iemand overvalt en respect toont voor iemands privacy. Wanneer iemand bijvoorbeeld
met de achternaam aangesproken wil worden, hebben wij dat te respecteren, omdat wij op
die manier meegaan in de wensen van de cliënt. Ik handel bijvoorbeeld moreel sensitief door
bij uitvoering van verpleegtechnische handelingen om toestemming te vragen en de cliënt
op zijn gemak te stellen. Overleg met naasten, collega’s en disciplines zijn de sleutel om
samen tot goede zorg te komen.
Mijn visie sluit aan bij de visie van de organisatie, stichting Surplus, omdat ik het ook
belangrijk vind dat je de ander eerst echt moet zien en moet leren kennen om elkaar te
kunnen begrijpen, wat het uitgangspunt is voor de samenwerking tussen bewoners, naasten
en professionals.
Als praktijkcontext gebruik ik mw. Jansen als voorbeeld. Mw. Jansen (naam is uiteraard
gefingeerd) was opgenomen wegens een delier ten gevolge van een urineweginfectie
waarvoor driemaal daags vijf druppels haldol en ook wegens dehydratie en
zelfverwaarlozing. Is bekend met atriumfibrilleren en een linker onderbeen amputatie
waarvoor prothese. Een voorbeeld van shared decision making in deze situatie is dat familie
vroeg om het afbouwen van de haldol later te gaan doen, omdat de arts het al wilde gaan
afbouwen. Aangezien familie mevrouw veel beter kent en eerdere ervaringen had met
afbouwen van haldol, zijn wij daarin meegegaan.
Mijn visie heeft zich grotendeels gevormd door twee rolmodellen binnen de organisatie
waar ik tegenop kijk en ook door competenties, waarvan ik vind dat een goede
verpleegkundige daarover moet beschikken om bijvoorbeeld adequaat klinisch te kunnen
redeneren en een goede samenwerkingspartner te kunnen zijn. De twee rolmodellen zijn de
specialist ouderengeneeskunde, welke beschikt over veel theoretische vakkennis en een
groot empathisch vermogen, en een oud regisseur (niveau 6-verpleegkundige), welke
communicatief zeer sterk is en het overzicht goed kan bewaren met daarmee ook het op de
juiste wijze regie kunnen voeren.
Het systematisch verpleegkundig handelen van Grypdonck (diagnose gestuurde zorg), in
combinatie met shared decision making, hebben mijn visie mede gevormd. Het systematisch
verpleegkundig handelen is een cyclisch proces dat bestaat uit anamnese, diagnose, doel,
behandeling, uitvoering en evaluatie. Deze theorie sluit het beste aan bij de praktijk, omdat
cliënten met een doelgerichte vraag bij ons verblijven, waarbij het verzamelen van
informatie, vaststellen van de diagnose en multidisciplinaire evaluatie belangrijk zijn. Als
laatste heeft het holisme bijgedragen aan de vorming van mijn visie, omdat het sociale
netwerk, van nichten tot aan buren, van essentieel belang zijn voor een optimale
samenwerking. Dit is te zien gedurende de hele opname, maar bijvoorbeeld vooral tijdens
een opnamegesprek, waarbij het sociaal netwerk belangrijk is om tot een juiste
heteroanamnese te komen.