Samenvatting staats- en bestuursrecht
Hoorcolleges
College jaar 2023/2024, semester 2, blok 4.
Inhoudsopgave
Staatsrecht versus bestuursrecht ........................................................................................................................ 2
Staatsrecht ..................................................................................................................................................... 2
Kenmerken van het Nederlandse staatsbestel .................................................................................................... 3
Statuut en grondwet ........................................................................................................................................... 4
Nederland als monarchie .................................................................................................................................... 5
Nederland als rechtstaat..................................................................................................................................... 5
Legaliteitsbeginsel .............................................................................................................................................. 5
Spreiding der machten (trias leer) ...................................................................................................................... 6
Onafhankelijkheid van de rechtspraak ............................................................................................................... 7
Erkenning van de grondrechten .......................................................................................................................... 7
Nederland als democratie ................................................................................................................................... 7
Voorrang voor het internationale recht .............................................................................................................. 8
Nederland als gedecentraliseerde eenheidsstaat ............................................................................................... 8
Bestuursrecht ............................................................................................................................................... 11
Systematiek van de Awb ................................................................................................................................... 11
Doeleinden Awb ................................................................................................................................................ 12
Relatie tussen bestuursrecht (Awb) en privaatrecht ......................................................................................... 14
Centrale begrippen uit de Awb ......................................................................................................................... 14
Hoofdstuk 2: algemene regels .......................................................................................................................... 15
Hoofdstuk 3: Algemene bepalingen over besluiten........................................................................................... 16
Hoofdstuk 4: Beschikkingen. ............................................................................................................................. 17
Hoofdstuk 5: handhaving .................................................................................................................................. 18
Hoofdstuk 6: Algemene bepalingen .................................................................................................................. 19
Hoofdstuk 7: bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep. ................................................. 20
Oefententamen ............................................................................................................................................ 21
,Bij tentamen wetsteksten meenemen:
• Staatsrecht: grondwet + statuut voor het koninkrijk der Nederlanden, eventueel gemeente- en
provinciewet.
• Bestuursrecht: algemene wet bestuursrecht (Awb)
Staatsrecht versus bestuursrecht
Staatsrecht gaat over interne relaties binnen de overheid: Hoe is de relatie tussen Rijk, provincie,
gemeente en waterschap? Hoe zijn de verhoudingen? Over de relatie tussen regering en parlement.
Ministeriele verantwoordelijkheid: dat een minister of staatssecretaris verantwoording verschuldigd
is aan het parlement, met name aan de Tweede Kamer, maar ook Eerste Kamer. Dat een minister
vertrouwen moet hebben van het parlement en op het moment dat ze dat niet meer hebben (van de
meerderheid) dan dient de minister af te treden = de vertrouwensregel. Over het algemeen stapt op
zo een moment de minister ook uit zichzelf op.
Bestuursrecht over relatie tussen de overheid/bestuursorganen en de burger.
Een aantal thema’s zitten op de scheidslijn tussen bestuurs- en staatsrecht, daar zijn experts het over
oneens waar het precies bij past, beide claimen hun eigen gelijk. Daar is overlap. Deze overlap is er ook
in de vakliteratuur.
Staatsrecht
Belangrijk verschil tussen staats- en bestuursrecht m.b.t. de toepasbare wetten?
Grote delen van het staatsrecht zijn niet neergelegd in wetsteksten. Belangrijkste document voor
staatsrecht is grondwet. Heel veel vragen worden hierin echter niet beantwoord. Onze grondwet is
tamelijk leeg, er staat helemaal niet zo veel in. Net iets meer dan 100 artikelen.
Verdrag van Lissabon van de EU wat ongeveer de Europese grondwet is (niet zo noemen) is heel veel
meer, kun je zien als een dik boek.
Sommige dingen staan wel in de Grondwet, maar worden nauwelijks behandeld.
Bv ministeriele verantwoordelijkheid, dit is één van de kernconcepten in ons staatsrecht, staat enkel
in artikel 42 lid 2: "de koning is onschendbaar, de minister is verantwoordelijk". Dat is het, erg mager.
Ruime leer: als een ambtenaar een cruciale fout maakt dan is de minister altijd verantwoordelijk, die
moet dan aftreden. --> Ook wel Carringtondoctrine, Carrington was een Britse minister in de
Falklanoorlog, hadden de veiligheidsdiensten dit niet moeten zien aankomen? Carrington was
verantwoordelijk voor de veiligheidsdiensten. Curiale fout onder mijn verantwoordelijkheid, maar hij
vond wel dat hij dit niet verweten kon worden, hij wist het niet en had niet kunnen weten. Voetnoot:
achteraf kon het hem wel degelijk verweten worden.
Enge leer: de minister moet alleen aftreden als het hemzelf verweten kan worden.
