IDENTITEIT 3
2024, gegeven door Caterina Verdickt
INHOUDSOPGAVE
restauration 1815 – 1830 ................................................................................................................................................ 2
louis phillippe- stijl 1830 -1848 .................................................................................................................................... 3
biedermeier 1815-1850 ................................................................................................................................................... 6
stukadoorsneogotiek 1830 – 1860 ............................................................................................................................... 8
art nouveau 1893 – 1914 ................................................................................................................................................. 9
Siegried (of Samuel) Bing................................................................................................................................................................... 9
origines art nouveau ............................................................................................................................................................................ 9
the interior as a new canvas of early modernist expression ........................................................................... 14
Oscar Van de Voorde ......................................................................................................................................................................... 14
1913 = scharnierjaar voor de westerse samenleving, cultuur en kunst........................................................................ 15
brangwyn 1913 Gent ......................................................................................................................................................................... 17
Iconisch Brits interieurontwerp: de inzending van de Omega Workshops op de Ideal Home Exhibition in
Londen in 1913. ................................................................................................................................................................................... 17
art déco +- 1920-1940 .................................................................................................................................................... 18
MIAMI...................................................................................................................................................................................................... 18
Modelboeken bureel in: L’ameublement et le garde-meuble réunis, Paris .................................................................. 20
art déco in belgië ................................................................................................................................................................................ 20
VILLA CAVROIS .................................................................................................................................................................................... 22
Samenvatting identiteit 3 door Femke Smaers, 2024 1
,RESTAURATION 1815 – 1830
→ “Douchesse de Berry”
→ Geen zuivere stijl; mengstijl van klassieke elementen en empirestijl
→ Focus op comfort meer dan op een stijl
→ Comfort, romantisch, elegantie, passementerie, exotisch
Kenmerken:
▪ Na val van Napoleon, volk wil geen absolute vorsten meer
▪ Interieurs : niet streng, geen machtsvertoon meer, geen referenties meer naar romeinse keizers, eerder
burgerlijk, vooral gericht op comfort
▪ Meubels: lichte houtsoorten (mahoniehout, kers, citroen) en kleuren, geen zware decoratie meer
Termen:
Passementerie vorm van decoratief borduurwerk, franjes en
capitonnering van kussenwerk
La chauffeuse Zetel afgewerkt met passementerie
Le lit bateau Bed in de vorm van een boot, inspiratie Venetië
La bibliotheque Boekenkast; boeken werden goedkoper door
industriële revolutie
La psyche Grote spiegel; spiegels werden betaalbaar door de
industriële revolutie, hierdoor werden ze onderdeel van
het interieur, om je outfit te evalueren
Console Wandmeubel waarop men dure pronkstukken kon
tentoonstellen
Salon à la Turque Overdaad van stoffering, passementerie in het interier
Toepassingen:
PRIVATE SCHILDERSKAMER VAN DE DUCHESSE DE BERRY (IN HET LOUVRE)
→ Verschillende types meubelen ontstaan in de Empire zoals de gueridon, de kuipstoelen, de
psyché, des commodes, de bureaus en secretaires, blijven voortbestaan tijdens de Restauration.
→ interieur: In de private schilderskamer worden verschillende schilderijen boven elkaar opgehangen,
omlijst met zware lijsten. De stijl is veel minder streng dan voorheen, met muren die volledig behangen zijn
met textiel en gevuld zijn met veel schilderijen. De interieurs ogen levendig en druk, met parketvloeren
bedekt met talloze tapijten van verschillende soorten.
SALON IN NICE
+- 1830
→ Een ‘salon à la Turque’ (overdaad aan stoffering; gordijnen, tapijten die de volledige oppervlakte in
beslag nemen, passementerie)
→ Tapijten bedekken vaak de hele vloer, wat een exotische sfeer creëert. Er heerste een sterke drang naar
exotisme en alles wat als romantisch werd beschouwd. Men interpreteerde westerse salons als Turkse
architectuur, gebaseerd op reisverslagen en boeken. Deze interpretatie werd overgenomen en
gereproduceerd, met gebruik van verschillende soorten stoffen en decoratieve elementen.
→ De salons boden een weelderige en exotische ambiance, waarbij vrijheid in het interieurontwerp hoogtij
vierde.
