Samenvatting Volledige uitwerking van de practica cel- en weefselleer - 18/20 mee gehaald
17 keer bekeken 1 keer verkocht
Vak
Algemene cel en weefselleer van de huisdieren I
Instelling
Universiteit Antwerpen (UA)
Dit document omvat een volledige uitleg bij alle preparaten die besproken zijn tijdens de practica van algemene cel- en weefselleer in 21-22.
De afbeeldingen zijn te raadplegen via BlackBoard of kan je er zelf nog bij zetten, de nummers van de preparaten staan er steeds bij dus je kan ze makkelijk...
Practicum 1: cytologie en bedekkende
epithelen
B 1/6 PLAVEISELCELLEN – MONDMUCOSA UITSTRIJKJE HUMAAN – DIFF QUICK
Tussen de plaveiselcellen vind je celdebris terug met bacteriën (kleine puntjes) en af en toe lymfocyten.
De lymfocyten hebben een enorme kern en zeer weinig cytoplasma. Het kan te verwarren zijn met
celdebris, maar celdebris is meer irregulair van vorm.
E 12/3 JEJUNUM – RAT – AZAN
Overlangse doorsnede van het jejunum in een AZAN-kleuring. Centraal zie je het lumen waarlangs de
darminhoud passeert. Startend in het lumen, kom je eerst aan de tunica mucosa, welke is
onderverdeeld in een lamina epithelialis, een lamina propria en een lamina muscularis mucosae. Onder
de tunica mucosa ligt een dunne tela submucosa waarin ook bloedvaten lopen. Daarna kom je aan de
tunica muscularis met daaronder nog de tunica serosa en mesotheel dat de buitenkant van de darm
aflijnt.
In de tunica mucosa zie je een onderverdeling in uitstulpende delen naar het lumen en delen die eerder
naar de wand toe groeien. De vingervormige structuren in het lumen zijn de darmvlokken of villi. De
instulpende structuren zijn de krypten van Lieberkühn.
De darmvlokken hebben twee belangrijke functies in de darm. Als eerste zullen ze een
oppervlaktevergroting kunnen veroorzaken zodat de darminhoud met heel veel cellen in contact kan
komen. Als tweede zullen de slijmbekercellen zorgen voor een goede passage van de darminhoud door
de zogenaamde slijmlaag die ze vormen.
Een staafjeszoom die aan de apicale kant van de enterocyten zit, wijst op de aanwezigheid van
microvilli, welke mee voor oppervlakte-vergroting zorgen.
De lamina epithelialis van de villi is een éénlagig cilindrisch epitheel met slijmbekercellen. Deze
epitheelcellen zijn de enterocyten. Apicaal zijn de enterocyten bedekt met een staafjeszoom. Tussen
de enterocyten zijn ook af en toe lymfocyten terug te vinden, deze hebben een mooi afgeronde kern.
Basaal van de enterocyten bevindt zich het basaal membraan. De slijmbekercellen bevinden zich ook
tussen de cilindrische epitheelcellen en hebben een duidelijke slijmprop welke de kern naar basaal
wegdrukt. Deze slijmprop wordt uitgestoten in het lumen om vlotte passage van darminhoud te
creëren. De slijmbekercel is dus een ééncellige klier.
Onder de lamina epithelialis ligt de lamina propria. Deze laag is opgebouwd uit losmazig reticulair
bindweefsel en loopt door tot tussen de krypten van Lieberkühn. De lamina propria ondersteund de
villus.
De krypten van Lieberkühn staan in voor het vernieuwen van het epitheel. Omdat het epitheel
regelmatig beschadigd wordt, is er continue aanmaak van nieuwe cellen vereist. Daarom vind je in de
krypten van Lieberkühn mitotische cellen terug en kan je vaak ook de fasen van de mitose duidelijk
zien. Er zitten ook nieuwe slijmbekercellen.
Onder de lamina propria is soms ook een dunne lamina muscularis mucosae zichtbaar.
1
, De volgende laag is de tela submucosa en is opgebouwd uit bindweefsel. Dit is een losmazige collageen
bindweefsellaag waarin ook bloedvaten en dergelijke zitten.
Nadien tref je de tunica muscularis, welke instaat voor de voortbeweging van de darminhoud. Ze
bestaat uit een circulaire gladde spierlaag aan de binnenkant en een longitudinale gladde spierlaag aan
de buitenkant. De 2 lagen liggen loodrecht op elkaar. Op basis van deze structuur kan je vlot zien of de
doorsnede van de coupe dwars of overlangs is.
De tunica serosa is een heel dunne bindweefsel laag met mesotheel die de darm aan de buitenkant
aflijnt. Je kan deze laag herkennen aan de afgeplatte plaveiselcellen met af en toe zichtbaar uitpuilende
kernen.
E 12/8 DUNNE DARM – RAT – PAS HAEMATOXYLINE
PAS = periodic acid shiff. Deze kleuring kleurt de polysacchariden roze. Polysacchariden zitten in slijm,
dus de slijmproppen en staafjeszoom zullen mooi aangekleurd zijn. De delen die aankleuren zijn dan
PAS-positief.
De structuur op de linker afbeelding onderaan is een massa die voornamelijk bestaat uit vetweefsel,
dit is het mesenterium.
E 14/5 ILEUM – RAT – ALKALISCHE FOSFATASE
Dit preparaat is een dwarse doorsnede door de dunne darm. Het is gekleurd met een histochemische
kleuring van alkalische fosfatase. Dit wil zeggen dat celorganellen die dit enzyme bevatten hierdoor
worden aangekleurd.
Een alkalische fosfatase kleurt onder andere het golgi-apparaat aan, welke boven de kernen van de
enterocyten liggen aan de apicale zijde. Ook de staafjeszoom kleurt heel sterk aan.
F 1/38 NIER – KONIJN – TRICHROOM
Deze coupes zijn afkomstig van een nier met een trichroom, lichtgroene kleuring. Hierdoor zijn alle
bindweefselzones lichtgroen aangekleurd. De donker gekleurde zone is de cortex renalis en de lichtere
zone is de medulla renalis. De medulla mondt uit in de nierpapil, de lichte, groene zone, waarin de
urine verzameld wordt in de pelvis renalis.
De cortex renalis is omringd door een bindweefselkapsel.
Een nier bestaat uit talloze nefronen die instaan voor de aanmaak van urine. Een nefron bestaat uit
een nierlichaampje, waarin een kluwen van bloedvaten (de glomerulus) met filtratiecellen zit. Hierin
ontstaat de primaire urine die vervolgens weggevoerd wordt via de proximale tubulus contortus, het
rechte deel van de proximale tubulus, de lis van Henle, het rechte deel van de distale tubulus, de distale
tubulus contortus en uiteindelijk in de ductus colligens. De verschillende ductuli colligentes van de
verschillende nefronen monden uit in een gezamenlijke ductus papillaris.
De nierlichaampjes, proximale en distale tubuli contorti en de ductuli colligentes zijn terug te vinden
in de cortex renalis. De ductuli colligentes, lis van Henle en ductus papillaris zijn terug te vinden in de
medulla renalis.
In de cortex renalis zitten talloze nierlichaampjes met glomeruli welke het bloed filteren. De primaire
urine komt terecht vanuit het nierkapsel in de proximale tubulus contortus. De proximale tubulus
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper diergeneeskundestuvia. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,36. Je zit daarna nergens aan vast.