Recht in bedrijf samenvatting– Herkansing 2024
Week 1a, contractuele vennootschappen
Het begrip onderneming
Wat is een onderneming? Zie (art. 8 onder b Hrw jo art. 2 lid 1 Hrgb)
o Art. 8 onder b Hrw:
‘’ 'Bij algemene maatregel van bestuur: kan nader worden bepaald wanneer
sprake is van een onderneming.'’
o Art. 2 lid 1 Hrgb (dit is dus de algemene maatregel van bestuur)
‘’ Van een onderneming is sprake indien een voldoende zelfstandig
optredende organisatorische eenheid van één of meer personen bestaat
waarin door voldoende inbreng van arbeid of middelen, ten behoeve van
derden diensten of goederen worden geleverd of werken tot stand worden
gebracht met het oogmerk daarmee materieel voordeel te behalen.’’
Hoe beoordeel je of aan deze definitie is voldaan? Lid 2 Hrgb.
De WOR hanteert een ander (ruimer) begrip..
Art. 1 sub c WOR: ‘’ Elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend
organisatorisch verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens
publiekrechtelijke aanstelling arbeid wordt verricht'
Verschil met de art. 8 onder b Hrw jo. Art. 2 lid 1 Hrgb?
- Winst
Waarom deze verschillende definities?
Het begrip onderneming
- Ondernemingen en rechtspersonen art. 2:3 BW moeten worden ingeschreven,
art. 5 jo 6 jo. 18 Hrw.
- Doel van het handelsregister
Art. 2 jo 25 Hrw (rechtszekerheid en derdenbescherming)
Gegevens over de onderneming, art. 9 Hrw
Ondernemingsrecht
Het ondernemingsrecht kent 3 hoofdthema’s
o Interne structuur onderneming (organisatie/inrichting)
o Vertegenwoordiging (wie mogen transacties afsluiten)
o Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid
Hoofdthema’s worden anders ingevuld naar gelang de ondernemingsvorm
Ondernemingsvormen
- Een onderneming wordt juridisch in een bepaalde vorm uitgeoefend: de
ondernemingsvorm (=de jas van de onderneming). Meest voorkomend =
eenmanszaak, daarna B.V.
- Keuzevrijheid voor ondernemer. Fiscale overwegingen,
Aansprakelijkheidsoverwegingen, Juridische inrichting etc.
- Eenmanszaak, rechtspersoon en personenvennootschap
,Soorten ondernemingsvormen
Twee varianten (wat is het verschil?)
- Met rechtspersoonlijkheid
- Zonder rechtspersoonlijkheid
Welke rechtsvormen zijn er eigenlijk allemaal?
Rechtspersoonlijkheid (boek 2 BW) Zonder rechtspersoonlijkheid (Boek 7A BW,
WvK)
Besloten vennootschap Eenmanszaak
Naamloze vennootschap Vennootschap onder firma
Vereniging Maatschap
Coöperatie Commanditaire vennootschap
Onderlinge waarborgmaatschappij
Stichting
Contractuele vennootschappen en eenmanszaak (kenmerken)
Eenmanszaak
Natuurlijk persoon
Maatschap
Art. 7A: 1655 BW
Obligatoire, wederkerige
overeenkomst tot samenwerking
Vrije beroepen
Twee soorten: openbare/stille
maatschap
Vertegenwoordiging
Vennootschap onder firma Art. 16 WvK
Bijzondere vorm van een maatschap
Obligatoire, wederkerige
overeenkomst tot samenwerking
onder een gemeenschappelijke naam
Bedrijf
Vertegenwoordiging
Commanditaire vennootschap Art. 19 WvK
Bijzondere vorm van een maatschap
Beherende en commanditaire
vennoten
Contractuele vennootschappen en eenmanszaak (oprichting)
Maatschap, VOF en CV
- Oprichting: vormvrij, want overeenkomst
- Gevaarlijk (zie art. 29 WvK)
- Inschrijving handelsregister (art. 5 jo. 18 Hrw, art. 11 jo 17 Hrb)
- Let op dit is geen voorwaarde voor richting
Vormvoorschrift zonder gevolgen
- Art. 22 Wvk (Geldt niet voor de maatschap)
,Vaak begint het met een eenmanszaak – kenmerken:
Een persoon eigenaar
Kan personeel in dienst hebben
Geen oprichtingseisen: geen notariële akte
Wel inschrijven handelsregister
Geen onderscheid privé—en bedrijfsvermogen let op de rechtsgevolgen!
