Adoptie en pleegzorg in pedagogisch perspectief
Samenvatting Collegestof + begrippenlijst per HC
Ilse van Meurs - 2023-2024
Hoorcollege week 1: Adoptie en pleegzorg: Een introductie
Historie van adoptie in Nederland
Periode Kenmerk Toelichting
voor 1953 adoptie voor adoptie was oorspronkelijk bedoeld voor pleegzorg; adopteren van
pleegkinderen pleegkinderen
1953 Pleegkinderenwet n.a.v. veel buitenechtelijke kinderen door WO2
→ pleegouders hadden hierin zwakke positie; bloedbanden telden
1956 Adoptiewet pleegkind als wettig in gezin opgenomen
Overgang overgang van meer binnenlandse naar meer buitenlandse adoptie
Jaren 50 & Afstandsmoeders buitenechtelijk kind (vaak door relaties met soldaten) werd verborgen en
60 gelijk na geboorte weggegeven
Na jaren 70 Afname binnenlandse meer acceptatie alleenstaand ouderschap + betere anticonceptie +
adoptie legalisatie abortus
Vanaf jaren Toename idealistische overwegingen: ‘wij kunnen wel voor dat kind zorgen’
70 buitenlandse adoptie
Jaren 80 Daling buitenlandse kritiek (kinderen hadden ‘rugzakje’), weinig aanbod en slechte economie
adoptie ● buitenlandse adoptie: veel kinderen uit huis geplaatst / opgepakt
Jaren 90 Toename adoptie betere voorlichting, eenouderadoptie mogelijk, economie verbeterd
(u-vorm)
Vanaf jaren Daling adoptie vruchtbaarheidstechnieken NL, aanbod andere landen (Haags
90 Adoptieverdrag), verandering opvatting (adoptie niet altijd ethisch)
2000-2020 Enorme afname o.a. door verbeterde medische mogelijkheden en wereldwijde aandacht voor
buitenlandse adoptie adoptie
Afgelopen Daling zet door - 15-20 afstandsmoeders per jaar
10 jaar ● onderzoek afstandsmoeders: meer dan helft <21 jr en vaak
niet-NL achtergrond > kind weg door andere culturele
normen en waarden
- motief voor adoptieouders nu: meestal kinderloosheid en niet meer
idealistisch > 80-90% adoptieouders is ongewenst kinderloos
- nauwelijks adoptie vanuit pleegzorg en vooral sterke adoptie
- vooral special needs adoptie
,2022 Adoptiestop deels adoptie weer mogelijk in 6 landen, maar niet VS en China, want NL vond dat
teruggedraaid niet meer ethisch
FIOM: houdt gegevens bij: periode 2016-2020 hadden 319 vrouwen voornemen tot afstand
ter adoptie → helft hiervan gaat toch zelf voor kind zorgen, 1/3 doet daadwerkelijk afstand
● motieven voor afstand: 97% denkt dat kind beter leven heeft bij adoptieouders
Vruchtbaarheidsbehandeling wordt bij adoptieouders vaak voortgezet:
1. moeilijk te accepteren
2. wens biologisch kind blijft bestaan
3. stigma adoptie (‘minder’ dan eigen kind)
Buitenlandse adoptie: wie wordt geadopteerd
1. geen baby’s
2. <6 jaar (te maken met subsidiariteitsprincipe) > uitzondering: broers & zussen
3. vaak in tehuis in land van herkomst
4. special needs
Landen van herkomst buitenlandse adoptie:
China veruit hoogste. VS is hoog ondanks dat het westers
land is, want anticonceptie is niet overal mogelijk
Pleegzorg
● wordt ingezet wanneer ontwikkeling en/of veiligheid kind ernstig wordt bedreigd
● leeftijd: t/m 18 standaard pleegzorg, 18-21: OTS vervalt, pleegzorg blijft mogelijk,
21-23: verlengde pleegzorg mogelijk op aanvraag (beoordeelt gemeente)
○ vanaf 18 is op vrijwillige basis!
