Literatuur duurzame delta tentamen A
Inhoudsopgave
Literatuur duurzame delta....................................................................................................................... 1
Hoorcollege 1....................................................................................................................................... 1
Hoorcollege 2..................................................................................................................................... 14
Hoorcollege 3..................................................................................................................................... 27
Hoorcollege 4......................................................................................................................................... 32
Hoorcollege 1
Meyer (2009). Reinventing the Dutch Delta: Complexity and conflicts
Verstedelijkte delta’s hebben een dubbele complexiteit:
- Ze moeten omgaan met de complexiteit van de delta; het samenkomen van rivieren en zee
- En de complexiteit van stedelijke patronen, als resultaat van economisch, cultureel en sociaal
leven
Er is een zoektocht naar duurzame strategieën voor deltagebieden in Nederland, wat om kan gaan
met de dubbele complexiteit van delta’s. In plaats van de aanpak strijden tegen het water, moet we
gaan werken met de aanpak samen werken met de natuur. Dit is relevant voor zowel verstedelijkte
delta’s als de stedelijke ontwikkeling
De natuurlijke vorm van een delta
• Delta: een gebied waar twee verschillende systemen -rivier en zee- beide met belangrijke
invloeden op de morfologie van het land, samenkomen en elkaar beïnvloeden. De processen
van sedimentatie, alluviale afzettingen en landverlies zijn afhankelijk van welk systeem, de
rivier of de zee, domineert.
• Morfologie: studie van de vormen van het aardoppervlak en de processen die bij de vorming
een rol spelen
• Alluviale afzettingen: het losse materiaal (zand, leem of klei) dat als sediment door een rivier
wordt afgezet omdat hij buiten zijn oevers treedt.
• Alluviale gronden: Alluviale natuur staat op plaatsen waar een beek of rivier sediment heeft
afgezet. Dit zijn vaak gronden die rijk zijn aan organisch materiaal
Nederlandse delta’s zijn gedomineerd door de zee, wij hebben:
- Veelal kleine rivieren hebben
- Veel zuidwestenwind
- Ons kustgebied heeft sterke stromingen en getijden
Een rivier gedomineerde delta, zoals de Mississippi delta, ziet er topografisch gezien anders uit. De
rivier is qua lengte, diepte, debieten etc. een grotere versie van de Rijn. Een ander groot verschil zit
hem in het sedimenttransport; de Mississippi vervoert 400 keer meer sediment dan de Rijn > er
beland 170 miljoen ton aan sediment in de golf van Mexico. Hierdoor zien deze twee delta’s er
verschillend uit. Doordat er amper getijden of stromingen zijn in de zee valt het sediment gelijk naar
,de bodem van de zee bij de monding > zo ontstaan wetlands. Het sedimentatieproces creëert een
beschermende buffer tegen stormvloed veroorzaakt door orkanen.
Kanaliseren van de Mississippi > sedimenten worden verder in de golf van Mexico gestort > wetlands
krijgen minder materiaal > wetlands verdwijnen > meer kwetsbaarheid > grotere kans op
stormvloeden door orkanen. Dit proces is verergerd door bodemdaling van de zee door winning van
gas en olie in de golf van Mexico
De situatie in het delta-gebied van de Rijn, Maas en Schelde is heel anders. Deze rivieren dragen veel
minder sediment bij en de sterke invloed van getijdenverschillen en zeestromingen zorgt voor een
ander type delta. Als sedimenten bij de monding komen worden ze meegenomen door getijden en
stromingen richting het noordoosten > zorgt voor een kustlijn van zandstranden en duinen
Urbanisatie: strijden voor de controle van dijken en dammen
Vroeger konden mensen in Nederland alleen wonen op de hoger gelegen plekken. Het begin van de
technologie van drainage en dijkbouw creëerde nieuwe mogelijkheden voor stedelijke expansie, maar
ook een bron van conflict tussen landelijke en stedelijke gemeenschappen. Waterschappen vonden
het gevaarlijk om op de dijk te bouwen, maar stedelijke gemeenschappen zagen het als een
aantrekkelijke, hoge en droge plek om op te bouwen. Een ander punt van conflict was het waterpeil
in het achterland. Een sluis in een dam maakte het mogelijk om het waterpeil van het achterland te
manipuleren en het achterland te laten overstromen. Manipulatie van het waterpeil was belangrijk
om de monding van de kreek uit te spoelen en het stedelijke watersysteem te reinigen. Maar deze
overstromingen waren niet fijn voor de landelijke gemeenschap en voor de agrarische economie.
Hierdoor ontstonden veel conflicten.