Contractuele vennootschappen en eenmanszaak (einde)
Einde van de vennootschap (ontbinding – 7A: 1683 BW)
- Verloop van tijd
- Tenietgaan van een goed of de volbrenging van de handeling die het onderwerp
van de maatschap uitmaakt
- Opzegging
- Door den dood of de curatele van een vennoot, of indien hij in staat van
faillissement is verklaard dan wel ten aanzien van hem de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard
- Gewichtige redenen 7A:1684 BW gerechtelijk verzoek)
Voortzettingsbeding
Uitschrijving
Rechtsvormen – wat is de juiste rechtsvorm voor je bedrijf?
Een huis bouw je op een rots, niet op zand
Ook voor een onderneming is het fundament van belang: welke rechtsvorm?
Week 2, Rechtspersonen en de blokkeringsregeling
Het begrip rechtspersoon
Art. 2:5 BW: ‘’Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een
natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit’’.
Twee categorieën:
o Publiekrechtelijke rechtspersoon, art. 2:1 BW
o Privaatrechtelijke rechtspersoon, art. 2:3 BW
- Verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze en
besloten vennootschappen en stichtingen.
Kenmerken rechtspersoon
Afgescheiden vermogen
Eigen rechten en plichten, zie art. 2:5 BW
Eigen doel
- Statuten
Gesloten stelsel, boek 2 BW
Aansprakelijk voor de schulden
, Kenmerken ondernemingsvormen
Besloten vennootschap Art. 2:175 BW
Overdraagbare, op naam gestelde
(blokkeringsregeling), aandelen. Beperkte
aansprakelijkheid.
Naamloze vennootschap Art. 2:64 BW
Overdraagbare aandelen verdeeld in
maatschappelijk kapitaal. Beperkte
aansprakelijkheid.
Vereniging en stichting Geen winstuitkering. Art. 2:26 BW
respectievelijk 2:285 BW
Coöperatie en onderlinge Art. 2:52 BW; voorzien in stoffelijke
waarborgmaatschappij behoeften
leden/verzekeringsovereenkomsten sluiten
Blokkeringsregeling, art. 2:195 BW
BV mag in de statuten een blokkeringsregeling opnemen, niet verplicht.
Let op: wanneer in de statuten niets is geregeld, dan geldt de wettelijke
aanbiedingsregeling.
Dus BV moet expliciet in de statuten vastleggen dat geen blokkeringsregeling van
toepassing is (als BV dit graag wil)
Rechtsgevolg: een overdracht in strijd met een statutaire bepaling is ongeldig, 2:195
lid 4, tweede zin
Schending van blokkeringsregeling geldt alleen bij overdracht van aandelen dus niet
bij emissie (uitgifte van nieuwe aandelen). Dan geldt een voorkeursrecht 2:206a BW
Geschillenregeling
Art. 2:335-343 BW
Wanneer aandeelhouders ruzie hebben en niet meer verder willen met elkaar, dan
kunnen ze:
- Of een aandeelhouder uitstoten, uitstoting, 2:336 BW
- Of een aandeelhouder treedt uit de vennootschap, uittreding 2:343 BW
Uitkoopregeling
Art. 2:92a/201a BW
Een grootaandeelhouder koopt een minderheidsaandeelhouder uit
Een aandeelhouder die 95% van de aandelen heeft kan vorderen dat de resterende
5% aandelen aan hem worden overgedragen
De rechter wijst de vordering af lid 4
Oprichting BV/NV
Akte van oprichting (notariële akte) art. 2:64/175 jo 2:66/177 BW + inschrijven, art.
2:69/180 BW
o Verklaring van de oprichters
o Statuten
o Gegeven omtrent kapitaal
o De namen van bestuurders