College 1
11-04-2023
Sociale en emotionele problemen
Classificatiesystemen
Afwijkend gedrag
Gedrag is afwijkend als het op een bepaald moment wel vertoond wordt, terwijl het niet in
overeenstemming is met wat volgens onze opvattingen gemiddeld en idealiter bij die
ontwikkelingsfase en de daarbij behorende ontwikkelingstaken hoort. Of…. niet vertoond wordt,
terwijl dat volgens diezelfde opvattingen wel zou moeten.
Gedrag als stoornis
Gedrag is een stoornis als het afwijkend gedrag is dat:
- Langdurig en niet meer situatie-gebonden persisteert
- De overgang naar nieuwe ontwikkelingsfasen en – taken blokkeert
- Voor de persoon zijn/ haar omgeving aanzienlijk lijden oplevert
- Meestal in bepaalde combinaties van gedragingen/ symptomen voorkomt en in andere niet
Ontwikkelingspsychopathologie gaat over
- Het verband tussen de ontwikkeling en psychopathologie (ontwikkeling van stoornissen)
o Wanneer gaat niet-pathologie over in pathologie
o Men kan bewegen tussen pathologisch en niet-pathologisch (kan herstellen)
- Het verband tussen een vroege stoornis met de latere ontwikkeling
- Het verband tussen een gebeurtenis in de vroege ontwikkeling met een latere stoornis
- Het verband tussen een vroege stoornis met een latere stoornis
- Het effect van een stoornis op het verloop van de huidige ontwikkeling
- Het effect van de ontwikkeling op de uitingsvorm van een stoornis
Epidemiologie
Centrale vraag: hoeveel kinderen in de populatie hebben deze problemen?
- Prevalentie: bestaande gevallen met een bepaald ziektebeeld in een
bepaalde periode
- Incidentie: aantal nieuwe gevallen
- Recurrence: mensen die herstellen maar opnieuw problemen krijgen
- Uitstroom: blijvend herstellen
Etiologie
Bij de ontwikkeling van psychische problemen bij kinderen kan er onderscheid gemaakt worden
tussen persoonlijke en omgevingsfactoren. Deze kunnen vervolgens weer onderscheiden worden in:
- Predisponerende factoren: kunnen een kind vatbaar maken
o Persoonlijk:
Biologisch: genetica, prenatale/ perinatale problemen (bloedgroep moeder,
middelengebruik, hersenbeschadiging door zuurstofgebrek), vroege ziekten
Psychologisch: lage intelligentie, moeilijk temperament (kinderen met een
moeilijk temperament hebben moeite met het vaststellen van routines,
vermijden nieuwe situaties en reageren negatief op veranderingen kinderen
met een teruggetrokken karakter), laag zelfbeeld, persoonlijke kenmerken
(neuroticisme of impulsiviteit)
o Contextueel:
Ouder-kind factoren: hechtingsproblemen, weinig intellectuele stimulatie,
autoritaire, permissieve of verwaarlozende ouderschap
Familieproblemen: ouders met psychologische problemen, middelengebruik
van ouder, criminaliteit van ouders, huwelijksproblemen in de familie,
huiselijk geweld
1
, Stress: sterfgevallen, scheiding, misbruik
- In stand houdende factoren: kunnen psychologische problemen in stand houden
o Persoonlijk:
Biologisch: disregulatie van verschillende psychologische systemen
(abnormale fysiologische aandacht, disregulatie van neurotransmitters)
Psychologisch: lage zelfredzaamheid, slechte coping strategieën
(dysfunctionele coping is op korte termijn een oplossing, maar zorgt op lange
termijn voor meer problemen), onvolwassen verdedigingsmechanismen (niet
bewuste acties die gebruikt worden om angst te verminderen bij een conflict).
o Contextueel:
Factoren m.b.t. het behandelsysteem: familie ontkent problemen, familie is
tegenstrijdig m.b.t. het oplossen van problemen, familie is nog niet bekend
met deze problemen, familie weigert hulp, culturele en etnische
ongevoeligheid.
Factoren m.b.t. het familiesysteem: bekrachtiging van problemen, onveilige
hechting, autoritaire, permissieve of verwaarlozende ouderschap, slechte
communicatie, geen vader, huwelijksstress, triangulatie (kind wordt tussen 2
conflicterende ouders geplaatst, en wordt soms gevraagd een kant te kiezen).
Ouderlijke factoren: ouders met psychologische problemen, criminaliteit van
ouders, onjuiste verwachting van kind, ouders met laag zelfbeeld, slechte
coping strategieën, opstandige BRUSJES (dit zijn verkeerde rolmodellen).
Factoren m.b.t. het sociale netwerk: klein sociaal netwerk, hoge familiestress,
slechte vrienden, onjuiste educatieve plaatsing, weinig werk mogelijkheden
- Uitlokkende factoren: factoren die voorafgaan aan psychologische problemen. Deze factoren
brengen de psychologische problemen teweeg (faciliteren kan de problematiek triggeren,
bijvoorbeeld traumatische gebeurtenissen).
o Persoonlijk:
Biologisch: ziekte
o Contextueel:
Psychologisch: stress, misbruik, pesten, overlijden, wisselen van school,
levenstransities, verliezen van vrienden, scheiding, werkloosheid van ouders,
verhuizing, armoede
- Beschermende factoren: Kunnen de ontwikkeling van psychologische problemen
voorkomen, kunnen het effect van risicofactoren verminderen. Karakteriseren kinderen met
veerkracht (resilience) kinderen met veel veerkracht hebben vaak veel beschermende
factoren.
o Persoonlijk:
Biologisch: goede gezondheid
Psychologisch: hoog IQ, gemakkelijk temperament, positieve persoonlijkheid
(emotioneel stabiel, extravert, etc.), hoog zelfvertrouwen, optimisme,
adaptieve coping, volwassen verdedigingsmechanismen
o Contextueel:
Factoren m.b.t. het behandelsysteem: familie accepteert dat er een probleem
is, familie wil het probleem oplossen, familie heeft vaker problemen
meegemaakt, familie accepteert hulp, goede afstemming tussen hulpverleners,
culturele en etnische sensitiviteit
Factoren m.b.t. het familiesysteem: veilige hechting, autoritatieve
opvoedingsstijl, goede communicatie, vader is betrokken
Ouderlijke factoren: juiste verwachtingen van het kind, hoog zelfvertrouwen
van de ouder, veilige hechting, optimisme, adaptieve coping
Factoren m.b.t. het sociale netwerk: groot sociaal netwerk, weinig
familiestress, goede educatieve plaatsing, hoge SES
2