Samenvatting identiteit 3 door Femke Smaers, 2024 2
,LOUIS PHILLIPPE - STIJL 1830 -1848
→ Eclectische stijl; aanpassing empirestijl aan de burgerlijke maatschappij + toepassing van andere stijlen zoals
rococo en neostijlen = zagen het als creatieve oplossing (ipv stijlonzuiverheid) = ‘burgerlijke mengstijl’
→ combinatie van elegantie, functionaliteit, comfort en romantiek
→ koningswisselingen zorgen voor nieuwe stijlperiode; het volk wil geen absolute machtshebber meer
= Louis Philippe is de geliefde “burgerkoning”
→ identiteit => Meer bezig met persoonlijk verhaal ipv stijlzuiverheid
→ verspreiding van catalogi!
→ Aankopen van ensembles
kenmerken:
▪ Louis Philippe = koning na Napoleon = ‘de burger koning’; droeg gwn een pak ipv statie kledij, hij kwam
tegemoet aan het burgerlijk ideaal waardoor hij populair was onder de fransen
▪ Burgerlijk mengstijl: aanpassing van empirestijl aan de burgerlijke maatschappij + elementen van andere
stijlen (bv. rococo en neostijlen) + decoratief uitgerust
▪ identiteit wordt belangrijk in het interieur + werk en wonen krijgen een duidelijke scheiding (place of
dwelling <-> office)
▪ Huis als vertaling van de persoonlijkheid: heel de wereld was een groot schouwspel en iedereen speelt een
rol → thuis wil men een individueel persoonlijk interieur
▪ ambachtelijke meubels + aankopen van ensembles (= set van tafels, stoelen en kasten die je via brief kon
bestellen) door verspreiding van catalogi van fabrieken
▪ Zware textielen, tapijten, gordijnen, …
▪ Schouwgarnituur
▪ Vleugelpiano = statussymbool (men is geleerd)
▪ Dezelfde soorten meubels van restauration komen terug maar ze worden compacter, lichter en
gemakkelijker om te verplaatsen (gebruiksvriendelijk)
▪ Gebruik van donkere houtsoorten zoals mahonie, palissander, en notenhout
Aanleiding periode: (door Walter Benjamin in “Louis Philippe & interiors”)
Na de val van Napoleon werd koning Charles X aangesteld, maar hij probeerde de koninklijke macht te versterken,
wat leidde tot onvrede onder de bevolking. De Julirevolutie van 1830 resulteerde in de afzetting van Charles X,
waarna Louis Philippe koning werd. Onder Louis Philippe kwam het individu en de privé-persoon meer centraal te
staan in de geschiedenis. François Guizot, de Franse minister van Buitenlandse Zaken, voerde strenge regels in die
werden afgekeurd en hij werd beschuldigd van corruptie, wat bijdroeg aan de maatschappelijke onrust. Deze periode
kenmerkt zich door revolutie, koningswisselingen en protesten tegen machtsmisbruik.
Gevolgen voor het interieur:
▪ Verblijf/thuis wordt gescheiden van de werkplaats
▪ Men wil eigen identiteit en privé in het interieur
▪ Place of dwelling (= het interieur moet de illusies van de privéwereld blijven dragen) <-> office (= waar
men werkt, waar men zich beizg houd het echte zakelijke, niet met de illusies)
Termen:
‘ornament to this house, is what signature is to a signeren om te laten weten dat het van jezelf is,
painting’ persoonlijk maken
“The interior is the asylum of art” Toevluchtsoord voor kunst, waar je kan vluchten van de
buitenwereld, weg van bedreiging en chaos, revoluties,
geweld, armoede, vuilnis. De bewoner of verzamelaar
van het interieur houd zich bezig met transfigureren
van objecten, met mooi maken van die objecten.
Waarde van objecten is gegeven van zijn expertise en
niet of ze nuttig zijn, hij wil ook een betere wereld
creëren waar niet alles nuttig moet zijn.