Dijk: scheidt water van land
Dam: scheidt water van water
De Opkomst van Civiele Techniek: Een Samensmelting tussen Stedenbouw en Hydraulische Techniek
Wanneer een stad de overwinning behaalde in de strijd over het gebruik en de bouw van dijken en
dammen, werden deze belangrijke uitingen van stedelijke trots en stedelijke autonomie. Dit werden
monumentale, representatieve openbare werken van de stad. De 17e eeuw zag de opkomst van
civiele techniek. Deze civiele techniek was een combinatie van wat we vandaag de dag hydraulische
techniek en stedenbouw noemen. De elementen van hydraulische techniek - grachten, kades, dijken,
dammen, sluizen - vormden het belangrijkste kader van het stedelijke weefsel. De kades en dijken
waren de belangrijkste stedelijke straten; de dam was het belangrijkste plein en de kern van de
Nederlandse waterstad. Stad, haven en waterbeheerinfrastructuur waren volledig met elkaar
verweven.
Een Land van Steden: Vier Stedelijke Systemen
De ontwikkeling van hydraulische technologie zorgde voor veranderingen in verstedelijkingspatronen:
van de oevers langs de rivieren naar de gebieden rond de twee grote riviermondingen/estuarium. Dit
was moeilijk vanwege de drassige toestand van het land en het gevaar voor overstromingen;
aantrekkelijk vanwege de nabijgelegen rijke visgronden en de gunstige omstandigheden voor
havenontwikkeling, handel en commercie. Beide mondingen ontwikkelde zich tot twee stedelijke
systemen, dit was een gunstige situatie door de open verbindingen met de zee en relatieve
bescherming tegen de directe invloed van stormen en hoogwater. De gunstige omstandigheden van
het estuarium voor verstedelijking resulteerden niet alleen in een explosie van bestaande steden,
,maar ook in een bloei van nieuwe steden. Van de 14e-19e eeuw werden de Nederlandse laaglanden
gekenmerkt door deze twee krachtige stedelijke systemen in en rond het estuarium. Een vierde reeks
stedelijke nederzettingen kon worden gevonden nabij de kust, net achter de duinen: steden zoals Den
Haag en Haarlem werden beschouwd als aantrekkelijke woongebieden vanwege hun droge en veilige
ligging.
De Opkomst van de Nationale Staat: Een Samensmelting tussen Nationale Ruimtelijke Planning en
Hydraulische Techniek
Richting een nationaal hydraulistisch concept: de estuaria dichtmaken
19e eeuw: door nieuwe technologie zoals stoomenergie, en later elektriciteit en gas, werden
hydraulische werken op ongekende schaal mogelijk gemaakt. Door de vorming van de nationale staat
werd een gecoördineerd en uniform beleid op nationale schaal mogelijk. De economische positie van
Nederland moest versterkt worden en daarnaast moest het risico op overstromingen in de
belangrijkste economische gebieden verminderd worden; dit ging hand in hand. Er kwam een
nationale infrastructuur van vaarroutes en overstromingsverdedigingen, samen met spoorwegen,
telecommunicatienetwerken en wegen. De ondiepte vaarroutes van de Zuiderzee en de Rijn-Schelde-
delta waren niet meer geschikt voor de moderne stoomschepen. Er kwamen twee nieuwe diepe
kanalen, verbonden met de havens van Amsterdam en Rotterdam; dit bood nieuwe perspectieven.
Tegelijkertijd werd de kwaliteit van de rivieren als belangrijkste vaarwegen verbeterd door kanalisatie,
rechtlijnigheid, baggeren en dijkbouw. Door de nieuwe kanalen te bouwen tussen de grote havens en
de zee verloren de estuaria hun functie als toegangen tot deze havens. Maar ze verloren niet het
gevaar voor overstromingen. Er waren plannen voor het sluiten van de estuaria. Voor de kleinere
havens en visgemeenschappen rond de estuaria waren de plannenrampzalig. Ze slaagden erin de
uitvoering van de sluiting van de Zuiderzee meer dan 50 jaar uit te stellen.
Delft als het centrum van civiele techniek
Nederland had vanwege de nieuwe schaal en dimensies van engineering projecten een centrum
nodig voor de scholing en onderzoek in dit veld. In 1842 werd de 'Koninklijke Academie voor Civiele
Techniek' opgericht. De Academie ontwikkelde zich tot de eerste polytechnische universiteit
De Nieuwe Polders: Proefgeval voor Uitgebreide Ruimtelijke Planning
Vanuit veiligheidsperspectief maar ook de noodzaak van onafhankelijke landbouw werd uiteindelijk
besloten de estuaria te sluiten. Er kwam behoefte aan toename van de hoeveelheid vruchtbare
grond. De landbouw moest gemoderniseerd worden. Door de Zuiderzee af te sluiten met de
Afsluitdijk en gedurende de twintigste eeuw een groot deel van deze zee in te polderen, werd het
landbouwareaal van Nederland met 1.650 km² vergroot. De Zuiderzee werd hernoemd naar het
IJsselmeer. De nieuwe IJsselmeer-polders werden een prestigieus model van moderne landbouw,
voorzien van een zorgvuldig gepland en ontworpen systeem van nieuwe steden en dorpen. De
polders werden een proefconcept voor ruimtelijke planning die enkele jaren later op het hele land
zou worden toegepast. Na de watersnoodramp in 1953 werd ook de Rijn-Schelde-estuarium gesloten.
