Samenvatting vak Onderneming & Arbeid behoren bij de master ondernemingsrecht of burgerlijk recht, track arbeidsrecht. Colleges en literatuur samenvattingen zijn zowel samen als los te verkrijgen.
Cijfer: 7,4
Colleges onderneming & arbeid
Inhoud
Hoorcollege 1: inleiding........................................................................................................2
Werkgroep 1: fundamentele aspecten van collectief ontslag .................................................5
Werkgroep 2: de spelregels van collectief ontslag .................................................................9
Werkgroep 3: de regeling overgang van onderneming ........................................................... 13
Werkgroep 4: reorganisatie rondom de overgang ................................................................. 17
Werkgroep 5: overgang van onderneming en faillissement ................................................... 21
Werkgroep 6: medezeggenschap van werknemers .............................................................. 24
Werkgroep 7: medezeggenschap bij een reorganisatie en doorstart ...................................... 31
Werkgroep 8: medezeggenschap in concernverhoudingen ................................................... 37
1
,Hoorcollege 1: inleiding
Werknemers zijn de draaiende motor achter de onderneming. Dit heeft weer zijn neerslag op wat
de werknemer met de onderneming kan doen. Je krijgt als het ware de verhouding:
Werknemers hebben een bijzondere positie binnen de onderneming als je bv. kijkt naar een
reorganisatie of fusie → wat de ondernemer kan doen, wordt begrensd door de belangen van de
werkgevers. Je ziet daarbij een spanningsveld tussen de belangen van de ondernemer en de
belangen van de werknemers.
Waar gaat het vak over?
➢ Ondernemingsrecht heeft een faciliterende functie:
o Een raamwerk voor het efficiënt functioneren van rechtspersonen;
o Vrijheid van ondernemerschap ligt hieraan impliciet ten grondslag.
➢ Faciliterende functie vindt zijn grens daar waar gerechtvaardigde belangen van derden in
het geding komen.
o Werknemers zijn een bijzondere categorie derden.
o Balansoefening tussen ondernemersvrijheid en werknemersbescherming.
o Die balans wordt (grotendeels) geslagen in regels die behoren tot het domein van
het arbeidsrecht.
Doelen van het arbeidsrecht
➢ Hoofddoel: ongelijkheidscompensatie → tegengewicht bieden aan de inherente
ongelijkheid van (onderhandelings)macht tussen werkgever en werknemers.
o Zowel economische ongelijkheid als juridische ondergeschiktheid
o Juridische ondergeschiktheid: de werknemer staat onder gezag van de werkgever
en moet hier tot op zekere hoogte ook gehoor aan geven.
➢ Menselijke waardigheid: arbeid is geen handelswaar.
➢ Institutionele redenen: als arbeidsrecht goed werkt, zal arbeidsmarkt beter worden.
➢ Politieke redenen: afweging van belangen
➢ Te vinden in: Europese Pijler van Sociale Rechten en EU-Handvest, ILO-verdragen en
EVRM
➢ Politieke afweging hoe ver de regel op de ondernemersvrijheid ingrijpen
Rol en positie van de EU
De EU heeft best veel arbeidsrechtelijke regels.
➢ De EU is gebaseerd op economische verkeersvrijheden en vrije mededinging → reden
oprichten EU/EEG
➢ Tegenwoordig ook wat meer arbeidsrechtelijke richtlijnen → o.a. collectief ontslag,
overgang van onderneming en medezeggenschap
o Echter, veel arbeidsrecht is nationaal van origine
➢ Er bestaat een zekere spanning tussen arbeidsrecht en verkeersvrijheden:
2
, o Met name op het gebied van de vrijheid van vestiging → nationaal arbeidsrecht
wordt al snel gezien als een beperking van vrijheid van vestiging.
o Nationale wetgever moet beperkingen rechtvaardigen (Rule of Reason).
o Richtlijnen moeten worden geïmplementeerd, maar: richtlijnconforme
interpretatie → nationale regel moet worden uitgelegd in het licht van Europese
regel. Dus: HvJEU heeft laatste woord over dergelijke regels.
Vrijheid van vestiging (art. 49 VWEU)
➢ In 1e plaats: onderneming met een zetel die zich naar andere lidstaat verplaatst (bv.
Bulgaars schoonmaakbedrijf komt naar Nederland)
➢ In 2e plaats: onderneming opent een vestiging in andere lidstaat (bv. zetel blijft in
Bulgarije, dus blijft primair Bulgaars, maar bedrijf opent een vestiging in Nederland)
➢ Leidt tot spanning: bedrijven zijn vaak niet blij met regels die strenger blijken te zijn dan
zoals ze in de lidstaat van herkomst gelden.
➢ Onder de vrijheid is verboden: discriminatie + alles wat uitoefening van de vrijheid
minder aantrekkelijk maakt.
➢ Rechtvaardiging middels Rule of Reason:
o Legitiem doel
o Geschiktheid
o Noodzakelijkheid (minst vergaande middel)
Let op: HvJEU legt het EU-recht uit en heeft een beslissende stem.