’to dwell means to leave traces’ wanneer je ergens woont laat je sporen na, in het
interieur zijn die sporen zichtbaar (we maken rommel,
slijten tapijten, …)
Le guéridon Typisch ronde tafel met 1 poot, wat gebruiksvriendelijk
was, met een bol aan
Le table a yeu Tafeltje dat als dambord gebruikt kan worden, met lade
waar de dobbelstenen en kaarten in geborgen werden
La commode bureau Mengvorm bureau en ladkast (uitklapbaar werkblad)
La table ouvrage damesmeubel om naai- en handwerk in te bewaren
Le buffet desserte Tafeltje voor desserten en theezaken te etaleren
Samenvatting identiteit 3 door Femke Smaers, 2024 3
, HUIS LOUSBERGS-DE HEMPTINNE
Architect Louis Eyckens, gelegen te Gent, in Louis-Philippe-stijl
→ neo-classicistische gevel
→ mengstijl Louis-Philippe-stijl en Neo-renaissance uit Italië (veel marmer, ook imitatie)
→ passage à sec = doorgang aan de straatkant voor de paarden en de koets naar het koetshuis
→ Ruime salons: De salons zijn ruim en licht, met grote ramen die zorgen voor veel natuurlijk
licht. De meubels zijn comfortabel en elegant, passend bij de Louis-Philippe-stijl.
Decoratieve plafonds: Plafonds zijn vaak versierd met stucwerk en fresco's in renaissancestijl, wat
bijdraagt aan de luxueuze uitstraling. Muren beschilderd met fantasiebeelden van natuur (fantasie,
romantiek, landschappen, …)
Klassieke details: De interieurs bevatten veel klassieke details zoals marmeren schouwen (Elke etage heeft
een pronk schouw), decoratieve zuilen en boogvormige deuropeningen, kenmerkend voor de neo-Italiaanse
renaissance.
→materialisatie en imitatie: Ze keken niet echt naar de materiaal juistheid. Het moest vooral neo
renaissance ogen maar ze gebruikten niet perse materialen die ze in de renaissance gebruikten.
Wanden zijn gemaakt uit porfier. Het is een geschilderde steensoort. Ze gingen in deze periode ook marmer
naschilderen -> imitatiemarmer (dachten dat dit goedkoper ging zijn, maar was uiteindelijk niet zo…).
Textielmuurbekleding: In plaats van behangpapier werd een dunne laag textiel over de muren gespannen,
wat een duurzame en elegante afwerking bood. Paardenhaarbezetting: Muren werden bezet met pleister
gemengd met paardenhaar, wat voor extra duurzaamheid en ademend vermogen zorgde. Textiel en andere
materialen dempten het lawaai van buiten, zoals het geluid van paarden en karren op de kasseien. De
gebruikte materialen en ontwerpstrategieën zorgden voor een stille en aangename leefomgeving binnen het
gebouw.
VIOLLET-LE-DUC
→restauratiearchitect
→ kreeg heel wat kritiek voor zijn vanwege zijn controversiële restauratieaanpak, waarbij hij
historische gebouwen vaak niet alleen herstelde, maar ook interpreteerde en "voltooide" volgens zijn eigen
visie. Hij introduceerde nieuwe elementen en gebruikte moderne materialen, wat leidde tot historische
onnauwkeurigheden. Zijn idealistische benadering en creatieve vrijheid botsten met zijn tijdsgenoten.
→ Viollet-le-Duc geloofde in het "voltooien" van gebouwen zoals hij dacht dat de oorspronkelijke architecten
ze bedoeld hadden, wat vaak betekende dat hij elementen toevoegde die niet authentiek waren. Hij
introduceerde soms nieuwe ontwerpen en elementen die historisch gezien niet accuraat waren, maar wel in
lijn met zijn visie van wat het gebouw had kunnen zijn. Hij was een belangrijke figuur voor de neogotiek.
→ Een voorloper van de moderne architectuur, omdat hij rationeel omging met materiaalkeuzes. Hij ging
stenen constructies bijvoorbeeld vervangen door een stalen constructie = Heel rationele manier van
ontwerpen die het tegenovergestelde is van het romantische, dromerige. Zijn aanpak sluit aan bij “form
follows function”.
→ Bv. Carcassonne: De restauratie van deze middeleeuwse stad was sterk beïnvloed door zijn
eigen interpretaties, zoals de toevoeging van kegelvormige daken op de torens, wat niet historisch
accuraat was.
→ Notre-Dame de Paris: Een van zijn bekendste restauraties, waar hij de iconische waterspuwers
(gargouilles) toevoegde die oorspronkelijk niet aanwezig waren.
