Acne, jaar 1, blok 2
Samenvatting kennislijn
Huidtherapie
De Haagse Hogeschool
Lotte Veldhuizen
,Week 1- begrippen ziekte, gezondheid en gezondheidstelsel.
wetten, regelgeving binnen het acne domein.
cijfermateriaal interpreteren.
inzicht kosten van de zorg.
Week 2- verschillende acne types plaatsen binnen zorgprofiel.
klinischbeeld, oorzaak, diagnostiek, behandelmogelijkheden acne en
acne gelijkende dermatosen.
Week 3- werking van verschillende behandelingen bij acne en restacne.
in en contra indicaties bij acne en restacne beschrijven.
gewenste en ongewenste huidreacties tijdens een behandeling.
Week 4- bestanddelen van bloed benoemen.
omschrijven hoe ons afweersysteem werkt.
bacteriele en virale infecties herkennen en omschrijven.
Week 5- farmacologische begrippen beschrijven en toepassen.
werking verschillende productgroepen acne producten benoemen.
Week 6- passende thuisadviezen benoemen.
doelen, doelgroepen en centrale boodschap van tekst benoemen.
adviseren (voorlichten) rekening houdend met de kennis, behoefte en
situatie van de patient.
verschillende methodes van doelgroep onderzoeken voor
patientgerichte schriftelijke communicatie benoemen
Week 7- kwaliteit van de indeling van een tekst aan de hand van lezers en tekst
kenmerken bepalen.
Op b2 niveau patient gericht schriftelijk adviseren, rekening houdend
met de kennis, behoefte en situatie van de ontvanger.
week 8- Belangrijkste concepten uit de psychodermatologie uitleggen.
kwaliteit van leven uitleggen en toelichten hoe dit een rol speelt bij de
patiënt met acne
,Week 1
Determinantenmodel: de factoren die invloed hebben op de gezondheid.
• Biologische factoren (erfelijkheid, sekse, veroudering).
• Omgeving (natuur, huisvesting, sociaal leven).
• Leefstijl (risicogedrag, sporten, voeding).
• Zorgvoorzieningen (kwaliteit zorg, betaalbaarheid zorg, beschikbaarheid zorg).
Disease is een aantoonbare medische/biologische afwijking. Illness is het niet goed voelen.
Sickness is het sociale gedrag dat je vertoont.
Positieve gezondheid bestaat uit 6 dimensies:
• Lichaamsfuncties
• Dagelijks functioneren
• Zingeving
• Kwaliteit van leven
• Sociaal/maatschappelijk participeren
• Mentaal welbevinden
Chronisch ziek ben je als je langdurige of periodiek terugkerende klachten hebt met meestal
geen uitzicht op volledig herstel.
Reguliere medische zorg is evidence-based en richt zich op concrete ziekteverschijnselen.
Meetprocedures zijn hierbij van belang. Complementaire zorg is niet evidence-based, zoals
holistische zorg en meditatie.
Intramurale zorg is zorg van langer dan 24 uur, bijvoorbeeld in een ziekenhuis of in een
verpleeghuis. Extramurale zorg is zorg zonder opname, zoals ambulante zorg of zorg op
afspraak, bijvoorbeeld bij de huidtherapeut of bij de huisarts. Transmurale zorg verbindt deze
twee, bijvoorbeeld een huisarts en een medisch specialist die samenwerken.
De zorg is onder te verdelen in 5 sectoren:
1. Cure: dit is gericht op het behandelen en genezen van een lichamelijke aandoening.
Bijvoorbeeld: intramuraal in een ziekenhuis door een verpleegkundige, en extramuraal bij
de paramedici. Ambulante zorg en geneesmiddelen behoren ook tot cure.
2. Care: dit is gericht op verpleging en verzorging. Bijvoorbeeld: intramuraal in
verpleeghuizen en extramuraal bij thuiszorginstellingen.
3. GGZ: hulp bij psychische stoornissen en ernstige psychosociale problemen. Dit kan
zowel extra- als intramuraal, afhankelijk van de ernst.
4. MZ: algemeen maatschappelijk werk valt hieronder, zoals ambulante zorg op het gebied
van psychosociale hulp. Maar ook intramuraal als dak- en thuislozen en crisisopvang.
, 5. PZ: preventieve zorg, ook wel publieke gezondheidszorg genoemd, heeft als doel de
gezondheid van mensen te bevorderen en te beschermen. Ook het opsporen van ziekten
behoort hiertoe.
• Primaire preventie: voorkomen van ziekte, wegnemen of verminderen van oorzaken. Dit
is gericht op gezonde mensen.
• Secundaire preventie: vroegtijdig opsporen van ziekte, het voorkomen van verergering
van de ziekte. Dit is gericht op mensen met een ziekte of mensen met een hoog risico op
een ziekte.
• Tertiaire preventie: het voorkomen en beperken van de gevolgen van een ziekte. Gericht
op zieke mensen, patiënten.
• Programmatische preventie: bevolkingsonderzoeken die systematisch worden
uitgevoerd.
Demografische gegevens omvatten de opbouw en samenstelling van de bevolking.
Voorbeelden hiervan zijn sekse, inkomen, leeftijd, status, kinderen. Demografische
ontwikkelingen van tegenwoordig zijn dat de zorgvraag toeneemt omdat we steeds ouder
worden, de levensverwachting wordt hoger en de zorgkosten hierdoor omhooggaan. Ook is er
aantoonbaar verschil tussen mannen en vrouwen, hoogopgeleiden en laagopgeleiden, mensen
met een hoog inkomen en mensen met een laag inkomen, en de afkomst.
De zorg in 2021 zag er zo uit:
• Cure 50%
• Care 41%
• GGZ/MZ 8%
• Preventie, te verwaarlozen (124 miljard)
Basisverzekering is verplicht, er geldt dan ook een acceptatieplicht hiervoor. Je hebt ook altijd
een eigen risico, dit deel wordt niet verzekerd. Het gaat niet van je eigen risico af als: de Wet
langdurige zorg van toepassing is, bij huisartsbezoekjes, als je onder de 18 bent.
Patiëntenorganisaties zijn onder te verdelen in verschillende categorieën:
• Algemene: verbeteren de positie van de patiënt, bijvoorbeeld Nederlandse
Patiëntenvereniging.
• Categoriale: voor mensen met dezelfde ziekte, bijvoorbeeld Diabetesvereniging.
• Thematisch: hangt niet samen met een specifieke ziekte, bijvoorbeeld een rookverbod
of een vrijwillig levenseinde.
Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG):
• Beschermt patiënten tegen ondeskundige zorg.
• Houdt kwaliteit van de zorg hoog.
• Bevoegdheid en bekwaamheid.
• Voorbehouden handelingen.