Welke hebben we in Nederland? Grondwet zegt er niks over. Waarom is dit niet aangepast en
verduidelijkt? Procedure voor aanpassing grondwet is heel moeizaam in Nederland, nooit genoeg
overeenstemming geweest misschien. Tweede antwoord: het is ook wel fijn dat dit niet opgeschreven
staat, dit geeft de ministers en kamerleden om soms de ruime en soms de enge leer te kunnen
toepassen.
In tijden van kabinetsformatie doen vragen voor als wie levert de minister-president, wie heeft dat
recht, de grootste partij? Dat is een regel van 'ongeschreven staatsrecht', dat volgt uit onze
democratie. Hetzelfde geld voor de constructie van verkenner, informateur en formateur.
Extraparlementair kabinet is de wens van Omtzigt van partij nieuw sociaal contract. De grondwet zegt
hierover helemaal niks. Verschillende kernelementen komen als termen gewoon niet voor in onze
grondwet: politieke partij regeerakkoord, ect.
, In de kieswet staat wel over lijsten met personen en bepaalde voorwaarden kunnen zich partij noemen
Wet op partij financiering: politieke partijen hebben een bepaalde recht op subsidie.
Conclusie: de Nederlandse grondwet is erg gering, lijkt veel curiale dingen te missen. Dit soort dingen
staan ook niet in het statuut.
Grote delen van wat wij ons staatsrecht noemen zijn ongeschreven.
Ongeschreven staatsrecht
Wat is het ongeschreven staatsrecht? Onduidelijk.
Op gebied van privaatrecht speelde en nog steeds speelt ongeschreven rol een grote rol. Op
bestuursrecht ook, steeds minder. Deze zijn alleen wel duidelijk uit te leggen, ook ongeschreven, want
de uitspraken van de hoge raad kun je aanhalen en ook nalezen. Bv rechtsgelijkheids- en
rechtszekerheid zijn uit te leggen door uitspraken Raad van State. Niet door wetteksten, maar doordat
er een hoogste rechter hebben op het thema die bindende uitspraken doet.
Op gebied van het staatsrecht hebben we op veel delen geen hoogste rechter of constitutioneel hof.
Bv over de vraag van ruime of enge leer van ministeriele verantwoordelijkheid is geen antwoord te
vinden.
Waarom wordt dan vaak gezegd dat de minister-president wordt geleverd door de grootste partij?
Omdat het logica heeft, dat dat vaak zo is gegaan. In het verleden ook zo ging. Gebruikelijk en logisch?
Ja. Is dat ongeschreven recht? Staat niet in de wetgeving en er is geen uitspraak van hoogste rechter.
Dus eigenlijk niet. Het is dus niet een regel van ongeschreven staatsrecht. Nederlandse staatsrecht is
niet echt juridisch.
Een land als Duitsland heeft wel een constitutioneel hof, wat dus wel staatsrecht maakt. Duitse
staatsrecht heeft daardoor een heel ander karakter dan het Nederlandse staatsrecht: veel juridischer
van aard. In België wordt ditzelfde hof het Grondwettelijkhof genoemd. NSC van Omtzigt is een
voorstander van een constitutioneel hof.
Kenmerken van het Nederlandse staatsbestel
Basiskenmerken van het staatsrechtelijk stelsel van Nederland:
- Monarchie
- Rechtstaat
- Democratie
- Gedecentraliseerde eenheidsstaat
+ We kennen voorrang van het internationale recht.
Waar vinden we dit terug in de grondwet? Vinden we dit überhaupt terug in de grondwet?
Centrale vraag van het vak (voor staatsrecht): Wat zijn de kenmerken van het Nederlandse staatsbestel
en hoe kunnen we die terugvinden in de grondwet?
Monarchie komt duidelijk in de grondwet terug. De rest is slecht te vinden.
--> belangrijke ontwikkeling afgelopen week: bepaling door Europees hof voor de rechten van de mens
(lidstaten; zijn er 42, alle Europese landen m.u.v. Wit-Rusland, Rusland en Vaticaanstad en een aantal
landen zijn nog kandidaat-lidstaat zoals Turkije):
Artikel 8 Europees verdrag voorde rechten van de mens (EVRM): Recht op eerbiediging van privé-,
familie- en gezinsleven. Deze is o.a. aangehaald voor gezinshereniging in het asielbeleid.
Uitspraak: Lidstaten zijn verplicht adequaat voldoende klimaatbeleid te doen. Anders strijdt met artikel
8 EVRM. Dit is wel een opmerkelijke uitspraak, ze zijn artikel 8 dus redelijk aan het 'uitrekken'. Wij
kennen voorrang voor het internationale recht, dus deze uitspraak geldt als wet in Nederland en is
bindend.