→ Entretien sur l’Architecture: (Gesprekken over Architectuur) is een invloedrijk werk (boek)
met zijn opvattingen over architectuur. (restauratieprincipes, rationeel ontwerp, innovatieve
structuren, analyse gotsche architectuur)
GROENE SALON, IN HET BERLIJNSE STADSKASTEEL
→ Deze salon, ingericht in 1848, weerspiegelde de Louis-Philippe-stijl. Het weerspiegelt de
toenmalige stijlen en smaken.
→ was een formele ontvangstruimte voor de koning
→ vleugelpiano in het interieur = statussymbool! (Piano spelen werd gezien als klassevol en zeer modieus)
→ Deze salon was rijkelijk gedecoreerd met luxe meubels, zijden wandbekleding, kroonluchters
en spiegels, met groen als dominante kleur om een rustgevende en verfijnde sfeer te creëren.
→ interieur: Gecapitonneerde zetels met passementerie, veel tapijt, behangpapier, verschillende
Gordijnen. Alles wordt gedecoreerd. Enorm druk samengaan van verschillende patronen. Het is allemaal
heel persoonlijk. => wordt nu gezien als een zeer druk interieur, toen niet!
Samenvatting identiteit 3 door Femke Smaers, 2024 4
, KASTEEL VAN EU
→ Het kasteel diende als zomerresidentie van de Franse koninklijke familie en werd uitgebreid en
gerenoveerd onder leiding van Louis-Philippe.
→ Het is bewoond geweest door Louis-Philippe en Gerestaureerd door Voillet-le-Duc.
→ Vandaag de dag is het Kasteel van Eu een historisch monument en een museum dat openstaat
voor het publiek. Bezoekers kunnen het interieur bewonderen, dat grotendeels bewaard is gebleven en
gerestaureerd om de pracht van de tijd van Louis-Philippe te weerspiegele
eetkamer van kasteel van Eu
→Mengstijl tussen een neo-renaissance meubel gecombineerd met Louis-Philippe elementen.
→ Wandpanelen met taferelen. Het geheel is veel bescheidener en comfortabler dan de interieurs
van de Restauration.
EETKAMER MET MEUBELEN IN MAHONIE
→ De eetkamer met meubelen in mahonie, gemaakt door de prestigieuze firma Jacob, belichaamt de
elegantie en verfijning van de Louis Philippe-stijl, een periode die een romantische terugblik naar het
verleden weerspiegelt.
→ Kenmerkende Elementen: Het mahoniehouten meubilair vertoont sierlijke schouwgarnituren met
bijpassende sierboorden en kandelaars. Dit geheel kon als een pakketje worden gekocht, eenvoudig te
bestellen via catalogi.
Assembleurs: Deze werden ingehuurd als professionele decorateurs die het meubilair monteerden voor
hun opdrachtgevers.
Bolvormige Elementen: De tafel wordt gekenmerkt door bolvormige elementen, een veelvoorkomend
kenmerk in die periode vanwege de gebruiksvriendelijkheid met slechts één poot.
Kleine Zetels: Deze waren vaak voorzien van vast textielwerk en franjes, maar minder geschikt voor
mensen met allergieën vanwege de huisstofmijt.
Romantische Terugblik: Na turbulente periodes van revoluties en keizers zochten mensen naar een
romantische terugblik naar het verleden. Boeken werden doorzocht naar romantische verhalen en helden,
waardoor kunst en architectuur dienden als een manier om het dagelijks leven te verzachten.
Verfijning en Compactheid: Meubels waren vergelijkbaar met die uit de Restauratieperiode, maar werden
kleiner, compacter en lichter, wat ze gemakkelijker te verplaatsen en te maken maakte.
Multifunctioneel Gebruik: Sommige meubels, zoals de tafel, konden dienen als dambord met lades voor
dobbelstenen en kaarten. Anderen, zoals het bureau, hadden uitrekbare bladen en kleine laden voor pennen
en briefpapier, vaak gebruikt als damesmeubel voor naaiwerk.
Dessert Buffet: Dit meubel diende voor het etaleren van theeserviezen en andere zaken.
→ Deze eetkamer weerspiegelt niet alleen de esthetiek van zijn tijd, maar ook de behoefte aan comfort en
verfijning in het dagelijks leven.
Samenvatting identiteit 3 door Femke Smaers, 2024 5