De delta werken werden ingezet om alles af te sluiten behalve de Schelde, die toegang tot de haven
van Antwerpen bood. De deltawerken zorgden voor betere veiligheid en betere agrarische
omstandigheden in het zuidwesten van Nederland. Op de afsluitdijk en delta werken konden
, snelwegen komen voor betere verbinding van noordoost naar zuidwest Nederland. Daarnaast maakte
de delta weken een scheepvaartkanaal mogelijk tussen Rotterdam en Antwerpen.
Een nationaal stedelijk concept: de randstad
De fysieke veranderding van Nederland met het sluiten van de estuaria, de nieuwe kanalen tussen de
zee en de mainports en nieuwe spoor- en snelwegen zorgden voor een grote transformatie van de
stedelijke systemen. De steden rondom de estuaria werden minder relevant; alleen de grootste
steden, Amsterdam en Rotterdam, slaagden erin hun positie te behouden en uit te breiden (dankzij
de nieuwe kanalen). Het spoorweg- en snelwegennetwerk creëerde sterkere verbindingen met de
steden aan de duinkust (Den Haag, Haarlem) en naar het oosten (Utrecht). Zo ontstond er een
nieuwe realiteit; de randstad. Uiteindelijk benadrukten de twee luchthavens bij Amsterdam en
Rotterdam de centrale positie van de Randstad. In de jaren 50 en 60 werd er veel beleid gemaakt om
de omvang van de randstad te beperken en evenwicht te houden tussen de randstand en andere
delen van het land. De nieuwe infrastructuur van dammen en dijken gecombineerd met wegen
zorgde voor ontwikkeling van nieuwe industriële centra in de eerder minder belangrijke regio's, dit
zorgde voor een nieuw evenwicht tussen centrum en periferie.
Het vieren van de natie
De bouw van een nationale hydraulische infrastructuur droeg bij aan veiligheid, haven- en
scheepvaart-economie en landbouw, maar droeg ook bij aan het creëren van nationale samenhang.
De afsluitdijk en delta weken werden monumenten van de Nederlandse natie.
Verdwijning van water uit het stadsbeeld: scheiding van stedenbouw en waterbouwkunde
Vanaf het einde van de negentiende eeuw was het niet langer nodig om de waterstelsels in het
stedelijk netwerk met elkaar te verweven, vanwege de afnemende functie van water als verkeers- en
transportmiddel. De introductie van stoom, elektriciteit en olie betekende ook dat de rol van
waterstelsels werd overgenomen door spoor- en wegennetwerken. Afwatering kon worden geregeld
met ondergrondse leidingnetwerken. In Nederlandse watergerichte steden werd een groot deel van
de stedelijke waterstelsels vanaf het einde van de negentiende eeuw opgevuld. Individuele steden
hoefden niet meer te zorgen voor waterkeringen; de Rijkswaterstaat nam de verantwoordelijkheid
voor deze infrastructuur.
Na de verzorgingsstaat: Verwarring en Heroverweging
Breuken in het Vertrouwen in de Moderniteit
Terwijl in de voorgaande decennia nationale onafhankelijkheid was gebaseerd op sterk geloof in een
gerationaliseerde en alles omvattende organisatie van landbouw en industrie, efficiënte
productielanden, wegennetwerken en waar modern stadsplannings- en waterbouwkundig ontwerp
met elkaar verweven waren, riep dit weerstand en heroverweging op. De laatste drie decennia van de
twintigste eeuw was overgang; het afscheid van industrialisatie, agrarische onafhankelijkheid,
gerationaliseerde stadsplanning, nationale waterbouwkunde en een hervorming van de
verzorgingsstaat. Nieuwe trends ondermijnden bestaande overeenstemmingen van stadsplanning en
waterbouwkunde. De trends zijn gebaseerd op:
1. Economische motieven
2. Ecologische en culturele motieven
3. Politieke en financiële motieven
4. Motieven voor ruimtelijke ontwikkeling
5. Klimaatverandering (vanaf 1990)