● voorkeur voor pleegzorg bij UHP (vastgelegd in Jeugdwet)
● aantal: rond de 18.000 kinderen zitten in de pleegzorg
● leeftijd X aantallen: 10% 0-4, 35% 5-11, 20% 12-14, 20% 15-17, 15% 18+
○ 15% bij leeftijd 18+ is bewijs voor effectiviteit wetswijziging
● grootste groep is voltijd pleegzorg (71%), deeltijd is 24% en combinatie is 5%
○ er is grotere stijging in deeltijd adoptie
● in meeste gevallen is pleegzorgplaatsing met een jeugdbeschermingsmaatregel
(56%: voogdij bij GI & OTS) bij 12% gaat het om pleegoudervoogdij
● voorkeur voor netwerkplaatsing i.p.v. bestandsplaatsing
○ 54% is bestandsplaatsing, 46% netwerk
Werven pleeggezinnen: al jaren een tekort, campagnes helpen op korte termijn, maar de
effecten doven uit
Hulpverleningskader
● hulpverleningsvariant = perspectiefzoekend → het is nog niet duidelijk of kind terug
naar de ouders kan
→ ouderbegeleiding met focus op opvoedingsvaardigheden
● opvoedingsvariant = perspectiefbiedend → kind moet een permanent pleeggezin
→ ouderbegeleiding met focus op verliesverwerking en roldifferentiatie
, Aanvaardbare termijn voor perspectief besluit
● eerst: richtlijn half jaar, nu: moet geen tijdsmoment aan zitten, want het is afhankelijk
van de ontwikkeling van het kind
→ wordt gekeken naar leeftijd kind, instemming ouders met UHP, type plaatsing en
trauma / gehechtheid
Matching: juiste gezin vinden voor pleegkind, is belangrijk om breakdown te voorkomen
→ factoren: pleegkind, pleeggezin, biologische ouders en pleegzorgaanbieder
Begrippen college
Sterke adoptie = banden met biologische ouder formeel gezien doorgesneden
Zwakke adoptie = meerdere ouders juridisch betrokken bij opvoeding kind (niet in NL)
Domestic adoption = binnenlandse adoptie
International adoption = buitenlandse adoptie
Haags Adoptieverdrag = adoptie mag alleen plaatsvinden als het kind daar het meeste
baat bij heeft. Belangrijk in internationale stuk van adoptie; risico slechte adoptie voorkomen
Subsidiariteitsprincipe = internationale adoptie is laatste redmiddel; eerst opties in land
van herkomst overwegen
Pleegzorg = vorm van jeugdhulp waarbij kinderen (al dan niet tijdelijk) verzorgd en
opgevoed worden door pleegouders
Voltijd pleegzorg = voor bepaalde periode fulltime ergens wonen
Deeltijd pleegzorg = een aantal dagen per week ergens wonen
Bestandsplaatsing = bij onbekende mensen verblijven die zich hebben aangemeld
Netwerkplaatsing = plaatsing in directe omgeving
Therapeutische adoptie = meer eisen gesteld wat betreft opleiding / achtergrond, zodat
daar kinderen met meer complexe gedragingen heen kunnen
Gezinshuis = vorm van groepsopvang waarbij je wel in gezinssituatie zit met andere
kinderen, maar de 2 ouders hebben een juiste achtergrond hiervoor
Crisispleegzorg = aparte groep pleegouders die kinderen per direct kunnen ontvangen
Breakdown = vroegtijdige beëindiging van pleegzorg om een negatieve reden
Hoorcollege week 2: De ontwikkeling van pleegkinderen
Is pleegzorg / adoptie een effectieve interventie?
● nee, want ze hebben een achterstand vergeleken met
de normgroep
● ja, want ze hebben een inhaalgroei vergeleken met
de thuisblijvers
Maaskant et al: onderzoek naar gedragsproblemen
● pleegkinderen VS normgroep
● vragenlijsten pleegouders, N = 329 kinderen
● helft pleegkinderen zit in normale range (49%), dus
met pleegkinderen gaat het goed, maar toch zit ook
een groot deel in de klinische range (37%)