HvJEU VIKING: een Finse ferrymaatschappij wilde zich laten omvlaggen (= zetel verplaatsen
naar Letland). Het Letse arbeidsrecht was soepeler → reden verplaatsing. De Finse vakbonden
kregen hier lucht van en gingen daarop staken. Er staan 2 fundamentele rechten tegenover
elkaar: het stakingsrecht en het recht op ondernemerschap. Het Hof toetst aan Rule of Reason
➢ Bescherming van werknemers is volgens het Hof een legitiem doel;
➢ De stakingen zijn ook geschikt om dit doel te bereiken;
➢ Maar was de actie ook noodzakelijk? Staken kan toegestaan zijn, maar alleen als alle
andere minder verstrekkende middelen zijn uitgeput.
Hierop volde veel kritiek: het Hof zegt het stakingsrecht opzij als het ware ten goede van het
recht op ondernemerschap. In Nederland gold deze regel ook lange tijd, maar destijds zou het
een te grote beperking van het stakingsrecht zijn → mogelijkheid mocht niet bij voorbaat worden
uitgesloten. In Nederland is een toets die kijkt naar de omstandigheden van het geval: is te
verwachten dat de werkgever zal luisteren als in overleg wordt getreden?
HvJEU AGET Iraklis: vrijheid van vestiging vs. collectief ontslag. In Griekenland moet je eerst
naar het UWV of de minister bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen. Een Grieks
bedrijf wil reorganiseren, maar minister geeft geen toestemming. Ook hier toetst het Hof aan de
Rule of Reason:
➢ Werknemersbescherming is een legitiem doel. Collectief ontslag mag niet onmogelijk
zijn en vindt bevestiging in de vrijheid van ondernemerschap.
➢ De regel is geschikt, omdat het kan werken in dergelijke gevallen.
➢ De regel is alleen noodzakelijk als er duidelijke criteria worden gebruikt. In dit geval
waren er geen duidelijke criteria waaraan kon worden getoetst. Alleen als de ondernemer
enigszins weet waar hij aan toe is kan worden gerechtvaardigd.
Was er eigenlijk wel een grensoverschrijdend element? Ja, er was een Franse
moedervennootschap. De Griekse dochter kan dus een beroep doen op de vrijheid van vestiging
van haar Franse moeder. De toets van de vrijheid van vestiging is dus al vrij snel van toepassing.
3
, Let op: hoewel de vrijheid van ondernemerschap dit niet vereist, is er voor de vrijheid van
vestiging wél een grensoverschrijdend element vereist.
Er zijn 2 belangrijke conclusies t.a.v. vrijheid van vestiging:
➢ Buitenlandse moeder is voldoende voor een beroep op vrijheid van vestiging
➢ Nationale wetgever heeft enige beleidsvrijheid, maar de noodzakelijkheidstoets blijft
lastig te voorspellen. Laatste woord is aan HvJEU.
Vrijheid van ondernemerschap
➢ In het Handvest van de grondrechten van de EU, art. 16.
➢ Kent een soortgelijke rechtvaardigingstoets als de vrijheid van vestiging: beperking mag
niet, maar kan gerechtvaardigd worden indien geschikt en noodzakelijk.
➢ Belangrijk verschil met vrijheid vestiging: geen grensoverschrijdend element vereist!
Wat is dan de meerwaarde van de vrijheid van ondernemerschap t.o.v. vrijheid van vestiging?
➢ Art. 16 Handvest vindt toepassing bij uitvoering van EU-recht (art. 51 lid 1)
➢ Art. 16 Handvest vereist geen grensoverschrijdend element
➢ ‘Over-implementatie’ van richtlijnen kan in strijd zijn met art. 16 Handvest
➢ De richtlijn heeft een minimumniveau. Zeker in Nederland wordt er vaak verder gegaan
dan dat minimum. Als het nationale recht verder gaat dan hetgeen volgens de Europese
standaard/Europese richtlijn nodig is, dan kan de ondernemer hierop een beroep doen
en een beroep doen op de vrijheid van ondernemerschap.
Als er sprake is van implementatie van een richtlijn van art. 16 Handvest dus om de hoek komen.
Stelling: Het Europese recht zorgt voor een evenwichtige balans tussen de vrijheid van de
ondernemer om zijn arbeidsorganisatie in te richten zoals hij dat wil en de bescherming van de
factor arbeid.
➢ Gelet op andere landen, bv. Amerika, is de EU juist heel beschermend t.o.v. de
werknemer;
➢ De toetsing laat genoeg ruimte om beide belangen te behartigen;
➢ Systematisch gezien staat de vrijheid van vestiging voorop en moet het arbeidsrecht
voldoen aan allerlei eisen. De afweging is in die zin niet helemaal gelijk. In dat opzicht
wordt meer geleund naar de vrijheid van de ondernemer.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merithvanlent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,06. Je zit daarna nergens aan vast.